|
|
|
M.A.M. Renes-Boldingh De blauwe bende, druk 1, 191 blz. | G.K.C.O. (Cart. band). 12 t.d.t. Wij hebben dit prachtige boek (helaas met een minder mooien titel) met onverdeelde aandacht gelezen. De bekwame auteur combineert hier twee gegevens op meesterlijke wijze: ze beschrijft het gezellige clubleven van een stel echte jongens, maar dan in de exotische omgeving van Batak-land in den omtrek van een zendingspost. Het mooie van deze combinatie is, dat er geen maakwerk is ontstaan, maar integendeel iets, dat ongemeen boeit. De Blauwe Bende is het clubje kampeerders, wier lotgevallen worden vermeld. Van de ontmoeting met den jongen zendingsdokter Muller gaat een levenvernieuwende kracht op de jongens uit. Ze heeten voortaan de Club der Blauwen, en de leider leert hun liefde tot God en liefde tot den naaste. Dat komt vooral aan het licht, als Flipje, een vloeker, noodgedwo-gen op hun Christelijke school leerling wordt. Ze winnen hem tenslotte door toegenegenheid. Heel mooi is de verontwaardiging geschilderd, waarmee ze eerst den vloeker om zijn vloeken te lijf zijn gegaan. Na allerlei avonturen wordt Flipje in de club opgenomen. Het zeer gevarieerd verhaal, zoo aantrekkelijk door de vreemde omgeving met al haar verrassingen van woud en vulkaan, van waterval en grot, eindigt met het huwelijk van den dokter, waarbij de clubleden, zijn vrienden, een eereplaats hebben. We zijn overtuigd, dat dit boek er grif zal ingaan. De schrijfster verstaat de kunst, diepe Christelijke gedachten onopzettelijk te weven door de vertelling heen. De geschiedenis van Zendeling Nommensen en diens geloofsmoed loopt er dóór als een gouden draad. Prachtig is de figuur van den dokter, den echten toegewijden Christen van de praktijk. We zouden echter één wensch hebben, n.l. dat bij den tweeden druk die zeker spoedig volgen zal, méér licht valle op Christus zelf, als verzoener van zonde en schuld. In heel dit boek wordt Gods genade welsprekend geprezen, maar te weinig valt het accent erop, dat. deze genade betoond wordt om Christus' wil. We hebben overigens voor dit dikke boek veel lof. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938 |
M.A.M. Renes-Boldingh De blauwe bende, druk 2, 196 blz. | G.K.C.O. (Cart. band). 12 t.d.t. Wij hebben dit prachtige boek (helaas met een minder mooien titel) met onverdeelde aandacht gelezen. De bekwame auteur combineert hier twee gegevens op meesterlijke wijze: ze beschrijft het gezellige clubleven van een stel echte jongens, maar dan in de exotische omgeving van Batak-land in den omtrek van een zendingspost. Het mooie van deze combinatie is, dat er geen maakwerk is ontstaan, maar integendeel iets, dat ongemeen boeit. De Blauwe Bende is het clubje kampeerders, wier lotgevallen worden vermeld. Van de ontmoeting met den jongen zendingsdokter Muller gaat een levenvernieuwende kracht op de jongens uit. Ze heeten voortaan de Club der Blauwen, en de leider leert hun liefde tot God en liefde tot den naaste. Dat komt vooral aan het licht, als Flipje, een vloeker, noodgedwongen op hun Christelijke school leerling wordt. Ze winnen hem tenslotte door toegenegenheid. Heel mooi is de verontwaardiging geschilderd, waarmee ze eerst den vloeker om zijn vloeken te lijf zijn gegaan. Na allerlei avonturen wordt Flipje in de club opgenomen. Het zeer gevarieerd verhaal, zoo aantrekkelijk door de vreemde omgeving met al haar verrassingen van woud en vulkaan, van waterval en grot, eindigt met het huwelijk van den dokter, waarbij de clubleden, zijn vrienden, een eereplaats hebben. We zijn overtuigd, dat dit boek er grif zal ingaan. De schrijfster verstaat de kunst, diepe Christelijke gedachten onopzettelijk te weven door de vertelling heen. De geschiedenis van Zendeling Nommensen en diens geloofsmoed loopt er dóór als een gouden draad. Prachtig is de figuur van den dokter, den echten toegewijden Christen van de praktijk. We zouden echter één wensch hebben, nl. dat bij den derden druk méér licht valle op Christus zelf, als verzoener van zonde en schuld. In heel dit boek wordt Gods genade welsprekend geprezen, maar te weinig valt het accent erop, dat deze genade betoond wordt om Christus' wil. We hebben overigens voor dit dikke boek veel lof. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940 |