|
|
|
W.S. van Dam Bontje, druk 1, 64 blz. | G.K.C.B. 9 t.d.t. Een verhaal van 64 blz., over een weggeloopen geitje. Piet en Arnold koopen zonder medeweten der ouders een geitje. Ze zijn er mee verlegen en binden het in een boschje vast. Den volgenden dag is het verdwenen. Het had zich los gerukt en werd bij een boer opgenomen, waar 't een plaatsje op de bleek kreeg. De broertjes probeeren hun „eigendom" te herkrijgen, wat niet gelukt. Eindelijk vertellen ze uit angst alles aan hun ouders en alles komt terecht, ook Bontje, het geitje. De omslag is zeer fleurig; de binnenteekeningen zijn meerendeels matig. Het gegeven is onbeduidend, de gang der dingen niet zeer waarschijnlijk. De strekking is, dat kinderen voor hun ouders niets mogen verbergen, dat liegen zonde is en het gebed verhindert, omdat het dan niet uit een gehoorzaam hart opkomt. Deze goede strekking, echter met geringen evangeliseerenden inslag, kan o.i. het bovenvermeld tekort niet goedmaken. Gegeven en omvang staan niet in evenredigheid. Ofschoon we het boekje niet afkeuren, doen we gaarne onze keus uit het groote getal van veel betere, die ons ter beschikking staan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941 |