Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



A. van der Flier

De Pyreneën over!, druk 1, 155 blz.
Dit verhaal, de lotgevallen vertellende van een Hollandsch officier, ook voorkomende in: »Uit bange dagen« van dezelfde Schrijfster, behandelt uit de historie van Spanje dat gedeelte, dat begint met den val van Karel IV en diens alvermogenden minister Godoy, en eindigt met de inscheping der Engelschen, bij wie de jonge Erfprins van Oranje, in de haven van Corunna (Januari 1809). De karakterteekening van den Colossus der 19de eeuw, zedelijk zoo klein; de wilde haat der Spanjaarden tegen de overweldigers, de ijdeltuiterij van Murat, de nulliteit van Jozef Bonaparte, de tocht in een sneeuwstorm over den Guadarrama is alles historisch getrouw en getuigt van meer dan oppervlakkige studie. Hoewel de stijl beter verzorgd is dan in »Uit bange dagen« zijn hier en daar nog wel enkele vlekjes aan te wijzen. Op blz. 144 staat in woorden 1793, terwijl 1795 wordt bedoeld. De auteur laat den Erfprins van Oranje in 1808 in Spanje zijn. Nu was hij van 2 April 1807 tot 10 April 1809 leerling aan de Militaire Academie te Berlijn. Eerst in Juni 1811 kwam hij op 't Pyreneesch schiereiland. Hij kan er in 't begin van 1809 kapitein Ter Horst dus niet ontmoeten. Jongens van 13 jaar en ouder zullen het boekje met graagte lezen. Het verdient dit dan ook. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911
A. van der Flier

De Pyreneën over!, druk 1, 155 blz.
Gecart. geïll. gekl. omsl. 4 zw. pl. Prijs 60 cent. Door de bekwame Schrijfster wordt hier gegeven "het verhaa1 van Napoleons tocht over de Pyreneën en zijn verovering van Spanje". Het boekje is aantrekkelijk door velerlei bijzondere ontmoetingen tusschen oude en nieuwe kennissen. 't Stelt de heerschzucht en de doortastendheid van den keizer der Franschen in het licht, alsmede de vrijheids- en vaderlandsliefde der Spanjaarden. Door de eigenlijke historie weeft de Schrijfster den draad van het leven van een zekeren officier Adolf Verhorst, een Nederlander, tegen wil en dank ordonnans van Keizer Napoleon. In keizerlijken dienst moet hij dwars door Spanje heen tot Cadix toe. Op die zeer avontuurlijke tochten valt hij in handen van roovers en wordt bevrijd door niemand minder dan den Erfprins van Oranje, komt in de macht der Engelschen, maar wordt vrijgelaten, om gestand te kunnen doen aan zijn woord van trouw aan Napoleon. De vorm is verdienstelijk in meer dan één opzicht. Deze auteur bezit het zeldzame voorrecht van uitmuntend Schrijver en uitmuntend Schilder te zijn. Deze beide completeeren elkaar, vormen een geheel. De heldere, levendige voorstelling die wij van haar gewoon zijn, wordt ook hier niet gemist. Met de correctie is in dit werkje eenigszins de hand gelicht. Wij noemen eenige fouten uit verscheidene: wie, in plaats van wien (bl. 6), den keizer (onderwerp, bl. 7), de broeder (le nv. bl. 15); een lange weg (4e nv. bl. 16); in groote haast (bl. 84); van mij, de keizer (bl. 88), etc. Wijl het lezen van goede boeken ook in grammatisch opzicht onzen kinderen tot leering moet strekken, behooren taalfouten zooveel mogelijk te worden vermeden. Doch bij een schoon costuum, schoon van vorm en kleedidee, blijft gij niet staren op eenige eigenaardige knoopjes. Of de wijze van dooreenvlechting van historie en fictie den lezers voldoen zal en bevorderlijk zal zijn aan het vestigen van een diepen indruk, is voor ons nog een open vraag. Misschien is het daardoor ook moeilijk, de strekking van het verhaal duidelijk aan te geven. Is het om den strijd voor de vrijheid te verheerlijken? Is het om de trouw aan het eens gegeven woord te roemen? Beschouwen wij het als een stuk van Spanjes geschiedenis, dan missen wij er in, de aanwijzing van de rechtvaardigheid Gods in het schrikkelijk strafgericht over dat land. Beschouwen wij het als een verhaal van de lotgevallen van Adolf Verhorst, dan valt er te weinig in, het licht der liefde en der genade des Verlossers. 't Godsdienstig standpunt inzake recht en vrijheid wordt met kracht gehandhaafd. De uitvoering is goed. De illustraties zijn bepaald treffend. 't Is een roosje in het bouquet, dat de Uitgever dit jaar weder aanbiedt. Met dit boek en een ander, dat D V. in het najaar van 1912 zal verschijnen, ontstaat dan een afgerond geheel. In een reeks van werkjes heeft Mej. Van der Flier den persoon van Napoleon geteekend. En geteekend met zwarte kool. Dat verdiende hij immers? Met vaste hand heeft de Schrijfster het rijk historisch materiaal beheerscht. Ook dit boek zal gretig worden gelezen. En er is veel uit te leeren. Wij bevelen het daarom gaarne aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911