Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



P. de Zeeuw J.Gzn.

De kolenbrander van Radziwill , druk 1, 86 blz.
G.K.C.B. 10 t.d.t. De heer De Zeeuw weet telkens nieuwe onderwerpen te kiezen uit den schat van historische gegevens: ditmaal richtte hij het oog op Polen. Jozef Lazecka, kolenbrander, woont met zijn kinderen Vitold en Lilia, zijn nicht Doortje (huishoudster na den dood van zijn vrouw) en zijn knecht Janek in het bosch van heer Radziwill. 't Is in de tijd van de vervolging. De Rijksdag verbiedt de doodstraf. De geestelijke heeren storen zich er echter niet aan. Doortje, door Janek beschuldigd, een ouwel te hebben gestolen en verkocht, wordt met twee Joden, de koopers, gevangen genomen. Jozef snelt naar Krakau, naar den Koning en keert terug met het bevel tot invrijheidstelling. De Joden zijn reeds verbrand, maar Doortje wordt op 't uiterste nippertje gered. Door den prediker á Lasco wordt de bijbel in 't Poolsch vertaald, baron Radziwill wordt Calvinist, Janek belijdt zijn schuld en 't worden schoone dagen voor de „ketters". Dat het bloed der martelaren het zaad der kerk is, naar het woord van Tertullianus, vindt hier zijn illustratie niet uit de fictie, maar uit de historie. We bevelen dit uitnemende boek warm aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941