|
|
|
E.W. van 't Hoff-ter Hoeve Van twéé kindertjes en één konijntje, druk 1, 51 blz. | G. K. C. 0. 11 t. d. t. 60 cent. Bijkans mag gezegd worden, dat de titel al voldoende is, om heel den inhoud te profeteeren. Zie maar: Mientje en Kees zijn twee kindertjes. Verdwaald. Het konijntje is ook verdwaald. Een onweersbui komt opzetten. In een schuurtje zoeken zij schuilplaats. Ze bidden tot God en vertrouwend gaan ze weer op pad. Ze ontmoeten Vader. Het gebed van de kinderen en van moeder is verhoord. - Elk zal toegeven, dat dit thema allerminst nieuw is. Toch heeft het verhaal heel aardige passagen. Alleen: er is geen eenheid in; de stijl is veel beter dan de compositie. Dat komt door de te heterogene elementen van doodgewone kinderen en een buitengewoon konijn. De kinderen zijn op den omslag te "oud" geteekend. Drukfouten zijn geen zeldzaamheid. Correctie slordig. Prijzenswaardig is de poging om het zinsaccent aan te duiden. Kinderen van het eerste leerjaar zullen dit boekje wel leuk vinden. Maar 't godsdienstig element is zwak. Het evangeliseerende element ontbreekt zelfs vrijwel. Matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1929 |
E.W. van 't Hoff-ter Hoeve Van twéé kindertjes en één konijntje, druk 1, 51 blz. | Bijzonderheden: Oorspr. werk voor 5-8 jaar, gecart. prijs f0.60, 51 blz. Bij getallen voor halven prijs. Met lettergreepverdeeling. Korte inhoud: Komt in het eerste hoofdstuk het konijntje kennis maken, in het tweede doen dat de kindertjes. Als ze in de duinen gaan spelen, zien ze een jong wild konijntje, dat ze vangen willen, maar natuurlijk niet krijgen. Dan verdwalen ze, worden door een onweersbui overvallen en eerst als het donker is geworden, teruggevonden. Beoordeeling: Een verhaaltje, in den juisten kindertoon. In prettige korte zinnetjes wordt het eenvoudige gegeven zeer onderhoudend verhaald Op blz. 1 staat gijn voor fijn. Op blz. 23: haar handje viel af, voor hoedje. Deze storende drukfouten kunnen wel even verbeterd worden vóór het gebruik. 't Woord "kliederig" valt wel wat uit den toon (37). De plaatjes (11 stuks tusschen tekst) zijn om in dezelfde taal te blijven "hèèl-erg-goed". Als geheel is dit nieuwe uitgaafje een aanwinst voor de 2e klasse-bibliotheek en hartelijk aanbevolen. J. Rademaker. | Open Gids J.Lens Bibliotheekgids voor Chr. School- en Jeugdbibliotheken, 1930 |
E.W. van 't Hoff-ter Hoeve Van twéé kindertjes en één konijntje, druk 2, 52 blz. | G. K. C. 0. 11 t. d. t. 35 cent. Bijkans mag gezegd worden, dat de titel al voldoende is, om heel den inhoud te profeteeren. Zie maar: Mientje en Kees zijn twee kindertjes. Verdwaald. Het konijntje is ook verdwaald. Een onweersbui komt opzetten. In een schuurtje zoeken zij schuilplaats. Ze bidden tot God en vertrouwend gaan ze weer op pad. Ze ontmoeten Vader. Het gebed van de kinderen en van moeder is verhoord. Elk zal toegeven, dat dit thema allerminst nieuw is. Toch heeft het verhaal heel aardige passages. Alleen: er is geen eenheid in; de stijl is veel beter dan de compositie. Dat komt door de te heterogene elementen van doodgewone kinderen en een buitengewoon konijn. De kinderen zijn op den omslag te "oud" geteekend. De plaatjes munten niet uit. Prijzenswaardig is de poging om het zinsaccent aan te duiden. Kinderen van het eerste leerjaar zullen dit boekje wel leuk vinden. Maar 't godsdienstig element is zwak. Het evangeliseerende element ontbreekt zelfs vrijwel. Matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1934 |