Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Jan Veltman

Baje en haar kerkje, druk 1, 240 blz.
BAJE EN HAAR KERKJE.
Duidelijk zal 't voor elk die dit boek leest, te bemerken zijn, dat hier een oor- en ooggetuige aan het woord is, een man die goed op de hoogte is van hetgeen er in Friesland - altijd nog in vele opzichten een eigenaardige provincie in ons land - geleefd wordt, niet het minst in de heidestreken en in die waarin de turf gestoken wordt. Hij beschrijft dat leven in al zijn eenvoudigheid, en juist daarom is die beschrijving zoo schoon en juist.
"Baje en haar kerkje" is een boek waarmede de schrijver eer heeft ingelegd, en dat zeker ook buiten Friesland aftrek zal vinden.
"Amsterdamsch Predikbeurtenblad" van 17 April 1915.

.... In dit werk toont hij denzelfden frisschen, gezonden kijk op menschen en toestanden te hebben, als b.v. in zijn vroegere geschriften: "De Vlaamsche scharenslijper" en "De Vlaamsche stoelenmatter".
Baje en haar kerkje verplaatst ons op de Friesche heide, onder zeer eenvoudige menschen. Er is niets geen grootdoenerij in dit boek, maar men voelt het leven er in tintelen, ook het leven der echte, ongekunstelde vroomheid.
Baje is de hoofdpersoon, zij de dochter van den ouderling Lieuwe Veenstra. Zij had maar een ideaal, n.l. in de heide-streek waar zij woonde, een kerkje te zien verrijzen, opdat de menschen niet elken Zondag dien grooten afstand naar de kerk in het dorp behoefden af te leggen en daardoor dikwijls thuis bleven.
Het kerkje kwam er - voor heel weinig geld - en zij kreeg het zelfs zoo ver, dat ook de Sacramenten er bediend werden. Wat een vreugde voor Baje en haar omgeving.
Er gaat een zekere bekoring uit van wat die eenvoudige menschen doormaken. Wij hebben hier een stukje volks-psychologie. 't Zijn geen schokkende, opzienbarende gebeurtenissen, maar het is alles echt en geeft ons meer van het werkelijke leven te zien, dan vele hooggeroemde romans.'t Is een goed boek, waar een zegen van uit kan gaan.
J. G. (Ds. J. Groeneweg) in het "Doetinchemsch Weekblad" van 25 Juni 1915.

Jan Veltman, die zich bekend maakte door zijn eerste boeken, in het Vlaamsch geschreven, geeft hier een geschiedenis in het Friesch.
Zeker blijkt hier wel uit dat hij in het Friesche volksleven, en dan nog wel in het leven van de arme Friesche heidebewoners, evengoed thuis is als in het leven van het Vlaamsche volk.Dat leven van de Friesche heidebewoners teekent hij u hier in al zijn naiviteit, en hij laat in dit boek dan zien, wat idealisme kan tot stand brengen als het een heilig vuur is, door Gods geest ontstoken.
De plannenmakende Baje wordt juist door haar kerkje en de liefde die zij er voor gevoelt, voor gansch haar arme nabuurschap tot een zegen.
De karakters zijn evenals in zijn Vlaamsche boeken frisch en goed geteekend. Het boek leest aangenaam.
"Onze Vacatures" van 24 Juni 1915.

Baje en haar kerkje is de titel van een pas bij Callenbach te Nijkerk verschenen boek van Jan Veltman, die door zijn Vlaamsche schetsen reeds vaak de aandacht trok. De schrijver heeft echter ook in Friesland geleefd, en kent het even goed als Vlaanderen. Dat getuigt het boeiend en aan te bevelen boek dat we boven noemden en dat in Friesland als daarbuiten met genoegen zal worden ontvangen. Baje is een eenvoudige vrouw die in het geloof haar kracht vindt en die zegen verspreidt. 't Is een echt christelijk verhaal uit het Friesche volksleven. Of de hoofdpersoon niet wat al te mooi geteekend is, en de werkelijkheid voorbijstreeft ?
leder leze en oordeele. Men zal het zich in geen geval beklagen.
.A. J. H(oogenbirk) in <84>Bloesem en Vrucht" van Mei 1915

n Mei 1915.

Jan Veltman moet geen kleine boekjes schrijven, maar grootere. Wie "de Scharenslijper" en "de Stoelenmatter" - en de groene boekjes las, zal mij dit toegeven. Ook "Baje en haar kerkje" zet 't zegel op deze uitspraak. 't Is een boek dat half aan de werken van Jan Maclaren en aan Oostloorn, half aan de schetsen van Ds. Visscher "Van de arme Friesche heide" doet denken; de menschen zijn geldealiseerd zooals Maclaren en Ulfers 't doen. 't Landschap, de natuur, 't leven der menschen zijn getrouwelijk geteekend, zooals de domine van Rottevalle ze weet te teekenen.Toch heeft Veltman iets eigens, 'k geloof dat de fantasie-beelden zijner vroegste jeugd, waarvan hij elders verhaalde, hem nog wel eens, en dan in andere gedaante, voor den geest zweven; dan ziet hij niet 1) de werkelijke wereld, maar

1)Zie de volgende recensie in 't Friesch Dagbtad, waarvan de schrijver in Friesland woont, en dus over de al of niet werkelijkheid kan oordeelen. De heer K. W. woont in Biggekerke (Zeeland).

schept zich een wereld, waarin men voor f 80.- een kerkje bouwt, waarin men bontgeverfde kippen verkoopt, en nog vele andere ongewone dingen doet en teekent ons die wereld zoo, dat we haar zeer lief krijgen en den schrijver met een handdruk willen danken, dat hij ons eenige uren de miseres der werkelijke wereld deed vergeten, door ons te brengen in een omgeving, waarover de Heiland Zijn zou gesproken hebben, ja 't nog spreekt.
K. W(ielemaker) in "De school met den Bijbel" van 29 April 1915.

'n Boek, zoo genomen uit 't Friesche volksleven, gelijk het gezien werd een kwart eeuw terug door een, die het zag in z'n intiemste uitingen en het bespieden kon in zijn meest verborgen schuilhoeken. Een boek bovendien, dat zonder ergens in den preektoon te vervallen, toch een predikatie is over het "ware geluk des menschen", waar in onze mammon-nistischen, genotjagenden tijd ook menigeen, die zich naar Christus noemt, zijn voordeel mee kan doen.
"Friesch Dagblad" van 14 April 1915.

In lang heb ik niet zoo'n prachtig-eenvoudig, naief-bekoorlijk boek gelezen als deze nieuwste pennevrucht van Jan Veltman. Ik ben blijde dat ik dit zeggen kan, omdat ik - gelijk de lezer zich herinneren zal - met Veltman's kleine verhalen niet bijster ingenomen ben geweest en ik het betreurd heb, dat hij zich niet hield aan het genre, waarin hij zoo iets goeds geschreven had als "De Vlaamsche scharenslijper". Welnu, Baje is er weer een van dit genre. Slechts de plaats der handeling is een andere; ditmaal leven we op de Friesche Heide. Misschien doet daardoor het boek even aan de schetsen van Visscher denken, maar wat deze miste, dat bezit Veltman, n.l. conceptievermogen en een goeden, zuiveren stijl, met gevoel voor humor en voor innigheid. Veltman toont in dit boek, dat hij als auteur het best is, waar hij, zonder bedenksels, (die zijn fort niet zijn) het leven der eenvoudigen kan teekenen zooals hij het zag, niet alleen het uiterlijke leven, want dat zou ten slotte maar de helft zijn, maar vooral het innerlijke. En daarin is hij in zijn jongste boek zeldzaam goed geslaagd. Wij gevoelen ons hier in een geestelijk en natuurlijk reine en ruime atmosfeer, waar de beschaving niets vermooit en niets verbergt, en waar ook het waarachtig-geestelijke leven nog zoo frisch en zoo welig bloeit, dat men er de eenvoudigen waarlijk om benijden zou. Veltman weet trouwens zelf die dingen heel eenvoudig te zeggen. "Dinkst do dan, Jannes ! dat er 'n aparte God is in 'e natuur, en 'n aparte in de genade ? 'n God voor 't lichaam en 'n andere voor de ziel?" (217) Zulke heel-klare dingen, maar die gemakkelijk vergeten of omgekeerd worden, kan Veltman zoo langs den neus weg preeken. Maar hij kan meer. Zijn Baje is een beetje 'n vreemde vrouw, maar hoe levend is zij in dit boek voor ons geworden, en wat weet de schrijver ons ook de vreemdste dingen aannemelijk voor te stellen, zelfs dien bouw van het kerkje voor tachtig gulden .... Ik durf het niet meer zeggen dat het onmogelijk is. Want toen ik Peter, een vorig maal, beoordeelde, en gewaagde van de onwaarschijnlijkheid van het gebeuren, heeft de schrijver mij met de stukken willen aantoonen, dat de zaak zich had toegedragen, zooals hij haar had geteekend.
En bij ervaring weet ik dat de werkelijkheid soms romantischer is dan de verbeelding. Ik wil dus ditmaal niet weer de kans loopen hem onrecht te doen gelijk toen, - een onrecht waarover ik gaarne een peccavi spreek - maar blijf toch een beetje sceptisch op het punt van dien kerkbouw. Het doet er trouwens niets toe; met den prijs van het kerkje valt of staat dit verhaal niet; het is stevig genoeg om zonder den stut der feiten te blijven staan als een goed boek, waaraan ook literaire qualiteiten niet kunnen worden ontzegd. Er zijn bladzijden in van ontroerende schoonheid; ik denk b.v. aan "Antsjes" bezoek bij Fimke en wat daarop volgde.
Slechts heb ik een bedenking, en die is dat het verhaal eigenlijk maar een half verhaal is; het mist intrigue en ontknooping. Maar 't is waar dat het ons niet als een roman wordt aangeboden, en wij er dus niet de eischen van een roman aan stellen moeten. Gaarne wensch ik Veltman geluk met dezen arbeid.
G. S. (G. Schrijver) in "De Nederlander' van 8 Mei 1915.

Aanteekening van den uitgever.Wat de "kleine verhalen" - "bedenksels" - betreft, deelde de schrijver mij mee, dat hij, voor zich, 't meest bezwaar had tegen de uitgave er van, omdat de personen, feiten en toestanden, hierin geteekend, zoo bekend waren in hun eigen wereld, waar hij ze leerde kennen, dat ieder daar, die deze verhalen las, de geteekende personen zou kunnen herkennen en zich de feiten herinneren. In al die verhalen is, evenzeer als in zijn "groote boeken", volle waarheid en werkelijkheid geteekend. "Bedenksels"? - Natuurlijk, een schrijver moet zijn bekende menschen en feiten vermommen in andere namen, plaatsen en bijomstandigheden; maar wie zou zoo dwaas zijn, om het onmogelijke te "verzinnen"? Het heeft den schrijver dan ook zeer getroffen, dat de aanmerkingen, die gemaakt zijn op de "kleine verhalen", nooit betrekking hadden op wat terwille van de conceptie was "gefantaseerd", maar enkel en alleen op de naar voile waarheid beschreven feiten, personen en toestanden. Die aanmerkingen zouden niet gemaakt zijn, indien men wist, wat de recensent van 't Friesch Dagblad weet en schrijft, dat Jan Veltman "het volksleven zag in z'n intiemste uitingen en het bespieden kon in zijn meest verborgen schuilhoeken."
Omschrijving inhoud in boek