|
|
|
Aletta Hoog Bijbelsche verhalen voor kinderen, deel 11 , druk 1, 32 blz. | De bekende stof uit het Nieuwe Testament: Geboorte, doop, eenige wonderen des Heilands, zijn veroordeeling, kruisiging, dood en opstanding. De keuze der tafereelen uit Christus' omwandeling op aarde, is tamelijk willekeurig. Misschien is deze in hoofdzaak door de plaatjes geleid. Maar dan bevreemdt het ons, dat de opwekking van den jongeling van Naïn, die op den omslag wordt afgebeeld, in het boekje niet wordt behandeld. Goed, kinderlijk verhaald. De kleinste Zondagsschoolleerlingen, die niet op de Christelijke school gaan, zullen het boekje met genoegen lezen. Alleen is jammer, dat telkens Heer gebruikt wordt. 0p de eerste twee bladzijden wordt niet minder dan 10 maal de naam Jezus genoemd. Zulk een opeenstapeling klinkt wat oneerbiedig. Hier en daar komen eigenaardige meeningen aan den dag, bv. het levend water (Joh. 4) is "iets van zijn Geest, van zijn gedachten", (bl. 15). Jezus zou gezegd hebben, dat Gods werk te doen, hem meer voedde dan eten, (bl. 15). Soms zou onzes inziens op iets anders de nadruk moeten vallen, bv. bij de genezing van den geraakte, die door het dak wordt neergelaten. Matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913 |