G. van Bokhorst
De hut op de hei, druk 1, 60 blz. | G.K.C.O. (Cartonnen band). 7 t.d.t. Met zijn citroengelen omslag maakt dit boekje een zeer keurigen indruk; van dit geel is meesterlijk geprofiteerd, om een indruk te geven van den zandheuvel op de heide. Arie, een jongetje van zes jaar woont dicht bij de heide. Hij heeft een sterke fantasie en speelt veel met zijn vriendje Kees. Op zekeren dag als ze naar school gaan, komen ze den ouden herder Veenhof tegen met zijn schapen en schelden hem uit. Van af dat oogenblik zijn ze steeds bang ....... op zijn verjaardag belooft Arie nu voortaan gehoorzaam te zullen zijn. Hij neemt zich dit ook ernstig voor, doch als hij een poosje later weer met zijn vriendje speelt, gaan de jongens tegen het uitdrukkelijk verbod in, toch naar de heide. Hier komen ze in een oude hut terecht. Door den wind slaat de deur dicht en de jongens zijn opgesloten. De oude Veenhof vindt ze en verlost ze uit hun gevangenis. Thuis gekomen heeft Arie oprecht berouw en vraagt ook aan God om vergeving. Kinderzonde en kinderberouw worden hier heel duidelijk geteekend in het leven van den kleinen Arie. De noodzakelijkheid van schuldvergiffenis komt vooral in het laatste hoofdstuk goed uit. Alleen hadden we graag den naam van onzen Heere Jezus hier genoemd gezien. Het gezin van Arie is zeker een Christelijk gezin; daarom lijkt het ons minder juist, dat vermeld wordt, hoe vader voor den maaltijd zacht bidt. Helaas is dit in vele gezinnen zoo, maar dit is toch geen voorbeeld. Beter ware, de jonge lezers te brengen in een gezin waar de vader ook priester is. Het boek is boeiend geschreven, al werkt de uitvoerige beschrijving van de kinderlijke fantasieën soms wat verwarrend. De illustraties zijn zeer goed. We bevelen "De hut op de hei" voor onze Kerstuitdeeling aan. | 
Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937
|
G. van Bokhorst
De hut op de hei, druk 2, 60 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 7-10 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Arie is een ongehoorzame jongen. Hij belooft steeds beter op te passen, maar hij is nog niet uit het gezicht van het ouderlijk huis verdwenen, of hij is al weer vergeten, wat hij beloofde. Hij scheldt een ouden schaapherder uit en maakt zich dan uit de voeten. Met z'n vriendje Kees speelt hij veel. Arie is steeds de eerste. Op zijn verjaardag krijgt hij een schop. Samen trekken de vriendjes de hei op, tegen moeders wil. Op zekeren dag gaan zij nog veel verder de hei op en gaan daar in een oude, leege hut spelen. Zij hebben schik en blijven er lang in. Het gaat steeds harder waaien. De deur van de hut slaat dicht en nu zijn zij opgesloten. Wat hebben ze een angst. Zij bidden tot God om verlost te worden. Eindelijk wordt de oude herder, Veenhof, dien zij altijd als hun vijand beschouwen, nog hun redder. Arie belooft aan zijn ouders opnieuw en oprecht beterschap en wil in Gods kracht tegen zijn zonde strijden. Algemeene op- of aanmerkingen: Een keurig boekje, waarin geteekend wordt de ongehoorzaamheid van Arie. Er zit veel opvoedkundige waarde in. Ouders kunnen niet genoeg hun kinderen wijzen op de groote zonde van ongehoorzaamheid. Dat "lang zal-ie leven" is niet op z'n plaats in Christelijke kringen. De jongens zullen met genoegen dit fijne boekje lezenr en het slot is een keurige toepassing. In één woord: een mooi jongensboek.
Conclusie: Warm aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937
Open Boekbeoordeling.
|