|
|
|
|
| Theod. André Jr. De dikke, druk 1, 54 blz. | Gerrit Vink is een beste jongen. Alleen is het jammer, dat hij zoo vaak liegt. Niet van die vreeselijke leugens zijn het; alleen maar van die jokkentjes om bestwil. Zijn onderwijzer heeft hem er meermalen op betrapt en dan met vriendelijke woorden getracht dat kwaad te overwinnen. - Maar Gerrit blijft ondanks alle goede voornemens, zijn fout behouden._ Als hij een paar maal zijn aardrijkskunde niet geleerd heeft, bedenkt hij een uitvluchtje; hij moet naar den dokter, hij voelt zich niet goed enz. Maar eindelijk komt alles uit en nu spreekt meester nog eens met hem en wijst hem op het lot van Gehazi, den knecht van Elisa, die zich met zijn liegen zulk een ontzettende straf bezorgde. Snikkend bekend nu De Dikke" zijn fout, niet alleen tegenover zijn onderwijzer en zijn vader, maar ook tegenover God en smeekt hij om een nieuw hart. Tien zwarte plaatjes in den tekst, goede druk; aanbevolen. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1921 |