Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Sophie Woudts

De kerstklas, druk 1, 24 blz.
G.K.O. 1 z.p. Op een morgenwandeling in het vrij half-uurtje ontdekte Greetje Langevoort een meisje, dat voor een raampje in een woonschip zat en blijkbaar door ziekte niet van haar plaats kon komen. Toen de klas er meermalen voorbij kwam, noemden de kinderen het meisje hun vriendinnetje. Greetje was jaloersch en eischte het meisje voor zich alleen op. Op zekeren Woensdag-middag, toen ze op haar zusje moest passen, liet ze haar alleen en ging op haar eentje naar het woonschip. Ze gleed uit op den natten vlonder en viel in het water. De schipper redde haar wel, doch de kennismaking was teleurstellend. En dat alles, omdat ze bij haar vriendinnetjes de eerste wilde zijn. In overleg met de juffrouw van de klas bedacht haar vader een plan, waarbij niet alleen dit meisje, maar ook anderen schipperskinderen een aangenaam Kerstfeest zou bereid worden in de gewone schoolklas, die men nu Kerstklas noemde. Op dit feest werd ze getroffen door de toespraak van den dominee, wat oorzaak werd, dat ze tot erkentenis van haar kwaad kwam. De Heere let niet alleen op onze daden, maar voornamelijk op de beweegredenen van onze daden. Gods eisch is, dat we ons zelf zullen verloochenen en alleen uit liefde tot Hem Zijn Wil betrachten. De strekking is dus, dat wij een boos hart hebben en dat onze oogen daarvoor open moeten gaan. Hier is speciaal de jaloerschheid als trefpunt genomen. Maar de teekening dezer jaloerschheid is op sommige punten weinig aannemelijk. Het is goed, dat van zonde en verzoening gesproken wordt. Dat moeten wij waardeenen,omdat het in de meeste boekjes ,ieel te weinig gebeurt. Maar psychoogisch moet de gang der gebeurtenissen verantwoord wezen. En hieraan ontbreekt wel iets.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937

Sophie Woudts

De kerstklas, druk 1, 24 blz.
jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 7-9 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: De schrijfster wil ons Greetje teekenen als een ontevreden, jaloersch kind. De klas wandelt met haar juffrouw heel vaak langs een woonschip, waarin een meisje ziek ligt. De kinderen van de klas zijn vriendelijk tegen haar. Maar Greetje kan dit niet hebben. Zij wil alléén bevriend met haar zijn; ze zint dan op middelen om den naam van het zieke meisje te weten te komen. Dan kan zij de anderen overbluffen. Op een Woensdagmiddag moet ze op haar broertje passen. Wat doet ze? Ze is ongehoorzaam en gaat naar het woonschip. Maar voorspoedig is haar reis niet. Ze valt in het water. Bibberend van kou zit ze in het woonschip, waar haar vader haar komt halen. Op school sparen ze voor het Kerstfeest met arme schipperskinderen. Ook het zieke meisje is er bij, dat naast Greetje mag zitten. Maar onder de vertelling komt Greetje tot inkeer en gevoelt ze, dat haar jaloerschheid zonde is. Algemeene op- of aanmerkingen: De schrijfster had wel aan een sterker voorbeeld Greetje's jaloerschheid kunnen illustreeren. De bedoeling is goed. Jaloerschheid en afgunst zijn zoned. Dit kwaad zit ons allen in het hart. Wij moeten leeren de minste te willen zijn, ons te vernederen, gelijk de Heere Jezus dit gedaan heft. Een kerstboom komt er wel is waar niet in voor, maar de versiering van de klas gaat er toch veel op lijken. Wij moeten onze Kerstfeestviering zoo inrichten, dat Christus in het middelpunt staat. Hoewel niet zonder bezwaren, kunnen we dit boekje om zijn goede strekking nog wel aanbevelen.
Conclusie: aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937

Open Boekbeoordeling.
Sophie Woudts

De kerstklas, druk 2, 24 blz.
jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 7-9 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: De juffrouw van de school gaat met haar klas wandelen. Ze komen langs een woonschip, waarin een ziek meisje ligt. Allen zwaaien en wuiven het kind toe. Greetje, een der leerlingen, is jaloersch, omdat ze a 1 1 e e n het vriendinnetje van het zieke kind wil zijn. Ze wil in elk geval de naam van dat kind uit het woonschip te weten komen. Ze moet 's Woensdagsmiddags op haar zusje passen, maar stilletjes gaat ze naar de woonschuit. Ze valt in 't water en de eerste kennismaking met Nelly is niet aan de vroolijke kant. 's Avonds komt vader haar halen. Op de school wordt het plan ontworpen om geld te verzamelen voor arme schipperskinderen, opdat deze ook Kerstfeest kunnen vieren. 't Zieke meisje is er ook bij als 't Kerstfeest gevierd wordt, ze zit naast Greetje. Als dominé de Kerstgeschiedenis vertelt, voelt Greetje haar persoonlijke jaloezie als zonde. Ze laat een ander meisje naast Nellie zitten. Algemeene op- of aanmerkingen: De bedoeling is hier om jaloezie te teekenen als zonde en dit is juist. Maar dat Greetje op het Kerstfeest in eens een andere plaats opzoekt en in de woonschuit van haar jaloerschheid vertelt, terwijl ze 's avonds vergeet om te bidden om vergeving, is psychologisch onjuist. Slechts matig kon 't ons bekoren. Nieuwe spelling. De Kerstboom is er niet, maar wel iets dergelijks.
Conclusie: matig aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938

Open Boekbeoordeling.
Sophie Woudts

De kerstklas, druk 2, 24 blz.
1 z.p. Op een morgenwandeling in het vrij half-uurtje ontdekte Greetje Langevoort een meisje, dat voor een raampje in een woonschip zat en blijkbaar door ziekte niet van haar plaats kon komen. Toen de klas er meermalen voorbij kwam, noemden de kinderen het meisje hun vriendinnetje. Greetje was jaloersch en eischte het meisje voor zich alleen op. Op zekeren Woensdagmiddag, toen ze op haar zusje moest passen, liet ze haar alleen en ging op haar eentje naar het woonschip. Ze gleed uit op den natten vlonder en viel in het water. De schipper redde haar wel, doch de kennismaking was teleurstellend. En dat alles, omdat ze bij haar vriendinnetjes de eerste wilde zijn. In overleg met de juffrouw van de klas bedacht haar vader een plan, waarbij niet alleen dit meisje, maar ook anderen schipperskinderen een aangenaam Kerstfeest zou bereid worden in de gewone schoolklas, die men nu Kerstklas noemde. Op dit feest werd ze getroffen door de toespraak van den dominee, wat oorzaak werd, dat ze tot erkentenis van haar kwaad kwam. De Heere let niet alleen op onze daden, maar voornamelijk op de beweegredenen van onze daden. Gods eisch is, dat we ons zelf zullen verloochenen en alleen uit liefde tot Hem Zijn wil betrachten. De strekking is dus, dat wij een boos hart hebben en dat onze oogen daarvoor open moeten gaan. Hier is speciaal de jaloerschheid als trefpunt genomen. Maar de teekening dezer jaloerschheid is op sommige punten weinig aannemelijk. Het is goed, dat van zonde en verzoening gesproken wordt. Dat moeten wij waardeeren, omdat het in de meeste boekjes veel te weinig gebeurt. Maar psychologisch moet de gang der gebeurtenissen verantwoord wezen. En hieraan ontbreekt wel iets. Het uiterlijk is opvallend kleurig; het zal de kinderen zeer trekken. Aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938

Sophie Woudts

De kerstklas, druk 3, 24 blz.
G.K.O. 1 z.p. Op een morgenwandeling in het vrij half-uurtje ontdekte Greetje Langevoort een meisje, dat voor een raampje in een woonschip zat en blijkbaar door ziekte niet van haar plaats kon komen. Toen de klas er meermalen voorbij kwam, noemden de kinderen het meisje hun vriendinnetje. Greetje was jaloersch en eischte het meisje voor zich alleen op. Op zekeren Woensdagmiddag, toen ze op haar zusje moest passen, liet ze haar alleen en ging op haar eentje naar het woonschip. Ze gleed uit op den natten vlonder en viel in het water. De schipper redde haar wel, doch de kennismaking was teleurstellend. En dat alles, omdat ze bij haar vriendinnetjes de eerste wilde zijn. In overleg met de juffrouw van de klas bedacht haar vader een plan, waarbij niet alleen dit meisje, maar ook anderen schipperskinderen een aangenaam Kerstfeest zou bereid worden in de gewone schoolklas, die men nu Kerstklas noemde. Op dit feest werd ze getroffen door de toespraak van den dominee, wat oorzaak werd, dat ze tot erkentenis van haar kwaad kwam. De Heere let niet alleen op onze daden, maar voornamelijk op de beweegredenen van onze daden. Gods eisch is, dat we ons zelf zullen verloochenen en alleen uit liefde tot Hem Zijn wil betrachten. De strekking is dus, dat wij een boos hart hebben en dat onze oogen daarvoor open moeten gaan. Hier is speciaal de jaloerschheid als trefpunt genomen. Maar de teekening dezer jaloerschheid is op sommige punten weinig aannemelijk. Het is goed, dat van zonde en verzoening gesproken wordt. Dat moeten wij waardeeren, omdat het in de meeste boekjes veel te weinig gebeurt. Maar psychologisch moet de gang der gebeurtenissen verantwoord wezen. En hieraan ontbreekt wel iets.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940