|
|
|
Ida Keller De bloem op de rots, druk 1, 77 blz. | In dit eenvoudig verhaaltje worden 's Heeren leidingen beschreven, zooals die uitkomen in het leven van een kind, dat alleen uit een schipbreuk wordt gered. Waarom werd zij alleen gespaard? Hiermede had God zijn wijze bedoeling. Het leven van Viola Drummond werd één toewijding in het donkerste Londen, om daar in gezelschap van Ds. Craig en Ian Haller het licht en de warmte van het Evangelie te verspreiden. Eén aanmerking zouden we willen maken: het leven der kinderen Ian en Viola lijkt wat onnatuurlijk. Overigens is het boekje aan te bevelen voor kinderen, vooral voor meisjes, van 12-14 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1913 |
Ida Keller De bloem op de rots, druk 1, 77 blz. | Geïll. omslag. Gecartonneerd. 1 gekl. en 2 zwarte plaatjes. Prijs 40 ct. "De bloem" is een kind, dat in de armen van de moeder uit zee was aangespoeld, na een stormachtigen nacht, waarin een schip op de Schotsche kusten was vergaan. De moeder werd als lijk gevonden door eenige visschers, die het nog levende kind aanvaardden als hun van God gegeven. Omdat het op een rots gevonden was, noemden ze het "de bloem van de rots". Het kleine meisje wordt door een der visschers in huis genomen, terwijl de anderen mee haar opvoeding bekostigen. De oude grootmoeder, waar ze in huis is, voedt haar Godvreezend en verstandig op en ziet haar nog tien jaar worden; het kind was een maand of drie toen het gered werd. Op veertienjarigen leeftijd verliest ze haar pleegvader en, op een na, al haar redders, die haar "voogden" waren. Zij staat alleen op de wereld. Maar zij volgt den raad op van haar ouden dominee, die een verpleegster in haar heeft gezien, en gaat naar Londen, waar zij gediplomeerd wordt en zeer nuttig werkzaam is. Niet natuurlijk vinden wij het, dat een jongen van veertien jaar, na den dood van zijn grootvader, maar alleen in zijn hut blijft wonen, zonder eenige verzorging. (blz. 47.) Dat de naam Jan met een I en niet met een J geschreven wordt, maakt een vreemden indruk. Het begin en het slot van dit verhaal geven feiten van beteekenis, doch in het midden is wel wat veel bijwerk ten einde de gedachte uit te spinnen tot een verhaal. Al is de inhoud daardoor minder rijk, de hoofdgedachte is toch belangrijk. Het geheele verhaal laat duidelijk zien, de genadige zorg des Heeren voor de verlatenen en de groote beteekenis van de ware vreeze Gods. De verhaaltrant is zeer eenvoudig en daardoor aantrekkelijk. Taal en stijl zijn goed verzorgd. Geheel de uitvoering van dit boekje is netjes. Een lief bloempje voor den kindertuin is het. De illustraties zijn van Geerling, die doorgaans aardig leven weet te brengen in zijn schetsjes, ook in deze. Ook de onderschriften dragen daartoe aanmerkelijk bij. En de strekking is alleszins uitnemend. Als we ons leven tot Gods eer en in Zijn dienst besteden, krijgt het eerst de rechte waarde. Hier is een vondelinge, die blijkens de kleertjes, welke zij aanhad, uit den geringen stand was. Ze heeft nooit geweten, wie haar vader of moeder waren, maar ze had lust, om een werkzaam leven te leiden, tot nut van den naaste, tot eer des Heeren. Zoo had haar leven waarde. Zelfs de eenzame bloem op de rots bloeit tot Gods eer. Om deze schoone gedachte en ook overigens om den Christelijken inhoud, kan dit boekje onbepaald aanbevolen worden. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913 |
Ida Keller De bloem op de rots, druk 2, 77 blz. | G. K. C. 0. 1 k. p., 1 z. p. 80 cent. "De bloem" is een kind, dat in de armen van de moeder uit zee was aangespoeld, na een stormachtigen nacht, waarin een schip op de Schotsche kusten was vergaan. Het lijk der moeder is gevonden door eenige visschers, die het nog levende kind aanvaarden als van God gegeven. Omdat het op een rots gevonden is, noemen ze het "de bloem van det rots". Het kleine meisje wordt door een van hen in huis genomen, terwijl de anderen mee haar opvoeding bekostigen. De oude grootmoeder, waar ze in huis is, voedt haar Godvreezend en verstandig op en ziet haar nog 10 jaar worden; het kind was drie maanden toen het werd gered. Op veertienjarigen leeftijd verliest ze haar pleegvader en, op een na, al haar redders, die haar "voogden" waren. Zij staat alleen op de wereld. Maar zij volgt der raad op van haar ouden Dominée, die een verpleegster in haar heeft gezien, en gaat naar Londen, waar zij gediplomeerd wordt en zeer nuttig werkzaam is. Niet natuurlijk vinden wij het, dat een jongen van 14 jaar, na den dood van zijn grootvader, maar alleen in zijn hut blijft wonen, zonder eenige verzorging. Dat de naam Jan met een I en niet met een J geschreven wordt, maakt eer vreemden indruk. Het begin en het slot van dit verhaal geven feiten van beteekenis, doch in het midden is wat veel bijwerk, ten einde de gedachte uit te spinnen tot een verhaal. Al is de inhoud daardoor minder rijk, de hoofdgedachte is toch belangrijk. Het geheele verhaal laat duidelijk zien de genadige zorg des Heeren voor de verlatenen en de groote beteekenis van de ware vreeze Gods. De verhaaltrant is zeer eenvoudig, maar de gesprekken volstrekt boekentaal. Taal en stijl zijn goed verzorgd. Geheel de uitvoering van dit boekje is netjes. De illustraties zijn van Henk Poeder. De strekking is alleszins uitnemend. Als we ons leven tot Gods eer en in Zijn dienst besteden, krijgt het eerst de rechte waarde. Om deze sohoone gedachte en ook overigens om den Christelijken inhoud, kan dit boekje aanbevolen worden. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1929 |