|
|
|
M. Odu Van twee kleine meisjes , druk 1, 40 blz. | Deze twee meisjes zijn Line Diemer en Elsje Albers. Hare moeders waren vroeger vriendinnen, doch door verschillende omstandigheden werden zij elkaar schier geheel vreemd. Line's moeder, gehuwd met eenen notaris, is eene wereldsche vrouw geworden; alle indrukken van vroeger werden bij haar weggewischt. De moeder van Elsje is met eenen predikant in het huwelijk getreden en is gebleven in hetgeen haar geleerd is, Na moeders dood wordt Elsje uitgenoodigd, een poosje bij mevrouw Diemer te komen logeeren. Haar verblijf in die woning wordt tot zegen voor de geheele familie. Naar den vorm een aantrekkelijk verhaal, Taal en stijl zijn vrij goed. Enkele drukfouten zijn aan het oog van den corrector ontsnapt. Eene uitdrukking als: "Het is zoo waar al over tienen" is beslist af te keuren. De plaatjes zijn duidelijk en levendig. De omslag is in frissche kleuren uitgevoerd. En de auteur beschikt over eenen grooten rijkdom van tinten, doch is ons vaak te zoet. Vandaar ook al die verkleinwoordjes in dit verhaal. 't Is overal even "lief en heerlijk", maar er zit geene kern in; 't schijnt, alsof er van geene liefde tot God, en van geenen godsdienst sprake kan en moet zijn behalve op 't Kerstfeest. Ook hier weer de bekeering van een kind, dat spoedig sterft, terwijl het eerst nog zich verblijden kan in de toebrenging van vader en moeder. Figuren van dit stempel hebben wij - het zij nog eens gezegd - meer dan genoeg. Ook met betrekking tot den Christelijken geest hebben wij tegen dit verhaal ernstige bedenking. De beteekenis van de komst van Christus wordt door de drukte met den Kerstboom veel te veel op den achtergrond gedrongen. Op pag. 5 riekt de uitdrukking: Jezus gebruikt alle middelen, om alle menschen, groote en kleine, tot zich te trekken, in dit verhaal althans, naar algemeene verzoeningstheorie. Op pag. 23 wordt er van gesproken, dat eene overledene moeder uit den hemel op haar kind hier op aarde neerziet en zich met dit kind verheugt. Pag. 9 maakt melding van eene o.i. gevaarlijke proef" om n.l. een kind geheel en zonder zorg voor eenen tijd toe te vertrouwen aan een huisgezin, dat aan den dienst des Heeren volkomen vreemd is. Uit het aangevoerde blijkt voldoende, waarom wij dit boekje voor onze Zondagsscholen niet kunnen aanbevelen. De strekking is op zichzelf wel goed, maar de inhoud is zeer algemeen en hoogst oppervlakkig. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1904 Open Jachin-boekbeoordelingen. |