|
|
|
O.F. Walton Christoffels oude orgel, druk 1, 21 blz. | Ook kan ik geen gunstig oordeel uitspreken over de negen volgende werkjes: 1. "God verlaat Zijn kinderen niet", een kerstverhaal door J.C. Luitingh, 4de druk. Als geheel-onthoudingtraktaat voor ouderen zeer goed, acht ik het evenwel voor kinderen ongeschikt. Zoo ook 2. "De Heer verlaat de Zijnen niet", door Schöttelndreiër, 6de druk. 3. "Het lot inde klingelbuil", door J. de Liefde, 3de druk. Smakelijk wordt er in verteld, en de ontevreden vrouw, evenals haar vreedzame echtgenoot, worden goed geschetst, het spelen in de staatsloterij veroordeeld. De schrijver zegt wel; "Een verhaal voor de jeugd", doch wat is het, dat het daartoe stempelt? 4. "Wien God bewaart, is wel bewaard", door Betsy, 3de druk, wemelt van teksten en preeken. Gaarne hoor ik die op hun tijd, maar dan liefst uit den bijbel en van den preekstoel, maar niet als soepgroenten zwemmend in 't vleeschnat vaneen kinderverhaaltje. Mij dunkt er was veel beter werk van Betsy te herdrukken geweest, b.v. "God ziet mij", dat jammer genoeg uitverkocht is. 5. "Christoffels oude orgel", evenals 6. "Engeltje's Kerstfeest en Dotje", door Mevr. O.F. Walton; men geve zich echter eens de moeite deze twee werkjes, thans in een nieuw kleed en groot formaat uitgegeven, zelf door te lezen, of na te zien wat ik op blz. 210 van dezen jaargang van "Het Kind" over "Dotje" schreef. 7. "De dorpsveldwachter", een verhaal uit den watervloed van 1825, 2de druk, door J.F. Buisman, 8. "Waartoe groote rampen soms dienen moeten", 2de druk, door Wilha Riem Vis, over veenbrand in 1833, en 9 "Het gezegend Kerstfeest", een verhaal door Schöttelndreiër, 6de druk. De opzet, de gedachte is heel aardigde uitwerking slecht verzorgd. Och, dat gepreek is zoo gemakkelijk! Maar hoe best had nu eens beschreven kunnen worden, wat de meisjes deden. De schrijver zegt, dat hij kinderen kent, die wenschen iets voor anderen te doen, maar het bij dat wenschen laten en niets doen; maar wat deze meisjes nu eigenlijk wel doen, anders dan hun plan aan de ouders meêdeelen dat hooren we niet. We moeten ons maar tevreden stellen met te denken, dat eenige der kledingstukken, die op de tafel liggen, door de meisjes zelf zijn vervaardigd; want dat zou dan toch veel meer waarde hebben, dan al dat gekoop van den vader. Een weinig omgewerkt zou het een allerliefst en nuttig boekje kunnen worden. | Boekbeoordeling in Het Kind, 20-11-1909 Open Boekbeoordeling. |