|
|
|
Charlotte M. Yonge De kleine hertog of Richard zonder vrees , druk 1, 190 blz. | In verhalen, spelende in de Middeleeuwen, is het altijd moeilijk, historisch getrouw te zijn en toch het religieuse element goed te doen uitkomen. De Schrijver heeft als thema: de vergevende liefde, die de Christen in tegenstelling met den heiden betoont, op grond van het gebod Gods. Dit motief komt goed tot zijn recht. Richard, zoon van Hertog Willem Langzwaard van Normandië is door zijn vader ter opvoeding toevertrouwd aan heer Erik. De vader wordt verraderlijk vermoord. Kleine Richard neemt zich voor, den dood zijn vaders te wreken. Lodewijk, koning van Frankrijk, weet langs slinksche wegen den kleinen hertog naar Parijs te lokken als zijn vazal. Osmond, Erik's zoon, Richard's trouwe schildknaap, brengt hem weer veilig in Normandië terug. De oude abt, vader Lukas, een vrome priester, heeft veel invloed op Richard. Daardoor laat hij zijn wraakzuchtige plannen varen en vergeeft den moordenaars zijns vaders. 't Begin is nogal stroef. Tal van moeilijk uit te spreken Noorsche en Frankische namen komen er in voor. (Rainulf v. Ferrières, Languédoc, Ethelstane, Jumièges, Foulques, Herluin v. Montreuil, enz.) 't Laatste gedeelte leest veel vlotter. Dit boek heeft een groote deugd: het is niet merkbaar, dat het vertaald werk is. Aan de taal en den stijl is veel zorg besteed. Andererzijds brengt het milieu, waarin het speelt, groote bezwaren mee. Daardoor zit er weinig godsdienstige diepgang in. De eenige ernstige figuur is vader Lukas. Gebeden opzeggen, en dat nog wel in het Latijn, is aan de orde van den dag. Van wat noodig is, om getroost te leven en zalig te sterven, hooren we veel te weinig. Goede kinderlectuur behoort niet slechts aangenaam, maar ook nuttig te wezen, niet slechts ontspannend, maar ook evangeliseerend. Behoudens deze aanmerking kunnen wij dit boek wel aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1917 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
Charlotte M. Yonge De kleine hertog of Richard zonder vrees , druk 1, 190 blz. | Richard zonder vrees, hertog van Normandië, was een zoon van Willem Langzwaard. Hij was geboren in 935, volgde zijn vader op in 943 en moest in het begin zijn Hertogdom verdedigen tegen den Franschen koning Lodewijk van overzee (Louis) en tegen diens weduwe Gerberga. Hij overleed in 946 na een langdurige en ten slotte vreedzame regeering. De sage weet van dezen moedigen vorst heel wat avonturen mede te deelen. Bovenstaand werkje vertelt er ons ook eenige. Op het titelblad vinden we afgebeeld de komst van den Baron van Centeville en diens zoon om hun vorst te ontvangen. De kleine Richard hield den stijgbeugel vast van den Hertog van Normandië, die den bijnaam droeg van „Langzwaard", om het machtige wapen, dat aan een rijkversierden gordel hing. Achtereenvolgens laten de gravures zien, hoe de kleine Richard op de knie van den Hertog zat te luisteren naar diens raadgevingen en vermaningen. Vooral wekte hij zijn zoon op, vergevensgezind te zijn en deed hem beloven, dat hij haat noch wrok zou koesteren. Op bl. 30 zien we Richard als kleinen jongen aan het hoofd zijner vazallen, overal begroet door zijn volk, dat Gods zegen voor hem afsmeekte. Op bl. 47 zien we, hoe Richard mededeelde, dat de sleutel, dien ze gevonden hadden, een kist zou openen, waarin zijn vader diens grootsten schat had verborgen. Op bl. 59 zien we Richard's ontmoeting met zijn vriendje Alberic, enz., enz. enz. De strekking van 't verhaal is vermaning tot liefde jegens den naasten. Het verhaal is boeiend en prettig geschreven. De taal is goed, doch de stijl laat hier en daar te wenschen over. „Over nieuw" voor opnieuw (blz. 60). U voor gij in plechtige toespraken, zooals hier steeds wordt gebezigd, klinkt vreemd. Zie bijv. blz. 85. „Alberic gooide mij wel om laatst" blz. 104 is een vreemde woordschikking, evenals blz. 169 regel 1. Hij kon weinig tegen hem uitzetten blz. 167 : 13. Als hij maar goed genoeg er voor was blz. 174. Deze kleinigheden beletten ons allerminst het boekje zeer aan te bevelen woor jongens van 10-14 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1917 |