|
|
|
P.C. Mondriaan Sr. De kleine wees en de oude Annemie , druk 1, 32 blz. | Een kleine, arme weesjongen vraagt eene oude koopvrouw om eenen appel. Hij verhaalt haar van het sterven zijner moeder, die thans in den hemel is. Dien hemel wil hij zoeken, om weer bij zijne moeder te zijn. Annemie weet hem den weg niet te wijzen. Zij heeft een kind verloren en is sedert dien tijd in opstand tegen God. Jakob komt na veel wederwaardigheden in eene Zondagsmschool terecht, waar hij van den "man" Jezus hoort. Hier ontvangt hij onderricht aangaande den weg der zaligheid. Nu hij dien weg kent, wil hij ook daarvan spreken tot Annemie. Deze, door het gesprek met Jakob tot nadenken gebracht, heeft inmiddels ook naar den Heere leeren vragen, en zoo vinden zij elkaar weder in dubbelen zin, om voortaan bij elkander te blijven. Ook dit boekje ziet er met zijne twee lieve plaatjes keurig uit. De druk is helder. Het titelblad is in tegenspraak met den omslag. Volgens het titelblad is Jakobs geschiedenis "vrij gevolgd naar 't Fransch" en naar luid van den omslag is zij "uit het Engelsch naar Y." Taal en stijl zijn in 't algemeen goed. Hier en daar echter valt wel eene enkele aanmerking te maken. "Eene poging op zichzelven doen" (pag. 5) klinkt niet mooi. "Toen ze zich kwam te leggen", (pag. 8) is bepaald fout. Op pag. 15 moest staan : "Beloof me, nooit te zullen stelen", enz. De uitdrukking op pag. 16: "De goede God zou van ons niet meer willen eischen, dan de politie!" bevalt ons niet. Zij is ook zeer onduidelijk. De inkleeding is zeer romantisch. Goedhartigheid is eene eigenschap van alle personen, die in dit verhaal voorkomen, zelfs bij een paar dieven, die Jakob ontmoet. Daarom is het van onnatuurlijkheid niet vrij te pleiten. Ook is de Christelijke geest van dit werkje oppervlakkig. Jezus wordt de weg naar den hemel genoemd, maar hoe Hij dit is, wordt niet verklaard. Van wedergeboorte, van schuldbelijdenis en schuldvergeving wordt schier niet gesproken. De plotselinge bekeeringen, van Jakob zoowel als van Annemie, doen sterk aan het Methodisme denken. Op pag. 20 wordt zeer terecht gezegd, dat vele menschen niet goed hunnen Bijbel lezen. En twee regels verder citeert de schrijver Ezechiƫl 33 : 11 foutief. De strekking is, aan te toonen, hoe de Zondagsschoolarbeid goede vruchten dragen kan voor het koninkrijk Gods en hoe eene eenvoudige vraag het middel in Gods hand wezen kan, om een verhard gemoed te verteederen en zondaren te leiden tot den Heere. Ofschoon dit boekje niet tot de beste behoort, kunnen wij het, niettegenstaande de genoemde gebreken, wel aanbevelen - doch niet met zooveel vrijmoedigheid, als wij dit hadden gewenscht. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1902 Open Jachin-boekbeoordelingen. |