Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Gré van Tiel

Van drie kleine jongens en een scharensliep, druk 1, 93 blz.
G.K.C.B. 13 t.d.t. Klaas en Harm zijn kwajongens, die allerlei streken uithalen, appels gappen, een ouden scharensliep uitschelden en een gevonden kwartje versnoepen. Dit is verloren door een arm ventje, Gijsje. Zij nemen Gijsje per slee mee naar de Zondagsschool. Als Gijsje op Kerstfeest ziek ligt, zingt hij de Kerstversjes; Vader leest, tot nadenken gebracht, de Kerstgeschiedenis; de ouders van Klaas en Harm brengen levensmiddelen voor den scharensliep en 't wordt voor allen een heerlijk Kerstfeest. Deze schrijfster kan prachtig vertellen. Maar het godsdienstig gehalte is zeer zwak. 't Is weer 't oude recept: Jezus wil je wel helpen, maar je moet Hem ook gehoorzaam zijn, pag. 56. En: wie naar den hemel wil, moet den Heere Jezus heel erg (sic!) liefhebben en Hem gehoorzaam zijn, pag. 89. Ziedaar alles. Geen woord over den Schuldverzoener. Dit groote gebrek wordt niet gecompenseerd door de boeiende vertelwijze. Vatten we alles samen, dan concludeeren we: De armoedige scharensliep en zijn ongelukkig kleinzoontje, een paar jochies, die den stumperd ontdekken en de Zondagsschool als intermédiair om den man weer tot zijn Bijbel en het kind tot een blij Kerstfeest te brengen, zijn de attributen, die bij den opbouw van dit verhaaltje zijn gebruikt. Nieuw zijn ze niet en ongemeen evenmin. Wanneer we het als „een uit vele" onder de loupe nemen, dan kan ons oordeel jammer genoeg niet zeer gunstig zijn. Ook al loopt alles uit op het feit, dat een oude man en een kind den Heiland vinden. We bevelen dit boekje, dat ook wat de binnen-illustraties betreft niet uitmunt, slechts onder groote reserve aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941