|
|
|
M. van der Hilst Agent no. 1, druk 1, 151 blz. | G.K.C.O. (Cartonnen band). 1 z.p. 12 t.d.t. 75 cent. Bart Jochems is het zoontje van een neef van Teun den Scharenslijper. Hij is door dezen in huis genomen, toen Bart's moeder voor de tweede maal trouwde. Teun heeft al eens wegens diefstal "gezeten" en schaamt zich over zijn verleden. Vandaar dat hij in dit stille Geldersche stadje is terechtgekomen. Bart komt in de club "de Zevenklappers", een groepje nette jongens, van Christelijken huize. Op een Zaterdagmiddag probeeren deze jongens wat kersen te verdienen, door hun hulp aan te bieden bij ................... voor gauwdieven en die Bart toeschreeuwt, dat zijn "Vader" ook gestolen heeft. Bart weet daar niet van, maar zal "Oome Teun" er naar vragen. Deze zegt hem nu, dat hij wel eens wat "weggenomen" heeft, om te kunnen eten. Agent No. 1, De Jong, trekt zich het lot van Bart aan. Dit is niet naar den zin van Teun, maar toch laat hij Bart tamelijk vrij. Bart wil zich op den gierigen boer wreken, door wat kersen te gaan stelen. Ongelukkigerwijze valt hij uit den boom en krijgt hij van den boer ook nog een stevig pak slaag, zoodat hij in het ziekenhuis moet opgenomen worden. Agent de Jong gaat echter voort, Bart onder zijn toezicht te houden. Teun komt weer in aanraking met "Rooie Nars," een van z'n vroegere vrienden, die nu in Arnhem heeft ingebroken. Dit gezelschap is voor Teun funest. Met z'n beiden breken ze in bij den kassier van de Boerenleenbank; nu nemen ze de vlucht naar Amsterdam, en Bart gaat mee. Daar worden ze gesnapt, mee door Agent No. 1. Teun en Rooie Nars worden gearresteerd, maar Bart komt bij den Agent in huis. Nog eenmaal kruist de weg der beide inbrekers dien van Agent de Jong. De beide inbreken worden gesignaleerd in de nabijheid van het stadje. De gierige boer krijgt bezoek van hen. Hij schiet Teun in den schouder. Deze wordt naar het ziekenhuis gebracht, en sterft daar, na eerst Bart nog gezien en gesproken te hebben. Een wat ongewoon genre, gelijk men ziet! De vertelwijze is vlot. Het onderwerp is echter totaal ongeschikt voor jeugdlitteratuur. Zich in het milieu te verdiepen waarin Bart Jochems zich bevindt voor hij ten huize van De Jong wordt opgenomen, kan op jongens zoowel als meisjes niet dan schadelijk werken. De milieuteekening is juist daar het beste, waar men jeugdige harten beter verre van houdt. In andere gedeelten zijn zwakkere stukken niet zeldzaam. Overigens vragen wij ons toch af, of er in psychologisch opzicht niet een cardinale fout in het boek schuilt. Dat Teun den jongen meeneemt op de vlucht klopt in het geheel niet, en dat doet allerlei vragen opkomen: Wat er aan het thema ontbreekt, heeft de strekking over. Die is, dat de "Heere Jezus ook verwaarloosden niet vergeet en dat wij de taak hebben ook hen te helpen, te leiden, te prediken als zij op onzen weg geplaatst zijn." Dat die prediking in dit boek boeiend en krachtig is, kan echter niet gezegd: de poging is er zeker. Te waardeeren is, dat de Schrijver geen goedkoop bekeeringsgeschiedenisje heeft willen schrijven. Een intellectualistisch tintje valt hier en daar op. De taak is den Schrijver tenslotte te zwaar gevallen. Er komt trouwens heel wat toe, deze taak te vervullen, en in een Christelijk boek in te komen in het gedestrueerde leven van misdadigers en verwaarloosden. De uitvoering is heel mooi. Kleine slordigheden willen we over het hoofd zien, b.v. dat de kersen al rijp zijn terwijl de kastanjes nog bloeien, en dat een agent met 20 dienstjaren het woord "prinselarij" niet blijkt te kennen. Wij betreuren het, dat we dit boek, dat we loven mogen om zijn positief Christelijken geest, alleen maar bruikbaar achten voor ouderen; voor onze Zondagsschooluitdeeling houden we het voor finaal ongeschikt! | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937 |
M. van der Hilst Agent no. 1, druk 1, 151 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12-14 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Het leven van Bart Jochem, die bij oom Teun, den scharensliep, in huis is, wordt ons hierin geteekend. Bart staat onder slechten invloed, want Oome Teun en een vriend van hem zijn geen eerzame burgers. Integendeel. Maar er is er één, die zich ontfermt over Bart de politie-agent uit het stadje. Bart heeft het niet gemakkelijk. Van den Bijbel weet hij niets af. Hij komt in Amsterdam terecht. En het laat zich aanzien, dat hij in een misdadige omgeving zal opgroeien voor galg en rad. Maar hier vindt de agent hem weer, die hem meeneemt en bij zich in huis opneemt, zoodat Bart een Christelijke opvoeding krijgt. In die boek worden we gewezen op het Goddelijk erbarmen jegens zondaren. Zoodat ook wij niet langs hen heen mogen leven, maar het verlorene moeten opzoeken om het onder Gods zegen te behouden. Dat men hier vaak anders over denkt, laat de schrijver in andere figuren zien. Algemeene op- of aanmerkingen: Dit mooie boekje geeft een stuk evangelisatie-werk. Het leven van Bart en zijn omgeving wordt ons als een zondig leven geteekend. En daartegenover hetgeen de agent en zijn vrouw doen uit liefde tot het verlorene. Zij houden Bart vast. Ze zien niet laag neer op zijn omgeving. Zij gelooven in Gods ontferming jegens zondaren. Daarom is er bij hen ook erbarmen. Het is goed, dat de jeugd het Evangelie zoo leert verstaan. Dit boekje is heel geschikt tot uitdeeling, juist op het feest van Gods erbarmen, dat in Jezus Christus openbaar komt, Die in de wereld kwam om het verlorene te redden. Conclusie: Warm aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937 Open Boekbeoordeling. |