|
|
|
H. Westerink De goudvissenkom, druk 1, 24 blz. | G.K.O. 4 t.d.t. Twee jongens spelen in een straat, en schieten op een kat, die een goudvisschenkom omgooit. Deze kom hoort aan een zieken jongen, die groot verdriet ondervindt van deze onbezonnen daad. De jongetjes vertellen thuis niets, maar de booze daad komt uit, omdat het schoolhoofd den zieke bezoekt en thuis van het verdriet vertelt. Eén der twee vriendjes is zijn eigen zoontje! De jongens vragen en krijgen vergeving en brengen samen een nieuwen kom bij den zieke. De illustraties zijn naar onzen smaak te grof; het zijn trouwens geen penteekeningen, maar krijtteekeningen. Ook de omslag lijdt sterk aan het genoemde euvel. Erger is, dat de strekking alleen is samen te vatten in dit woord: "Je moet altijd eerlijk het kwaad vertellen, ook aan den Heer", en "omdat ze hun kwaad eerlijk verteld hebben, is het weer rustig in hun hart. Dát is het voornaamste", blz. 24. Waarom wordt hier met geen woord op Christus gewezen en op zijn vergevende liefde? We achten dit gemis zóózeer een gebrek, dat we dit boekje liever niet gebruiken. Er zijn vele tientallen, die ons beter dienen kunnen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937 |
H. Westerink De goudvissenkom, druk 1, 24 blz. | jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 6-8 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Kees en Dikkie gaan met pijl en boog er op uit om vogels te schieten op straat. Kareltje is een ongelukkige jongen, die door een auto-ongeluk niet loopen kan. Van Opoe heeft hij een mooie goudvisschenkom gekregen. Kees en Dikkie zien voor het open raam bij Kareltje een kat. Ze schieten op dit dier; de poes vliegt naar binnen en het tafeltje met de visschenkom valt op den grond; de kom aan scherven. De jongens willen het verzwijgen, maar Kees, de zoon van den bovenmeester, kan zijn daad niet langer stilhouden. Ze brengen nu samen een nieuwe kom bij Kareltje. Algemeene op- of aanmerkingen: Aardig verhaaltje voor de kleintjes. Jammer, dat telkens het woordje Heer wordt gebruikt. 't Godsdienstig element bevredigt echter niet. Omdat ze het kwaad eerlijk verteld hebben, is het rustig in hun hart, want dat is het voornaamste. Conclusie: matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937 Open Boekbeoordeling. |