Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Jan Veltman

De Vlaamsche scharenslijper, druk 1, 276 blz.
Persbeschouwingen over
DE VLAAMSCHE SCHARENSLIJPER.

De held van het verhaal is een eenvoudige boerenjonzen uit het land van Gezelle en Verriest; een uit velen, en goedhartig, en met zeldzamen aanleg begaafd en met geoorloofde, wijl bereikbare, toekomstidealen vervuld. Met noeste vlijt en energie bereikt hij de vervulling zijner wenschen, doch ontvangt er nog de rijkste geestelijke zegeningen bij. In een der Belgische hoofdsteden geraakt hij in kennis met de Evangelischen, en rijpt zoo van een ongeleerden tot een goed onderlegden belijder van Christus, als hoedanig hij echter niets van zijn aangeboren humor verliest. De schrijver heeft blijkbaar met de teekening van dezen held en van de goedigen Vlaamschen volksaard in de zoetvloeiende taal van dat land de bedoeling gehad liefde voor dit volk te wekken en voor zijn taal; en voor den Evangelisatiearbeid onder deze naieve zonen van Vlaanderen. Hij is er goed mee op de hoogte; en is door de inkleeding er in geslaagd den lezer van begin tot einde te boeien, en niet zelden weet hij met de weergeving van de leuke opmerkingen van zijn Vlamingen in hundeugden en ondeugden een gullen glimlach te ontlokken.
"De Zeeuw" van 10 Mei 1913

Ik heb in den regel geen tijd om dergelijke boeken te lezen, maar toen ik dit boek even inzag en een paar bladzijden gelezen had, kon ik het niet meer ongelezen op zijde leggen. Eer ik er over nadacht, had het mij heelemaal ingenomen en of ik genoten heb! En daar ik de toestanden in Vlaanderen eenigszins ken, moest ik voortdurend uitroepen: dat is echt, dat zijn spijkers met koppen, goed zoo!
Ja, Polleke de scharenslijper is goed geteekend,de schrijver heeft er alle eer van en hij, die dit boek geillustreerd heeft, is ook geen vreemde in 't vak, 't is alles echt Vlaamsch.
Maar wat vooral echt is, dat is Polleke's moeder. O, die goede, die ferme, eenvoudige, Vlaamsche vrouw, die in haar eenvoud, op katholieke wijze leeft in de vreeze des Heeren. Hoe heeft ze die vreeze Gods in haar kluchtigen zoon weten over te planten.
Pol wordt boerenknecht, hij is op de hoeve bemind. Pol wordt metser zonder het ooit te hebben geleerd, hij slaat er zich door en zijn baas en diens vrouw houden van hem. Pol wil tot zijn ideaal komen en zal tot elken prijs slijper worden want daar heeft hij van kindsbeen af lust in gehad. Eindelijk heeft hij geld genoeg om zich een nieuwen scharenslijperswagen te koopen, en dat doet hij. Zijn ideaal is reizen zonder dat het hem geld kost en dat kan hij als slijper. Hij zal Belgie, Holland en Frankrijk doortrekken al slijpende. Maar zijn wagen moet gewijd worden. Een schip wordt gewijd, de zee wordt gewijd, maar wie zal zijn wagen wijden? Dat zal hij zelf doen, dat zal hij doen door er het eerst van al de schaar en het mes van zijn godvreezende moeder op te slijpen. Want zijn moeder is voor hem de beste vrouw van de wereld.Zijn moeder sprak altijd van de H. Schrift en ze achtte het een groot geluk voor menschen, die dat boek konden lezen, maar noch zij, noch haar zoon hadden dat voorrecht. Wel had hij acht jaar bij de nonnekens naar school geweest, maar had daar niets geleerd dan speldewerk, om voor 't klooster wat te verdienen. Toch heeft hij, toen hij reeds slijper, barbier en tandentrekker was, leeren lezen en nog wel in 't Heilig Schrift zelf. 't Nieuwe Testament was nu zijn eerste leesboek.
Polleke was 'nen aardigaard, een echt type van een degelijk karakter, met tal van bochten er in.
"DE VLAAMSCHE SCHARENSLIJPER" is een frisch boek, de uitvoering laat niets te wenschen over. Heeft de schrijver zijn held soms wat sterk gekleurd, 't boek is er niet te minder om. 't Leest prettig en 't is alles echt naar het West-Vlaamsche leven geschetst. Ik heb het met veel genot gelezen en kan het aanbevelen aan oud en jong.
Felix Chrispeels, in het "Chr. Volksblad" van 24 Mei 1913.

Geen wonder, dat dit boek van Jan Veltman, weer zoo keurig met losgeteekende illustraties door G. F. Callenbach uitgegeven, mijn nieuwsgierigheid opwekte. Een boek uit een der Vlaanderen, waar eens mijn wieg stond. Een boek uit het Vlaanderen van Guido Gezelle; met zijn zachte, zangerige, slierige taal, het gewest met zijn zoo gemoedelijke bevolking. Het is goed geschreven. Wie Belgie, Vlaanderen kent, ziet de figuren. Het is uit 't leven genomen; zoo zijn de Vlamingen; zoo de West-Vlamingen; zoo zijn daar de roomschen; zoo zijn ze, die aan het Evangelie kennis krijgen ...
'k Hoorde ze, ik zag ze.'t Moet iemand zijn, die onder hen lang verkeerd heeft; die ervaring heeft opgedaan, zoodat hij weet hoe een Belg anders voelt dan een Hollander ; een geboren roomsche anders Rome's leer en dienst beziet dan een geboren protestant; een bekeerde roomsche al wat naar Rome overbuigt, verfoeit.
Zoo is het gesprek over het verkoopen of verbranden van een beeld van "Onze Lieve Vrouwe" zoo echt. Hoe de taal van Holland Vlamingen in de war kan brengen, zelfs 't fijne taalgevoel door 't Evangelie wordt gewerkt ziet men uit de opmerking van eenvoudigen doordat zij vergelijken de roomsche met de protestantsche bijbelvertaling
v. Schelven in "De Geldersche Kerkbode" van 17 Mei 1913.

Wie naar een roman zoekt, met pakkende intrigue en bevredigende ontknooping - die moet De Vlaamsche scharenslijper maar niet opnemen; maar wie een goed verteid verhaal nog genieten kan, voor dien is de scharenslijper een best boek. 't Geeft de heel simpele levensgeschiedenis van een man uit het Vlaamsche volk, zonder clou, zonder vinding en 't vertelt gewoon, zooals de scharensliep 't zelf zou gedaan hebben, maar die kon toch ook zoo best klappen! Die vertelling, al heeft ze niets kunstigs, is op zichzel toch wel interessant.
Een Vlaamsche jongen, niet van geest ontbloot, maar die "niet geleerd" is, - hij kan niet lezen - houdt veel van zijn moeder. En zijn moeder is de beste vrouw, die leeft. Niet alleen voor hem, ook voor U, lezer: zoo goed vertelt de heer Veltman van Pol Moerebeeke en zijn moeder. En hoe nu zoo'n onwetende, maar niet domme en vrome, maar Roomsche jongen, door de wereld komt, met vrede zijn brood verdient, christen met de daad zich toont en dan - het is goed gezien van den schrijver - protestant wordt, hoe hij, tot haar laatsten stond, de vreugd is van zijn moeder en een zegen voor alien, met wie hij in aanraking komt - vertelt de heer Veltman zoo natuurlijk, met zoveel fijne opmerkingen en gezonden humor, dat het een genot is zijn boek te lezen.
R. in "De Jonggelingsbode" van 13 Me1 1913Een frisch boek vol geest en waarheid. Wat is het Vlaamsch, waarin dit boek geschreven is, een pootige, levendige taal, vol humor en verbeelding.
De schrijver teekent (waarschijnlijk uit eigen aanschouwing) den overgang van den Vlaamschen scharenslijper (echte man uit het volk) van het Katholicisme naar het Protestantisme. Ook afgedacht van de literaire bekoring heeft dit boek psychologische beteekenis.,br>Hoewel wij gaarne hier en daar een uitdrukking anders gezien hadden, en ook de beschouwing, die hier aangaande de Kerk geimporteerd wordt, ons zeer bedenkelijk voorkomt, danken wij den schrijver voor, en feliciteere wij de uitgever met dit boek.
"De Amsterdammer" van 27 Mei 1913

Ziehier een in vele opzichten mooi boek,leerzaam, aantrekkelijk; goed geschreven voor een deel in vloeiende Vlaamsch. De geschiedenis van dezen scharenslijper brengt een type van 't eenvoudige Vlaamsche volk naar voren, met vaak nogal zonderlinge begrippen, maar eerlijk en oprecht van gemoed. Er wordt verteld, en dat met meesterschap, hoe Polle, de scharensliep, aan zijn slijperswagen kwam en er mee reisde. Wat hij alzoo ondervond; hoe hij kennis maakte met het Woord Gods en welke gevolgen dat had. 't Wordt zoo eenvoudig verteld, dat ge de geschiedenis heel gewoon gaat vinden en haar toch tot het einde toe wilt uitlezen. Men gaat van den eenvoudigen, trouwen kerel houden, en leert de groote waarde inzien die de prediking van Gods Woord onder deze eenvoudigen van hart onder den zegen des Heeren hebben moet. De vertelling is boeiend in hooge mate, en Isings heeft er keurige, fijne plaatjes bij geteekend, die een versiering van het boek zijn.
"De Standaard" van 24 Mei 1913.

Het is een bijzonder mooi boek dat men met groot genoegen leest. Het is vol echten, gezonden humor, en van eenvoudige vroomheid, verre van alle dogmatisme. Het Christendom ligt er niet op ; het zit er in. De held van dit boek is een zeer aantrekkelijk figuur. En de wereld, waarin het ons voert, zal aan vele lezers onbekend zijn. Men slaat hier een blik in het Vlaamsche leven en in het werk van de Protestanten, die in het Roomsche Vlaanderen pogen het Evangelie te verkondigen. Dit boek is zeer aanbevelenswaardige lectuur.
J. H. in "De Nederlandsche Kerkbode" van 30 Mei 1913.

Een mooi boek, waarin men 't eenvoudige Vlaamsche volksleven geheel medeleeft. De kinderlijke eenvoud en gulle vroolijkheid van den hoofdpersoon Pol Moerebeeke, nemen ieder voor hem in, en hij is wel een treffend voorbeeld van den zegen der Evangelisatie in Vlaanderen. Het is een fijn, humoristisch boek, waarvan 't aantrekkelijke door de illustraties nog zeer wordt verhoogd, en dat een ieder van harte ter kennismaking zij aanbevoien.
"Pniel" van 31 Mei 1913.

De scharenslijper is een echt man uit het volk, oprecht en eerlijk. Op boeiende wijs wordt verteld, hoe Polle aan zijn slijpwagen kwam, er mee reisde, hoe hij het Evangelie leerde kennen en wat daaruit voortvloeide. Het boek, blijkbaar geschreven door iemand die land en volk goed kent en ten deele in mooi Vlaamsch schrijft, heeft iets eigenaardigs, vooral voor Noord-Nederlanders. Alleraardigst zijn tooneeltjes als b.v. dat van den trouwdag. Vooral doet het boek zien, wat zegen de prediking van het Evangelie brengt aan de eenvoudigen die luisteren willen. Men leert ook het Vlaamsche volk van nabij kennen, dat vooral thans zoozeer de aandacht verdient. Niet alleen een boeiend, maar ook een goed boek gaf de heer Veltman, die tevens zich op een veld beweegt door Noord-Nederlanders nog weinig betreden. De heer Isings sierde het met tien mooie platen. Het geheele boek ziet er aantrekkelijk uit.
A. J. H(oogenbirk) in "Bloesem en Vrucht" van Juni 1913.......thuis als weinige Hollanders in Vlaanderen, waar hij jarenlang evangeliseerde, heeft hij in een door Isings fijntjes geillustreerde levensschets het beeld geteekend van een Vlaamschen scharenslijper, die wel twaalf ambachten, maar geen dertien ongelukken gekend heeft.
De eersteling blijve geen eenling. De heer Veltman kan zien, en wat hij ziet, z u i v e r reflexeeren. Dat leert ons dit boek, dat we, - ook om de strekking - een aanwinst voor de Christ. Bibliotheek (in algemeenen zin) durven noemen.
"De Nederlander" van 12 Juni 1913.

Een bij uitstek mooi boek, vol echt leven, een boek dat elk oogenblik noopt tot een gullen lach om den vroolijken Pol, maar toch niet minder een ernstig boek, waarin ons de Evangelisatie onder de Roomschen in Belgie treffend - neem dit woord wat letterlijk - geteekend wordt. Zonder voorbehoud aanbevolen.
K. W(ielemaker) in "De school met den Bijbel" van 19 Juni 1913.

Wie 't Vlaamsche volksleven, in zijn kinderlijken eenvoud en kostelijken humor wil leeren kennen, verzuime niet beams to maken met de geschiedenis van Pol, den scharensliiper.Hij zal er tevens een welsprekend pleidooi in vinden voor den Evangelisatiearbeid onder de Vlamingen. Die maakte van Pol, wat hij aan 't eind van dit verhaal is, een oprecht geloovige, die 't zeggen kon: "Als de menschen wisten. hoe rijke 't Evangelie ze maakte, ze zouden 't met herte en handen grijpen en vasthouden als 't beste, dat er, voor den tijd en de eeuwigheid, op de wereld bestaat!"
't Boek is bijzonder mooi geillustreerd door Isings, wat niet weinig de waarde van dit werk verhoogt.We hopen, dat de Schrijver 't niet bij deze eerie proeve van zijn kunst zal laten. De perzik smaakt naar meer.
"Doetinchemsch Weekblad" van 20 Juni 1913.

Wij hebben hier een levendig geschreven boek; de figuur van Pol Moerebeeke, de hoofdpersoon, van wien degenen, die hem weinig kenden, zich afvroegen of hij "zot" was, totdat men hem in de oogen zag, "die oogen, die konden lachen en weenen, prijzen en laken, smeeken en vloeken, lofzingen en schelden, vragen en antwoorden, gelooven en twijfelen," is goed geteekend. Pol is een braaf mensch, die trouw zijn godsdienstplichten waarneemt, maar op wien de mystiek der R. K. kerk blijkbaar weinig vat heeft. Op zeer natuurlijke wijze wordt ons dan ook zijn overgang tot "het Evangelie" (het Protestantisme) geteekend. En zijn tijdelijke bevlieging voor het Leger des Heils, of "Heilige Leger" zooals hij zeide, is met een karakter als het zijne ook begrijpelijk. Toch, ondanks zijn vele eigenaardigheden, meent Pol het goed; hij is een discipel die 't Evangelie geen oneer aandoet. Het boek is blijkbaar geschreven door iemand, die de Vlaamsche toestanden en 't Vlaamsche volk door en door kent, en goed op de hoogte is van de "wonderzoete Vlaamsche sprake". Het is bovendien doordrongen van gezonden humor, men leze slechts op bl. 268 het daar gegeven staaltje van Pot's paedagogiek! De inteekenaren op Callenbach's bibliotheek zullen met dit boek tevreden zijn.
F. v. d. B(orch) v. V(erwolde) in "Onze jonge meisjes" van 1 Juli 1913.

Een prettig, een kostelijk boek. 't Is vol fijne teekening, vol Vlaamschen humor, vol passages, die we zouden willen afschrijven, om to laten zien dat het waar is wat we zeggen. Maar vooral heeft het waarde, omdat het in Pol Moerebeeke laat zien dat het Evangelie een kracht Gods tot zaligheid is.
"De Zondagsbode van Schiedam."

Een frisch boek, vol Vlaamsche leute gaf Veltman. Echter niet alleen geestig en onderhoudend, ook religieus in de goede, ware beteekenis.
"Kerkelijk Weekblad" van 9 Augustus 1913.
Wij hopen dat deze Schrijver ons nog meer van dit soort zal geven.
Omschrijving inhoud in boek