Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



M.A.M. Renes-Boldingh

Van een schooljongen in Batakland, druk 1, 110 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van 12 jaar; Zendingsgeschiedenis.
Korte inhoud: Goeroe Daboa van Nias brengt zijn zoon Tomahon naar de Chr. Internaatschool te Sigompoelon op Sumatra. Het schoolleven in 't internaat wordt ons in dit boekje geteekend. Tomahon krijgt heimwee. Zuster Hedwig, die voor herstel van gezondheid van Nias naar de koele bergen van Sumatra gekomen is, heeft een middel gevonden om hem om te beuren. Tomahon is weer vroolijk. Er zijn ook slechte jongens op school; zooals Rembang, die anderen verleidt en hem bang maakt. Wat zijn de jongens bang voor geheime machten en wraakmiddelen. 't Ongeluk met de kano loopt nog goed af. Tomahon was bijna verdronken. Om zijn slecht gedrag wordt Rembang weggestuurd. Dat de goeroe's op tweeden Kerstdag tennisen, is niet Christelijk. Het beeld van den Heiland in huis te hebben, lijkt Roomsch. Het Christendom op 't internaat is zeer oppervlakkig. Liever zagen we het woordje "Heere" dan "Heer". Algemeene op- of aanmerkingen: Met de Zondagsheiliging wordt het niet zoo nauw genomen. Baden en met den voetbal trappen na kerktijd past niet. Met de Kerstfeestviering kunnen we ons heelemaal niet vereenigen. De Kerstboom, de voordrachten, het zangkoortje, bekoren ons niet. Aan de Kerstfeestviering ontbreekt alle ernst. Vreemd doet ook aan wat we lezen onderaan blz. 89. Op 'z'n bedje stelt Tomahon den schitterenden Kerstboom nog eens voor oogen en al de vriendelijkheden, die hij dien avond gevoeld heeft en dan volgt: "een bruin jongetje gelukkig gemaakt door den Heere Jezus". Jammer, dat we om deze dingen het boekje niet kunnen aanbevelen.
Conclusie: Niet aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1933

Open Boekbeoordeling.
M.A.M. Renes-Boldingh

Van een schooljongen in Batakland, druk 1, 110 blz.
Goeroe Daboa, die werkzaam is op het eiland Nïas, brengt zijn zoontje Tomahon naar het Batakland op Sumatra, om daar onderwijs te ontvangen op een Hollandsch-Indische School met internaat, omdat op Nias geen gelegenheid is voor verder onderwijs. Natuurlijk moet hij wennen aan die voor hem vreemde omgeving. Hij krijgt dan ook na eenigen tijd heimwee, doch een verpleegster, die daar tijdelijk verblijf houdt, brengt hem op een plaats, waar hij vanuit de verte Nias ontdekken kan en weet hem weer op te vroolijken. Verder wordt menige bijzonderheid uit het leven van school en internaat verteld. Zoo ook een tocht naar het Tobameer, waar Tomahon bij het baden gevaar loopt te verdrinken. De vertelling eindigt met het verhaal van een slechten leerling, die om zijn wangedrag moer verwijderd worden. Aan 't eind ziet Tomahon zijn vader terug, die nu ook zijn oudste dochtertje aan het meisjesinternaat komt toevertrouwen. Dit boekje heeft een heele reeks qualiteiten: Bijzonder geslaagd omslag, fijne illustraties, onderhoudende vertelwijze, geestdriftige beschrijving van de schoone Indische natuur, uitbeelding niet van fantasie, maar van ervaring; zeer leerzame gegevens aangaande landen en volken; bovendien actie en dramatiek. Wat is b.v. de figuur van den ondeugenden Rembang mooi geboetseerd! Maar des te meer spijt het ons, dat het godsdienstig gehalte zoo slapjes is. Voornamelijk komt dat uit in de beschrijving van de Kerstfeestviering in het internaat. Wel wordt de Kerstgeschiedenis verteld, doch de nadruk wordt meest gelegd op de lichtjes van den Kerstboom, "afglans van het Eeuwige Licht, dat in den Kerstnacht op aarde is neergedaald". En als de jongens kwaad gedaan hebben, wordt hun oog gevestigd op een schilderij : "De zegenende Christus" en hun gevraagd: "Kun je nu je oogen opheffen en rechtuit dit beeld van den Heiland in 't aangezicht zien?" Hoe zouden ze zooals ze nu zijn, den Heere Jezus durven aankijken! - Zoo wordt de persoon van den Heiland vereenzelvigd met een beeltenis. 't Is bijzonder te betreuren, dat het Evangelie in dit zendingsverhaal feitelijk ontbreekt. Inderdaad, met véél leedwezen moet ons de conclusie van het hart, dat deze bezwaren ons de vrijmoedigheid benemen om dit overigens bijzondere boekje voor onze Evangeliseerende Zondagsschool te gebruiken.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1933

M.A.M. Renes-Boldingh

Van een schooljongen in Batakland, druk 1, 110 blz.
Het zoontje van den goeroe Daboa van Nias moet van huis naar de kostschool op Sumatra. De kleine Tomahon die goed leeren kan, wil pandita worden en daarvoor is op Nias geen gelegenheid. 't Is wel ver van huis, maar wat offers brengen ouders niet voor de opvoeding hunner kinderen. Een levendige beschrijving krijgen de lezers van het kostschoolleven. Wat taak de leerlingen krijgen, hoe ze slapen en spelen, wat feesten ze vieren en hoe ze den Zondag doorbrengen, hoe het heimwee hen soms te pakken krijgt en wat ondeugende streken er een enkelen keer uitgehaald worden. De Schrijfster moet dat alles wel door eigen aanschouwing te weten zijn gekomen. Alles draagt het stempel van naar het leven geteekend te zijn. De leerlingen spreken als echte natuurkinderen hun, eigen taal en zijn geen imitatie van groote menschen. Hoe weet de Schrijfster haar held aantrekkelijk te maken, waardoor zeker de belangstelling voor het zendingswerk gewekt wordt. Daarbij beschikt zij over een mooie stijl, die ook ouderen zal boeien. 't Is prima-zendingslectuur. Voor 12 tot 13 jaar. Eenstemmig oordeel: Warm aanbevolen. Boekbeoordeling in Kind en Zondag, 1933
M.A.M. Renes-Boldingh

Van een schooljongen in Batakland, druk 2, 110 blz.
Dit boekje, reeds vroeger door de N.Z.V. aanbevolen, moet tot de nieuwere zendingsliteratuur gerekend worden. Het brengt in een goed verhaal kennis aan van leven en gewoonten der Bataks en teekent den invloed der Zending in 't Batakgebied. Boekbeoordeling in Kind en Zondag, 1907
M.A.M. Renes-Boldingh

Van een schooljongen in Batakland, druk 2, 110 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van 12 jaar; Zendingsgeschiedenis.
Korte inhoud: Goeroe Daboa van Nias brengt zijn zoon Tomahon naar de Chr. Internaatschool te Sigompoelon op Sumatra. Het schoolleven in het internaat wordt ons in dit boekje geteekend. Tomahon krijgt heimwee. Zuster Hedwig, die voor herstel van gezondheid van Nias naar de koele bergen van Sumatra gekomen is, heeft een middel gevonden om hem op te beuren. Tomahon is weer vroolijk. Er zijn ook slechte jongens op school, zooals Rembang die anderen verleidt en hem bang maakt. Wat zijn de jongens bang voor geheime machten en wraakmiddelen. 't Ongeluk met de kano loopt nog goed af. Tomahon was bijna verdronken. Om zijn slecht gedrag wordt Rembang weggestuurd. Dat de goeroe's op tweeden Kerstdag tennissen, is niet Christelijk. Het beeld van den Heiland in huis te hebben, lijkt Roomsch. Het Christendom op het internaat is zeer oppervlakkig. Liever zagen we het woordje "Heere" dan "Heer". Algemeene op- of aanmerkingen: Met de Zondagsheiliging wordt het niet zoo nauw genomen. Baden en met den voetbal trappen na kerktijd past niet. Met de Kerstfeestviering kunnen we ons heelemaal niet vereenigen. De Kerstboom, de voordrachten, het zangkoortje, bekoren ons niet. Aan de Kerstfeestviering ontbreekt alle ernst. Vreemd doet ook aan wat we lezen onderaan blz. 89. Op z'n bedje stelt Tomahon den schitterenden Kerstboom nog eens voor oogen en al de vriendelijkheden, die hij dien avond gevoeld heeft en dan volgt: "een bruin jongetje gelukkig gemaakt door den Heere Jezus". Jammer, dat we om deze dingen het boekje niet kunnen aanbevelen.
Conclusie: Niet aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1935

Open Boekbeoordeling.