|
|
|
De herdersknaap van Bethlehem en andere verhalen, druk 1, 16 blz. | (De naam van den schrijver wordt niet vermeld). Eerst wordt in dit boekje uiterst beknopt in twee bladzijden de geschiedenis van David verteld; vervolgens wordt in 3-4 bladzijden de gelijkenis van den goeden Herder verhaald, terwijl het overige wordt ingenomen door een parabel: Het eigenzinnige lammetje, heel aardig ingekleed. Ook hier is het de goede Herder, die het door eigen schuld verdoolde lam opzoekt. We bevelen het boekske gaarne aan voor kinderen van 9 à 10 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911 |
De herdersknaap van Bethlehem en andere verhalen, druk 1, 16 blz. | Geïll. gekl. omsl. 2 zw. pl. en ill. tusschen den tekst. Prijs 10 cent. 't Eerste verhaal is van David. Dit verhaal is te kroniekmatig, wil te veel geven in een paar bladzijden en mist daardoor het boeiende. Het tweede verhaal is de gelijkenis van het verloren schaap met een toepassing. Heel aardig beschreven. Derde verhaal: het eigenzinnige lammetje. Dit is een vertelling van een eigenwijs lammetje, dat wegloopt en verdwaalt en door den herder terecht gebracht wordt. Het is heel eenvoudig verteld. Vier regels aan 't slot met nog een vierregelig versje geven de toepassing. Ten slotte een Avondlied op muziek, vierstemtnig. Wel wat een contrast met de voorafgaande stukken, die voor kleinere kinderen zijn. Een lief boekje, dat keurig is nagevoeld. De letter is mooi en duidelijk, de stijl is goed, maar de correctie is hier en daar slordig. Op blz. 5 is een woord vergeten tusschen "onnoozele dier" en "de struiken". Op blz. 7 staat "voolmaakt" voor "volmaakt"; op blz. 10 "zaal" voor "zal" ; op blz. 14 "nar" voor "naar"; op blz. 9 en 13 staat "dezen" voor "deze". Het boekje is voor "de kleintjes", en als die het uitgelezen hebben, kunnen de oudere broers en zusters, als ze wat muzikaal aangelegd zijn, het "Avondlied" zingen, want dat is voor de kleintjes te moeilijk. De strekking is, te wijzen op den goeden Herder, in kinderlijken trant. Het tweede verhaal is het best geslaagd. Een kind houdt van bijzonderheden. Vertel een klein stukje, maar uitvoerig, schilderachtig, en ge boeit. Als ge te veel wilt geven in kort bestek, wordt ge droog. Het eerste en tweede verhaal kunnen nog iets toebrengen tot de Bijbelkennis. Dat kan het laatste niet, hoewel het meer zal boeien dan het eerste. Bij het laatste had de toepassing wat meer omschreven kunnen worden. Aanbevolen. Deze serie No. 1-7, geeft ons aanleiding tot enkele opmerkingen. In 't algemeen kan worden gezegd, dat een schrijver, die een Bijbelsch verhaal voor kinderen wenscht weer te geven, zich op glad ijs begeeft. Het eigen geschiedverhaal in Gods Woord is gewoonlijk meer boeiend en treffend, dan de reproductie er van. De uitgever biedt in deze serie een soort van bloemlezing in miniatuur voor de jeugdige leerlingen der Zondagsschool. 't Is dicht en ondicht. Doch zoowel van het proza als van de poëzie geldt, dat hier wordt bijeengevoegd, wat niet bij elkaar behoort. Wij durven den heer BREDÉE, die aan het uiterlijke voortreffelijke zorg besteed heeft, niet veel succes met deze uitgave voorspellen. De inhoud der vertellinkjes is vrij onbeduidend, en de Christelijke geest oppervlakkig. Er kleeft aan deze reeks van boekjes een tweeslachtigheid, die er niet gunstig voor is. Gewijde en ongewijde geschiedenis wordt er in dooreengemengd. De leerstof is voor de kleintjes en de muziekstukjes zijn voor de grooteren bestemd. Voor de oudere leerlingen zijn ze te klein en voor de jongere kan men voor dien prijs een boekje bekomen, dat heel wat meer lijkt en inderdaad ook beter is. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911 |