|
|
|
T. Bokma De Indische oom, druk 1, 88 blz. | Dokter en Mevrouw Koenraads, van een baboe vergezeld, kwamen uit Indië terug naar 't Vaderland. De dokter wilde zijn broer, eigenaar eener groote boerderij onder Waarder, verrassen met zijn onverwachte terugkomst en had hem er daarom niets van geschreven. Met blijdschap werd de Indische familie ontvangen, terwijl inzonderheid de kinderen van den Waardenschen landbouwer zich hechten aan Oom, die zoo mooi vertellen kon en zulke prachtige geschenken meegebracht had. Het verblijf der doktersfamilie te Waarder was echter slechts tijdelijk. Oom vestigde zich te Holten in Overijsel, waar de kinderen in de volgende zomervacantie gaan logeeren. Het vervolg van 't verhaal is gewijd aan de ervaringen der kinderen in deze voor hen zoo aangename vacantie, doorgebracht ten huize van hun Indischen Oom. Taal en stijl zijn goed verzorgd: de verhaaltrant is bijzonder onderhoudend, soms zelfs boeiend, en voor de jeugd zeer bevattelijk. De uitvoering is goed. De twee plaatjes in kleurendruk onberispelijk, ja, artistiek. Het kartonnebandje met linnen rug maakt het boekje zeer aantrekkelijk. De Schrijver bedoelt klaarblijkelijk een stuk kinderleven uit te beelden en is o.i. daarin wel geslaagd. Voor kinderen van ongeveer 12-jarigen leeftijd achten wij het in menig opzicht een leerzaam boekje: vooreerst om de vermelding van enkele bijzonderheden uit het leven in Indië, vervolgens wijl ze zich onwillekeurig moeten oriënteeren in Holland en Overijsel en het verschil in bodem en leefwijze daarbij goed uitkomt, en eindelijk niet het minst om de karakterteekening van Gijs, den twaalfjarigen zoon van boer Koenraads. De deugd der voorzichtigheid wordt tot driemaal toe in 't licht gesteld; eerst, waar Gijs bij 't molenpad door 't ijs zakt en bijna verdrinkt; vervolgens, waar hij het ongeluk heeft een kostbaren Indischen schotel te breken; en later, als hij in Overijsel op boschachtig terrein een vuurtje gaat stoken. De waarheid van het Schriftwoord dringt zich daarbij telkens naar voren: "Wie zijn zonde belijdt en laat, zal barmhartigheid verkrijgen." Het boekje ademt een gezond Christelijken geest en zal, naar het ons voorkomt, met graagte door de jeugd gelezen worden. Een paar aanmerkingen mogen ons veroorloofd zijn. Te weinig komt de Eenige Naam, ter zaligheid gegeven, in dit alles uit. Wel legt de Auteur er den nadruk op, dat ook kinderen hun zonden belijden moeten, maar van de verzoening in Christus is geen sprake. Ook de beteekenis van het Kerstfeest verdwijnt te veel achter de prettige geschenken. Eenigszins vreemd doet 's dokters avontuurlijke reis van den Haag naar Woerden aan; waar toch van geen zuinigheidsmaatregel sprake kan zijn, gaat hij een uur door mist en duisternis te voet, en dat nog wel onder vele andere bezwarende omstandigheden. Voor Evangelisatie had dit boekje meer belijnd kunnen zijn. Wat het ware Christendom inhoudt in leven en in sterven, ook voor de kinderen, komt niet genoeg uit. Als aangename kinderlectuur kan het goeden dienst bewijzen, vooral om den vriendelijken toon, die er inheerscht, alsook om de goede verstandhouding der kinderen onderling. Er is voor de jeugd menig goede les uit te leeren. Wel aan te bevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1914 Open Jachin-boekbeoordelingen. |