|
|
|
A.J. Hoogenbirk De burgemeester en zijn vijand, druk 1, 54 blz. | Wouter de Regt was reeds als schooljongen oppassend, zuinig, nauwkeurig. Later werd hij boer en volgde zijn vader als burgemeester op. Diezelfde deugden bleven hem sieren. Hij leefde echter alleen voor deze wereld. Door het gevangennemen van een smokkelaar haalde hij zich den haat van diens oudsten zoon op den hals, die zijn vader wreekte o.m. door den burgemeester op de spoorlijn te lokken, waar deze aangereden, doch niet gedood werd. Zijn ziekte bracht winst voor zijn hart; ook zijn vijand Frits begon "een beter leven." De trant van Hoogenbirk is bekend genoeg. Ook dit boekje wijkt hiervan niet af. Maar 't is boekentaal, zelfs in gesprekken, wat droog en langdradig. De punctuatie is slordig. De stijl is niet wel verzorgd. Wij zijn dat van dezen patriarch onder de auteurs van kinderlectuur niet gewoon. Een verdienste is, dat hier niet alleen vroom gepraat, doch ook godvruchtig gehandeld wordt. Daartegenover staat, dat de tegenstelling zonde en genade niet voldoende tot haar recht komt. De strekking is: Geen mensch is zoo slecht, of Gods genade kan hem veranderen. Wij kunnen dit boekje wel aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1917 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
A.J. Hoogenbirk De burgemeester en zijn vijand, druk 1, 54 blz. | De hoofdpersoon is Wouter de Regt, burgemeester van een niet nader aangeduid dorp. Reeds als kind zoekt hij uit alles winst te maken, verzamelt en ordent alles, wat hij vindt, en dat nog van eenig nut kan zijn. Altijd is hij kalm en bedachtzaam, en bewaart hij zijn tegenwoordigheid van geest. Liefde tot God en Zijn dienst kent hij echter niet. Als hoofd der politie treedt hij streng op tegen één der dorpsbewoners, die als smokkelaar, wilddief, speelman enz. den kost verdient, of van de openbáre liefdadigheid leeft. Het van jongs af geoefende talent, om op alle kleinigheden acht te geven, stelt hem in staat, den smokkelaar in zijn huis op te sporen en de bewijzen zijner schuld aan den dag te brengen. Bij zijn gevangenneming draagt de smokkelaar zijn oudsten zoon op, hem op den Burgemeester te wreken. Deze voldoet daaraan. Hij achtervolgt en kwelt dezen onophoudelijk, en weet hem ten slotte voor een naderenden trein te lokken, die den Burgerheester zeker zou hebben verpletterd, als de machinist door krachtig remmen het ongeluk niet had weten te voorkomen. De boer De Regt krijgt van schrik een beroerte, doch herstelt, en is dan een ander mensch geworden, wat o. a. ook blijkt uit de wijze, waarop hij voortaan optreedt tegen menschen, die met het gerecht in aanraking komen. Het boekje laat zich prettig lezen. Taal en stijl zijn goed. Het is aantebevelen voor kinderen van 10 tot 12 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1917 |