|
|
|
P. de Zeeuw J.Gzn. De goudstukken van meester Jobse, druk 1, 95 blz. | prijs f 1,95 in slappe omslag; jongens- en meisjesboek, vooral jongens 10-13 j. Inhoud: Een spannend verhaal uit het begin van de 80-jarige oorlog in Zierikzee. Het bestuur van de stad wil een Spaanse bezetting toelaten, maar onder leiding van kapitein Kaarsemaker verzetten de vissers zich hiertegen. De goudstukken van meester Jobse, die hij ontving van Spaansgezinden om mensen om te kopen de zijde van de Spanjaarden te kiezen, komen tenslotte ten goede aan de weduwe van Jan Lieven, een dapper man, die bij het overbrengen van een boodschap, achtervolgd door Spanjaarden, verdronk. Conclusie: Een boek zoals de Zeeuw er vele heeft geschreven. Taal en stijl behoorlijk. Strekking: godsdienstig, historisch en opvoedkundig. Eindoordeel: aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1967 Open Boekbeoordeling. |
P. de Zeeuw J.Gzn. De goudstukken van meester Jobse, druk 2, 94 blz. | De goudstukken van meester Jobse speelt in die periode in onze historie die bij ons bekend is geworden als de 'Tachtigjarige Oorlog' en in de Spaanse geschiedenisboekjes waarschijnlijk is afgedaan als `troebelen in de Lage Landen'. Maar hoe het ook zij : de protestanten hadden het er moeilijk genoeg mee. Koning Filips II was nu eenmaal niet dol op wat hij 'ketters' noemde en stuurde zijn troepen om orde op zaken te stellen in die rebelse gewesten. Holland was verscheurd, zoals vaker gaat in een land waar religies botsen. Zelfs op de school van meester Jobse was het al niet beter. Als kemphanen stonden de leerlingen tegenover elkaar. De een was voor de Geuzen, de ander voor de Spanjaarden, al naar gelang hun godsdienstige achtergrond en de opvattingen van hun vader. Chris Lieven was fel tegen de Spanjaarden, want "zijn grote vaderlandsliefde had hij van zijn vader geerfd." Uit dien hoofde meent hij dan ook zijn klasgenoot, Leen Lokker, 'die Spanjolenvriend,' te mogen aftuigen. Meester komt er tussen. De beide partijen worden gehoord. Chris is razend: "Hij vertelt dat we hier in Zierikzee Spaanse bezetting krijgen en dat vindt het monster nog mooi ook." "Meester blijft kalm. "En wat zou dat nog Chris?"" De mond van Chris viel open van schrik. Was meester Jobse ook een Spanjolenvriend? Maar dan werd het toch al te erg. "Hebt U daar soms ook schik om?" vroeg hij brutaal." "Ik denk dat het hard nodig is. De Geuzen beginnen teveel lawaai te maken en de koning zal straks ons hele volk ervoor straffen." Maar nu was voor Chris de maat volgemeten. Hij sprong overeind, liet Leen los en schreeuwde: "Jongens, horen jullie dat? Meester Jobse houdt het met de Spanjaarden! Misschien is hij wel een stille verklikker. Wie gaat er mee, dan lopen we weg!" "Voor meester is de maat nu ook vol. Chris krijgt een fikse portie billekoek, want meester is lang niet mals. Gelukkig voor Chris komt aan de tuchtiging een eind als een lid van de vroedschap van Zierikzee in het schoollokaal verschijnt. Hij moet meester dringend spreken. Chris wordt afgevoerd naar het turfhok en de klas mag naar huis. Terwijl Chris daar zit, kan hij een gesprek afluisteren tussen meester en de heer Baltensz. Dat bevestigt zijn ernstigste vermoedens. De heren zijn niet alleen Spaansgezind, het zijn landverraders, en meester Jobse kreeg geld om mensen voor de vijand te winnen... De beide mannen vertrekken; meester heeft Chris in het turfhok vergeten. Het kanChris niet zoveel schelen. Hij heeft nog wat voor meester in petto. Hij gaat de deur barricaderen zodat meester er niet meer in kan. Ontvluchten kan hij wel door het raampje. Vol ijver maakt Chris een hoge turfberg voor de deur, maar als hij de laatste turven opraapt, vindt hij een zakje met goudstukken. Vijfentwintig goudstukken. Die heeft meester daar verstopt. Het is een ongehoord kapitaal. Zoveel verdient een simpel schoolmeestertje toch nooit? Chris denkt na; het is duidelijk dat dit het geld is waar de mannen over praatten. Dit is het geld dat Jobse is aangeboden door de vroedschap. Hij moet er mensen mee omkopen. "Hier hield hij een zakje met vijfentwintig goudstukken in de hand,waarvoor meester Jobse zijn stad Zierikzee aan de Spanjaarden moest verkopen." Chris denkt niet lang na, en al helemaal niet over de eventuele gevolgen. Hij besluit het goud te verdonkeremanen. Op deze wijze meent hij en wraak op meester Jobse te nemen en een goede vaderlandse daad te plegen. P. de Zeeuw J. Gzn., (1890-1968) was een ijverig en toegewijd auteur. Zijn oeuvre was bewonderenswaardig: meer dan 200 titels staan op zijn naam. De Zeeuw was onderwijzer, hoofd van een christelijke school, die van het principe uitging dat het 'nuttige met het aangename' kon worden verenigd. Hij was schoolmeester in hart en nieren en straalde dat uit. Van zijn hand verschenen een dozijn deeltjes van de serie Bonte Bloemen, leesboekjes voor het christelijk lager onderwijs. Van 1935 tot 1942 (totdat het door de Duitse bezetter verboden werd) redigeerde hij het christelijkejeugdtijdschrift Vrij en Blij, dat overigens na 1949 weer onder zijn redactie kwam. Zijn grootste bekendheid kreeg hij met de serie Oud Goud, niet al te dikke, prettig leesbare jeugdbewerkingen van beroemde klassieke verhalen en biografieen van historische figuren. De Zeeuw had een voorliefde voor de geschiedenis, in het bijzonder bezien door de protestants-christelijke bril. Veel van zijn leerzame jeugdboeken gingen over de reformatie, de strijders voor het protestantisme, zoals Willem van Oranje, en martelaren voor dit geloof. Pieter de Zeeuw wist een spannend verhaal op te dissen en een boeiend stukje geschiedenis te vermengen met de nodige fantasie. In de tijd dat de jaartallen nog opeen rijtje uit het hoofd moesten worden geleerd en klassikaal opgedreund, brachten de boeken van meester De Zeeuw in elk geval de dooie jaartallen en de daaraan gekoppelde gebeurtenissen, wat dichter bij de belevingswereld van het kind. En dat alleen al was een grote verdienste. De Zeeuw schreef daar zelf eens over:"Historische verhalen hebben dit op andere voor, dat ze steeds een kern van waarheid bevatten. De jonge lezer, die vraagt: "is dit echt gebeurd," geeft dit veel voldoening. | Met een kwartje de wererld rond, Toos M. Saal-Zuurveen, 1999, 1929 |