|
|
|
Aletta Hoog Bijbelsche verhalen voor kinderen, deel 12 , druk 1, 31 blz. | Dit boekje behandelt enkele tafereelen uit de geschiedenis van Christus' om-wandeling op aarde, waarbij tevens een paar gelijkenissen opgenomen zijn. Reeds tegen den titel van het boekje moet bedenking gemaakt worden. Als daarin toch het leven van onzen Heere Jezus, den menschgeworden Zoon van God, als een "wondervol" leven wordt aangeduid, wordt tekort gedaan aan de geheel eenige beteekenis die dat leven, Zijn wonderen en Zijn sterven hebben. Er is dan zekere gelijkstelling met merkwaardige personen uit de geschiedenis. Daartegen hebben wij ernstige bedenkingen. De toon van vertellen is wel goed, maar toch schijnt het ons toe, dat de gewijde geschiedenis óf moet behandeld worden in den vorm en in de taal des Bijbels, óf vrij moet worden weergegeven, maar dan geheel overeenkomstig de inhoud der Heilige Schrift en met een voor kinderen geschikte toelichting en "toepassing". Dit laatste ontbreekt hier, en áls er nog iets van gevonden word slaat de Schrijfster een verkeerden weg in. We hebben op dit boekje velerlei aanmerking. Behalve de reeds genoemd bezwaren, keuren wij af, hetgeen op bladz. 28 ten aanzien van de zegening der kinderen door Jezus en in verband daarmede over den Heiligen Doop wordt gezegd. Een zeer ernstig gebrek is ook, dat de beteekenis van het leven van Christus op aarde geheel wordt voorbijgezien; dat er niets, hoegenaamd niets in voorkomt van het verzoenend lijden en sterven van Christus. Jezus werd gekruisigd, "omdat er menschen waren, die een hekel aan Hem hadden, wijl Hij goed was en zij slechts waren." Dat is alles. Daardoor alleen reeds heeft het zijn doel te eenenmale gemist. Voorts wordt van den Heiland steeds gesproken, als van een gewoon mensch. 't Is altijd maar Jezus. Waarom niet de Heiland of de Heere Jezus? Bedenkelijk is ook de uitdrukking op blz. 14: "Jezus ging niet van Simon weg. Juist doordat Jezus bij hem bleef, moest Simon een beter mensch worden," en op bladz. 31: "Want Hij leeft, en daarom kan Hij bij ons zijn en ons helpen in alles. En zoo zouden we voort kunnen gaan. Taal en stijl zijn ook niet correct. Behalve enkele taalfouten, vonden we bv. op biz 24 in tien regels, zes maal het woord Vader. Hoe goed de bedoeling der Schrijfster ook moge zijn, door een vertelling als deze, worden de kinderen niet tot de rechte en noodige kennis van den Heere Jezus geleid. Wij kunnen dit boekje niet aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913 |