Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Johanna

De gestolen konijntjes, druk 2, 48 blz.
Geïll. omslag in kleuren. 1 gekleurd en een zwart plaatje en 3 teekeningen tusschen den tekst. Prijs 25 ct. Een mooi verhaal voor jongens van acht tot tien jaar. Frits en Frans, twee broertjes zinn de gelukkige bezitters van een mooi konijnenhok en 3 lieve konijntjes. In een donkeren najaarsnacht worden de diertjes door Arie van den Goes (een weesjongen, die door een slechten oom op den verkeerden weg is gebracht) gestolen. Welk een verdriet voor de jongens! Het volgend voorjaar zullen ze voor hun eigen geld weer konijntjes koopen. Zij besteden echter het daarvoor bestemde geld, om Arie de schade te helpen vergoeden van een ramp. Zoo winnen ze de liefde van den goddeloozen knaap. Door bemoeiïngen van de ouders der beide broertjes komt Arie in een inrichting voor verwaarloosde knapen. Onder den zegen des Heeren wordt de dief een eerlijk winkelier, een oprecht Christen. Het is wel wat onnatuurlijk en onwaarschijnlijk, dat jongens van 10 en 11 jaar, het geld, dat voor den aankoop van iets anders bestemd was, aan hun vijand geven, zonder aansporing van anderen. Ongetwijfeld kan ook een kind van 10 jaar van den Heiland getuigen, maar de wijze, waarop Frans dit doet op bladz. 43 gaat boven den toon van een kind. De uitdrukking: "Niemand spreekt hem ooit over den Zaligmaker, die hem liefheeft en zijn hart wil reinigen en vernieuwen" (bladz. 11), riekt naar alge- meene verzoening. Op bladz. 47 lezen wij: "Hij bedroog geen enkele goede verwachting". Deze uitspraak is ten opzichte van een verouderden vagebond kras genoeg. Het woord "sakkerloot" (bladz. 29) moest zijn gemeden. Dit verhaal stelt den jongen lezers helder voor oogen, den zegen eener Christelijke opvoeding; op welken hoogen prijs deze ook door kinderen moet worden gesteld en wat zij vermag onder Gods zegen ten behoeve van verwaarloosde medekinderen. Het woord des Heilands: "Hebt uwe vijanden lief" wordt door de beide broeders in beoefening gebracht. De noodzakelijkheid van Christus' verzoenend sterven komt in dit verhaal helder uit. We bevelen dit boekje gaarne aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1912

Johanna

De gestolen konijntjes, druk 2, 48 blz.
Frans en Frits, twee aardige kleine jongens, krijgen op hun verjaardag konijntjes. Het hok werd gezet achter in den tuin, die door een muur is afgesloten van een achterbuurt. Daar woont een bedeljongen, die bij zijn oom, een dronkaard, een slecht leven heeft en voor dronkenschap en diefstal opgroeit. Als de konijnen groot zijn, worden ze door dezen Arie gestolen en verkocht. Allen begrijpen dadelijk, dat Arie de dief moet zijn. Frans en Frits zijn erg bedroefd. Moeder doet haar best, het wraakgevoel, dat bij haar kinderen opkomt, tegen te gaan en betere gedachten in hen te wekken. Dat dit pogen gezegend is, blijkt weldra, want als de jongens op zekeren dag nieuwe konijntjes zullen gaan koopen, ontmoeten zij Arie, die luchtballons verkoopt en door een ongeluk al zijn ballons in de lucht ziet vliegen. Frans wil het eerst Arie helpen met zijn eigen dubbeltjes. Dat doet hij ook en haalt nog bovendien geld op in zijn pet. Nu geeft Frits ook zijn dubbeltjes. Arie is beschaamd. Hij heeft spijt van zijn diefstal. De kinderen komen thuis en vader en moeder zijn blij; dat ze zóó hebben gedaan. Moeder zou Arie wel willen helpen. Bij een nieuwe ontmoeting nemen Frans en Frits Arie mee naar huis. Er wordt voor den jongen gezorgd en uit den bedelaar en dief groeit onder Gods zegen een flinke winkelier, die met dank erkent, hoe Frans en Frits met hun eigen geld hem hebben geholpen, maar ook, hoe God zijn eigen Zoon gaf voor arme zondaars zooals hij. Wij vinden dit een lief verhaaltje, dat we om zijn strekking gaarne jongens en meisjes van 10 tot 15 jaar ter lezing zouden geven, indien de onnatuur er o. i. niet te dik op lag. Immers een jongen van 10 jaar spreekt niet tegen een straatjongen zooals Frans op blz. 39. Overleggingen als op blz. 41 bij tien- en elf-jarigen, terwijl ze op straat staan tegenover den jongen, die hun konijnen stal, komen wat ongelooflijk voor; en wat Frans daar verder zegt, geeft aanleiding tot dezelfde opmerking. En dan de preek van Frans op blz. 42 en 43! 't is of men Stijntje Doorzicht uif Sara Burgerhart hoort! En moeder maakt het niet beter, als ze het op blz. 45 en 46 heeft over brave zoontjes. Om deze reden kan het boekje niet aanbevolen worden. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1912