Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



H. Hoogeveen

't Was maar een woonwagenjongen, druk 1, 48 blz.

Korte inhoud: Het is een gewone geschiedenis, waarin een woonwagenjongen, Jaap van Houten, als hoofdpersoon in optreedt. Geplaagd door Klaas, Albert en Jaap, later door hen beschuldigd van diefstal, zoo moet Jaap van Houten veel lijden. De waarheid komt echter uit. Klaas, de hoofdschuldige, bekent het ten laatste. De onschuld van Jaap van Houten komt nu aan 't licht. Algemeene op- of aanmerkingen: Er zit veel actie in. De les, die er in ligt, is deze: "Wees eerlijk en oprecht". Een godsdienstige zin is er verder niet in. De stijl is goed.
Conclusie: aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1934

Open Boekbeoordeling.
H. Hoogeveen

't Was maar een woonwagenjongen, druk 1, 48 blz.
G. K. 0. 8 t. d. t. 25 cent. Er was een nieuwe leerling op school gekomen: een jongen uit een woonwagen, die door de andere jongens met verachting behandeld werd, doch die uitmuntte door gedrag en vlijt. Toen nu een drietal jongens bij een oude vrouw baldadigheid gepleegd hadden door een ruit in te gooien en een van hen uit haar huisje een zakmes stal, kreeg deze het bovendien gedaan, dat de woonwagenjongen van alles de schuld kreeg. Maar als hij hoorde, dat de politie zich met de zaak bemoeide, kon hij het niet over zijn geweten krijgen, dat een onschuldige gestraft zou worden. Met de andere belhamels beleed hij zijn schuld bij zijn ouders, bij de oude vrouw en ook bij de bewoners van den woonwagen, terwijl deze gebeurtenis aanleiding gaf, dat de arme jongen gaarne in hun kring opgenomen werd. Het blijkt wel duidelijk uit het verhaal, dat onder een armoedig kleed een nobel hart kan schuilen, zoodat het geraden is bij de beoordeeling van zijn evenmensch niet op het uiterlijk af te gaan. 't Is natuurlijk uitnemend, als men een ander onrecht aangedaan heeft, dat gul te erkennen, het kwaad zooveel mogelijk weer goed te maken en er vergeving voor te vragen. Maar al wordt er niet geheel over gezwegen, toch wordt in het verhaal er te weinig nadruk op gelegd, dat elk bedreven kwaad zonde is tegen God, bij Wien in de eerste plaats vergeving gezocht moet worden. Men komt te veel onder den indruk, dat alles in orde is, als voor de menschen het kwaad erkend en beleden wordt, terwijl er toch aanleiding genoeg was om met ernst te wijzen op den Heere Jezus, om Wiens wil er alleen vergeving is, indien we Hem onze zonden belijden. Hoewel er overigens veel goeds is in dit boekje (vlotte stijl, mooie plaatjes) maakt dit bezwaar, dat onze aanbeveling geschiedt onder een zeker voorbehoud.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1934