|
|
|
Wilha. Riem Vis Anneke en Benita, druk 1, 24 blz. | Wij zijn van deze Schrijfster wat beters gewend, dan zij in dit vrij onbeduidende verhaaltje geeft. Hoofdstuk I. Anneke wil naar moe. Mag niet van de kinderjuffrouw. - Wordt op een tafel gezet. Valt er af. Hersenschudding. Juf ontkent eerst. - Eindelijk zegt ze 't - Mijnheer boos. Hoofdstuk II. (Een paar dagen later) Anneke zeer gevaarlijk ziek. - Mevrouw, pas bevallen, wenscht ze te zien. - Onder allerlei voorwendsels moet ze door de verpleegster tevreden worden gesteld. - Verpleegster bidt met juf om behoud voor de zieke, die door den dokter is opgegeven. Hoofdstuk III, (Een week later) Voor Anneke gevaar geweken. - Juf blij - Bidt en dankt nu zelf. - Mijnheer vergeeft. Hoofdstuk IV. (5 maanden later). Kleine zusje valt uit de wieg. - Gelukkig geen hersenschudding. - Nu liegt het kindermeisje. Bestraft door juf en mevrouw. - Juf vertelt Anneke van een ongehoorzaam meisje. Het verhaal is waarschijnlijk voor jonge kinderen bestemd, wat de schrijfster heeft willen te kennen geven door 't overvloedig gebruik van verkleinwoorden. Tal van uitdrukkingen echter zijn daarmee niet in overeenstemming. Op blz. 7: "Haperend kwam nu de bekentenis eruit", "doodslijk ontsteld." Op blz. 8: "Wiens bleek gelaat van innige deelneming getuigde". ('t Aantal is belangijk te vermeerderen). Overigens is de vorm goed. 't Verhaal is vlot verteld. Op pag. 4 eerste helft en op pag. 18 beneden komen enkele zeer goed beschreven tooneeltjes voor. Het gekleurde plaatje is mooi. De letter is weer te klein. Daardoor laat het zich minder aangenaam lezen. Dit boekje kan alleen dienen voor kinderen uit zeer gegoeden stand. Eenvoudige burgerkinderen raken totaal in de war, wanneer ze in plaats van de traditioneele baker, Zuster Lize zien, als degene, die voor de kranke moeder en voor 't kleine zusje zorgt. Toen zusje zes weken was, was Zuster Lize weg, en moest de kinderjuffrouw er geheel voor zorgen. Mama kwam af en toe eens kijken .... ! Toen zusje 5 maanden was, gebeurde er bijna weer een ongeluk, en toen had nota bene! de kinderjuffrouw al een kindermeisje tot hulp! Hoe meer personeel, hoe meer de een op den ander vertrouwt! Overigens is de geestelijke strekking zeer goed : n.l., dat wij altoos de waarheid moeten spreken en elkander de zonden behooren te vergeven, gelijk ook God in Christus vergeeft. De schrijfster had wat meer den nadruk moeten leggen op onzen bedorven natuurstaat in 't geheel. De jeugdige lezer zal den indruk krijgen, alsof de bekeering der kinderjuffrouw slechts geldt ten aanzien van haar zonden van onachtzaamheid en leugen. Al is wat van den weg der zaligheid voorts gezegd wordt, wel duidelijk, toch kunnen wij dit boekje om de genoemde redenen slechts voorwaardelijk aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1907 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
Wilha. Riem Vis Anneke en Benita, druk 1, 24 blz. | Een lief, eenvoudig verhaal. Anneke en Benita zijn de jonge kinderen van het echtpaar van Veen. Door de zorgeloosheid eener kinderjuffrouw valt Anneke van eene hooge tafel, waarop ze gezet was. Gevolg hiervan: eene hersenschudding, die 't kind aan den rand van 't graf brengt. De kinderjuffrouw wendt zich in haar angst tot den Heer en smeekt Hem het kind te genezen. Haar gebed wordt verhoord. Een paar maanden later valt de kleine Benita uit haar wiegje door de schuld èn van de moeder èn van 't kindermeisje, die, afgeleid door een binnengekomen hondje, het kleintje een oogenblik uit het oog verliest. Gelukkig bekwam Benita geen letsel. De schrijfster heeft willen wijzen op de treurige gevolgen, die achteloosheid van kinderjuffrouwen en kindermeisjes ten opzichte van aan haar zorgen toevertrouwde kinderen kan hebben. Taal en stijl laten niets te wenschen over. Ceschikt voor meisjes van 11 à. 12 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1907 |
Wilha. Riem Vis Anneke en Benita, druk 1, 24 blz. | Noemde ik zooeven reeds Samoea en Ronto, het is slechts een uit vele, want het was een lijvig pak dat de heer Callenbach mij als zijne nieuwe uitgaven toezond, en op 't eerste gezicht dacht ik: de uitgevers geven zich toch wel moeite. Wat zien die boeken er smakelijk uit. Bijzondere aanbeveling verdient: "Van iets heel prettigs", door Aletta Hoog. Echt kinderlijk, eenvoudig, frisch, geeft het ons een aardig kijkje in Noorwegen. Het behandelt iets nieuws en is een groote aanwinst voor Zondagschool en kinderkamer. Ook dit boekje hadden we gaarne wat langer gewenscht, het spijt ons als we aan de laatste bladzijde gekomen zijn. "Een Kleine Held", door Quirina. Zeer goed, uit het kinderleven gegrepen. We zijn blij, dat het den hartelijken jongen, die zooveel voor de zijnen over heeft, meeloopt in de wereld. Al weten we wel, dat het niet altijd zoo gaat, we geven dien kost onzen jongen kinderen toch liever dan die van b.v. "Levi de boekenjood" door Wilhelmina Riem Vis. Ook wel goed geschreven en lief geschilderd dat Joodsche gezin, waar ze zooveel voor elkaar over hebben, maar de slagen komen er wel wat heel hard in neer vallen. Van de zelfde schrijfster is ook "Anneke en Benita". Het titelblad en het tafereeltje in de kinderkamer beloven veel, ook de beide eerste bladzijden, zoo echt kinderlijk; maar dan wordt daar ineens alles bedorven door een jokkende kinderjuffrouw, die daarna bekeerd wordt en een jokkende dienstbode. "De Schat van den visscher", van de zelfde is ook een schat voor ons. Hoe levendig is hier de beschrijving van het leven op 't eiland Marken, We genieten er van en we houden van dien eerlijken flinken Arie met zijn kinderlijk geloof. Was na zoo vroolijken aanhef en degelijken voortgang de schrijfster wat verlegen met het eind? Wij meenen van ja, althans dat gedeelte, waar de vader van den vondeling op de proppen komt en zijn aardsche schatten meebrengt valt sterk af bij het andere. Overigens is een warme aanbeveling hier m.i. op haar plaats. Betsy geeft ons "Vischje en Hengelaar". Een uitmuntend kinderboekje. Hoe goed moet de schrijfster met kinderen kunnen omgaan, waar zij ook hier weer den "meester" zoo hartelijk tot den kleinen zondaar laat spreken. Ik verkies dit verre boven haar "Verkeerd en toch goed," dat dan ook zeker niet anders dan voor ouderen bedoeld is evenals "God zorgt voor de Zijnen," door Hesba Stretton waaruit weldadige rust, eenvoud en liefelijkheid ons, vooral in de eerste bladzijden, toestroomt. We zouden ook wel in zulk een allerliefst huisje willen wonen en vergeten een oogenblik het woelige leven om ons heen. De eenige aanmerking die ik heb is deze: of 't wel zeer opvoedkundig is hier een jong heer te doen optreden, die weldoet uit dankbaarheid omdat hij zoo gelukkig getrouwd is, terwijl de schrijfster ons even van te voren meedeelt, dat dit huwelijk is "zeer tegen den zin van zijn vader. | Boekbeoordeling in Het Kind, 7-2-1907 |