|
|
|
Johanna Als ik groot ben, druk 1, 62 blz. | Een echt jongensverhaal, dat ons vertelt van Willem Dijkstra, een arbeiderszoon, die gaarne, als hij groot is, zijn moeder zal helpen. Vroeger dan hij had kunnen denken, breekt de tijd aan, dat hij werkelijk voor zijn moeder en voor zijn broertjes en zusjes moet zorgen. De Vader sterft en Wim, die juist van school af kan, beproeft tuinmansjongen bij den dokter te worden, wat mislukt. Maar de aandacht der echtgenoote van den dokter is op den jongen gevestigd en zij zorgt er voor, dat hij bediende wordt in een kruidenierswinkel, dat hij een wagentje krijgt, waarmee hij kruidenierswaren venten en bezorgen kan, terwijl ze vriendinnen en kennissen opwekt, om van den kleinen kruidenier te koopen. Alles gaat voorspoedig. Een enkele, kleine teleurstelling verdonkert slechts voor een oogenblik Wims tamelijk vlakken levensweg. Door zijn voorbeeldig gedrag, gesterkt door het Woord en het gebed zijner vrome moeder, maakt hij goede vorderingen, totdat hij, na 10 jaar, als groote kruidenier zelf een winkel kan openen in een naburige plaats. "Als ik groot ben", had hij gezegd, en nu was hij groot, doch hij vergat niet, wat hij altijd beloofd had, nl. voor zijn moeder te zorgen. We lazen dit boekje met bijzonder genoegen. "Als ik groot ben", is het ideaal van elken flinken jongen, maar de verwerkelijking van dit ideaal wordt lang niet altijd gezocht in den weg als hier ons zoo treffend geteekend wordt. De Schrijfster legt er nadruk op, dat Gods gedachten omtrent den gang van ons leven doorgaans anders zijn dan de onze en dat, indien onze wenschen ook worden vervuld, dit meermalen langs gansch anderen weg geschiedt, dan we dit hadden verwacht. In het voorbeeld van Willem zien we, dat kinderen, die hun roeping omtrent hun behoeftige ouders getrouw betrachten, Gods zegen in het tijdelijk leven dikwijls ondervinden. Voorts komt duidelijk uit, dat God een Rechter der weduwen en een Vader der weezen is; dat kinderlijk geloof en vertrouwen op God niet beschaamt; dat vlijt en nauwgezetheid in afwachting van Gods zegen beloond worden. Altemaal recht Christelijke gegevens. De opmerking zij ons echter geoorloofd, dat de held van 't verhaal wel een klein beetje meer "jongensachtig" had mogen zijn. Zijn "strijd om 't bestaan" wordt hem daarbij o.i. een weinig te gemakkelijk gemaakt. Ook dit verhaal van Johanna ademt een goeden Christelijken geest. Wij zouden echter de opmerking kunnen maken, dat in dit boekje wel wat veel wordt gesproken van het vertrouwen op den hemelschen Vader, en slechts een enkelen maal - nl. aan het slot, bij het sterven van Marietje - van het geloof in den Heere Jezus, door Wien de geloovige toch alleen tot den Heere als zijn hemelschen Vader naderen kan. Ook is de uitdrukking: "de lieve Heere" o.i. niet aanbevelenswaardig. Overigens hebben wij voor dit Christelijk verhaal allen lof. De Schrijfster verzuimt niet, op boeiende wijze te doen uitkomen, dat zorg noch arbeid zonder 's Heeren zegen ons gedijt, maar dat aan Gods zegen ook bij ons dagelijksch werk, alles gelegen is. Ook de typographische uitvoering is goed. De plaatjes zijn mooi. Met volle vrijmoedigheid bevelen wij dit boekje hartelijk aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1915 Open Jachin-boekbeoordelingen. |