|
|
|
Aletta Hoog Bijbelsche verhalen voor kinderen, deel 3 , druk 1, 31 blz. | Het begin is: de zondige wensch van Israël om, evenals de heidensche volken, een koning te hebben; het einde: de dood van Saul. Daartusschen zijn de belangrijkste voorvallen uit zijn leven verteld. Deze geschiedenis wordt, evenals de andere uit deze Serie, heel aardig, vaak met de woorden uit den Bijbel verteld. Alleen stuitten we herhaaldelijk op het woord "Heer" in plaats van Heere. Op blz. 3 zouden we, vlak na elkaar, "zei hun" vermijden. Trotsch, bl. 24, moet zijn trots, en bij vaten op bl. 1.2, schijnt de Schrijfster bepaald aan tonnen gedacht te hebben. Waarom is de geschiedenis van Goliath zoo goed als verzwegen? Ook van de tooveres wordt niet gerept. Het boekje kan zijn nut hebben, waar het een aaneengeschakeld verhaal van Sauls lotgevallen en daden geeft. De eigenlijke strekking vinden we aan het slot: "In de gelijkenis van Saul zien we, dat het niet genoeg, is goed te beginnen. Men moet het goede blijven doen." Dat is ons te vaag. Wat is het goede? Hoe moeten wij in staat gesteld. worden dat te doen? De Schrijfster geeft bijna den indruk, dat wij uit onszelven daartoe in staat zijn. Dat had ze beter moeten laten uitkomen. Op blz. 11 staat een zinstorende fout. Saul wordt daar gebruikt voor Samuël. Ondanks de genoemde bezwaren, kunnen wij dit nummer uit deze Serie wel aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913 |