Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Adelpha

De koninklijke wet , druk 2, 24 blz.
Een aardige jongen van ongeveer 12 jaar komt met de Kerstvacantie uit school, en zal den volgenden morgen met zijnen vader op reis gaan naar Amsterdam. De sneeuw verhindert echter die reis. De teleurstelling in dat jongenshart wordt schoon geteekend. De lste Kerstdag brengt eene verrassing. Hij gaat met zijne ouders bij den predikant ter visite, en daar viert hij rondom den Kerstboom met lichtjes en geschenken een blij Kerstfeest. De verrassing wordt nog grooter, als vader het plan maakt, om 's daags na Kerstmis nog op reis te gaan. Bij zijnen oom gekomen, bemerkt hij, dat deze van huis is geweest, zoodat Hendrik - zoo heet de knaap - indien hij niet verhinderd ware, eene vergeefsche reis zou gemaakt hebben. Dit verhaal zal door jongens met genoegen worden gelezen. Ze zullen echter wel wat verwonderd opzien, als zij kennismaken met eenen knaap uit den gegoeden stand, die op twee uur afstands van eene groote plaats woont, in het noorden van ons land, en nog nooit in eenen spoortrein heeft gezeten. Maar 't is een jongen uit een boekje! Die Kerstboom staat ons ook in dit verhaal in den weg. Afgedacht van dien sta-in-den-weg oordeelen wij het boekje toch aanbevelenswaardig. Er is wat goeds uit te leeren, vooral op het terrein der teleurstellingen, waaraan het leven van ieder mensch zoo rijk is. De uitvoering is zeer aantrekkelijk. Een echt kinderlijk verhaal, dat ons in kennis brengt met het verwaarloosd gezin van eenen kermisreiziger. De kinderen, die er op uitgestuurd worden, om den kost te verdienen, komen in aanraking met eenen onderwijzer van de Zondagsschool. Deze noodigt ze uit, de Zondagsschool te bezoeken. Hans ontvangt daar een kaartje, waarop gedrukt staat: De koninklijke wet: "Gelijk gij wilt, dat u de menschen doen zullen, doet gij hun ook desgelijks." (Lukas 6 : 31.) Dit brengt hem tot nadenken, ook leidt het hem tot het lezen van Gods Woord. Hij wordt gehoorzaam en onderdanig. Op kinderlijke wijze brengt hij ten opzichte van zijnen vader, die een dronkaard is en hem mishandelt, de koninklijke wet, zij het ook met vele struikelingen, in toepassing. Het trouwe bezoek van den Zondagsschoolonderwijzer tijdens de ernstige ziekte van Hans wordt een middel, waardoor in dat ongelukkige gezin eene gezegende verandering komt. Op treffende wijze wordt ons in dit boekje de heilzame vrucht van het onderwijs op de Zondagsschool geteekend. De koninklijke wet, Luk. 6 : 31, kan onzen kinderen niet genoeg worden ingeprent. De Schrijfster is er goed in geslaagd, deze waarheid door eene boeiende vertelling te illustreeren. Gaarne hadden wij gezien, dat meer nadruk gelegd was op de noodzakelijkheid van de vernieuwende werking des Heiligen Geestes. Bladz. 18 heeft in de uitdrukking: "Het zou haar zoo veel gelukkiger maken, als zij 't wist, dat Hij haar lief had. ... indien zij Hem ook maar liefhad en zijne wetten gehoorzaamde", een Remonstrantsch tintje. Toch prijzen wij om het vele goede, dat het bevat, dit boekje gaarne aan. Duidelijk wordt er in aangetoond, dat de godzaligheid de belofte heeft beide des tegenwoordigen en des toekomenden levens. De uitvoering is zeer net. Alleen is het o. i. te compres gedrukt, waardoor het de kinderen, die het lezen, wat vermoeit.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1901

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Adelpha

De koninklijke wet , druk 2, 24 blz.
Met 't geen ik tot dusver schreef over eenige Christelijke kinderboekjes, ben ik langer dan een jaar bezig geweest, want maanden lang kon ik er niet aan werken, omdat tijd of krachten ontbraken. Dat is voor u, waarde lezer, een onbelangrijke mededeeling en toch moet ik het u zeggen, want.... tot mijn spijt bemerk ik nu, dat de meeste van de besproken boekjes intusschen zijn uitverkocht. Alleen van "Gedaan wat zij kon" was mij dit bekend. Ik beloof u mij er in 't vervolg beter van te vergewissen of de werkjes al dan niet nog verkrijgbaar zijn. Waarom niet spoedig een 2den of 3den druk volgt? Deze boekjes worden vooral bij uitdeelingen op Zondagscholen gebruikt en men begrijpt, dat de gewone afnemers van een uitgever, niet spoedig na elkaar, dezelfde boekjes geven, daar dan allicht in een zelfde gezin, 't eigen verhaaltje enkele jaren na elkaar in huis zou komen. Wat den prijs dezer werkjes betreft, wil ik nog even hier vermelden, dat men ze bij 25 exemplaren tegelijk voor de helft van den gewonen prijs kan krijgen. Men behoeft dan zelfs niet 25 stuks van een soort te nemen, maar kan ze geheel naar eigen verkiezing in verschillende soorten krijgen. In een ouden catalogus van Zondagschool-uitgaven van den heer Callenbach bladerend, las ik o.a. deze woorden: ....."de uitvoering der boekjes overtreft, dank zij de vorderingen, welke de illustratie-druk maakt, wederom die van vorige jaren." Of nu die vorige uitvoeringen treffen door hun schoon of door hun wanstaltigheid en waarin deze nieuwe dus overtreffen? Als we "Hans" ter hand nemen behoeven we dat niet te vragen. Staat, 't geen Elisabeth ons hier te lezen geeft, reeds oneindig hoog boven andere, door haar geschreven verhalen, als b.v.: "Grietje's Vader" ....de plaatjes zijn werkelijk bijzonder artistiek; ongekleurd, maar daarom niet minder mooi. Het zijn autotypieen 1) en met innig welbehagen heb ik er mij in verlustigd ze te bezien. Met helderen druk vindt ge hier, op fraai glanzend papier, kijkjes uit 't leven van Hans vermeld, tijdens den Transvaalschen oorlog. Cronje's overgave wordt ons als een edele daad voorgesteld, wijl hij 't leven zijner soldaten daardoor spaarde. Hans weet hoe hij zich hierover moet verheugen voor de vrouwen en kinderen van deze gevangen genomen Transvalers, want .... hij zelf heeft zijn vader in den strijd verloren. Een mooie gedachte, fijn en eenvoudig beschreven, gehuld ineen sierlijk kleed! Hulde!
Daar zou ik het nu zoo graag bij laten, maar het zou niet geheel eerlijk zijn. Er zijn een paar foutjes en die moeten even aangetoond; 't is heusch niet om te vitten, want ik was blij met dat boek, en om vorm, en om inhoud. De twee plaatjes waar Hans zit te schrijven voldoen niet, ze zijn niet met zorg geteekend. Daar, waar men het kind van ter zijde ziet, is zijn hoofd te klein voor het lichaam en daardoor schijnt hij grooter, te groot om zulk een kinderachtig of kinderlijk briefje te schrijven. Ook zal de lezer bij den eersten aanblik, de moeder, voor een jong onderwijzeresje houden, niet voor eene weduwe, moeder van een jongen van een jaar of acht.
En dan, er is nog iets overdrevens, iets niet geheel natuurlijks. Schrijft een kind dat? "Baas Hoeve wou graag weten, of zijn zoon bij u in de gevangenis zit.... Wat 'n groote gevangenis moet dat wezen, waar u allemaal in kunt! We hadden nooit gedacht, dat u daarin zou komen.... U heeft 't zeker zelf ook nooit gedacht! Je kunt ook voor iets goeds in de gevangenis komen. Maar onze lieve Heer zal er u allemaal weer uithalen, als we bidden! net als de menschen voor Petrus uit den Bijbel deden.... Toen stuurde de Heer 'n engel en die maakte de deur open. 'k Bid alle avonden voor de Boeren; alleen en met Moes"
Of verderop dit: ...."Moes zegt: 't was gehoorzamen aan den grooten Generaal (onze lieve Heer). U moet maar niets bedroefd zijn: Hij weet, dat u al zooveel voor de Boeren gewerkt heeft en zal 't wel afmaken" .
Die kleine jongen schrijft hier veel te wijs en natuurlijk is dit niet, zooals het overige gedeelte van den brief het wel is. Van dit werk bestond nog een pracht-uitgave, maar die is uitverkocht.
Abraham, de vriend van God; Mozes, de getrouwe dienstknecht des Heeren; Daniel of God is getrouw; prijs 20 cts. elk.
Hier hebben we drie verhalen uit den Bijbel, naverteld door Adelpha, zooals de moeder ze aan hare kinderen verhaalt. Zeer geschikt zijn ze voor uitdeeling, vooral aan kinderen, die nog niet veel van het Oude Testament kennen; want de 16 blaadjes laten niet toe, in veel bijzonderheden te treden. Zij, die de Bijbelsche verhalen reeds kennen, lezen deze boekjes toch graag nog eens door en zullen aandachtig de schitterend gekleurde plaatjes bekijken. Ik denk dat ze dat helle rood en geel heel mooi vinden. De prentjes hebben wel iets bijzonders en de teekenaar heeft er veel tijd en moeite aan besteed. Ze verplaatsen ons inderdaad naar tijd en plaats waarin de verhalen handelen. Het biezenkistje, de verdrukking der Joden, het Mene Mene, etc. vind ik vooral verdienstelijk; maar o, die Izaak op 't altaar!
De omslag (van alle drie 't zelfde) trekt ons door fijne kleuren aan en de wijd uitgespreide engelenvleugelen doen goed terwijl ook de gedachte: zonde, verzoenend sterven en opstanding tot ons spreekt maar o, wee! alles wordt bedorven door dat roode stokje, waarmee Eva in haar dij geprikt wordt. -Zooveel als 't vlammend zwaard moet u weten! Jawel, maar is dat niet wat al te moeilijk uit te beelden? Hier althans is het totaal mislukt, 1)
Heel goed verteld, die boekjes. Jammer alleen dat bij den tweeden druk, kleine stijl- en taal-ongerechtigheden (vooral in Mozes en Abraham) niet zijn veranderd; zij zouden de schrijfster, als zij de werkjes even aandachtig overlas, natuurlijk zelf in 't oog springen. En dan heb ik bezwaar tegen het voortdurend gebruiken van Heere; dat vloeit niet. Waar dient het voor?
Minder bevalt mij van dezelfde schrijfster "De koninklijke wet" Prijs 10 cts. Maar al te veel komt in Christelijke boekjes een zelfde thema voor: de bekeering van vader of moeder of anderen volwassene of grijsaard door een kind. Soms wordt het slecht, soms middelmatig, soms mooi en aangrijpend beschreven, zooals door Elisabeth in "Krukken Jan," prijs 7 1/2 cts. Dit kind, door zijn vader gebrekkig gemaakt, is middel tot bekeering van dezen dronkaard, door veel geduld en liefde. Het is een heel mooi boekje, alleen het onderwerp doet mij altijd onaangenaam aan. Ook hier weer: "De kleine zendeling" door Elisabeth, prijs 25 cts. Een dronken vader, bekeerd door Jantje, "de kleine zendeling."
In "Dina's talenten," prijs 7 1/2 cts., beschrijft ons Johanna lief en bevattelijk hoe Dina's booze wil (die zich openbaart in onwil om hare moeder te helpen) in een goeden wil verandert, De Zondagschool is hiertoe het middel; de moeder schijnt niet recht te weten hoe zij 't moet aanvatten. Dat kan ik mij best begrijpen: het is moeilijk voor eene moeder als de kinderen niet gedienstig voor haar zijn, hierover zelf met hen te praten en diensten voor zich zelf van hen te moeten eischen. Moeilijk - maar niet te min toch vaak noodig.
H.C. Gunning-de Vries.
1) Zinkencliche vervaardigd naar gewasschen teekening of photographie, dus naar een beeld in tonen; naar een beeld in lijnen (penteekening etc.) noemt men het zincografie
Boekbeoordeling in Het Kind, 2-2-1907
Adelpha

De koninklijke wet , druk 3, 48 blz.
Geill. gekl. omslag. gekl. pl. 3 penteekeningen tusschen den tekst. 48 blz. Prijs 25 cent. Hans Wiggers is het kind van een woonwagenzwerver, natuurlijk een dronkaard. Een Zondagssehoolonderwijzer spreekt hem van Jezus, en leert hem de koninklijke wet: goeddoen aan den naaste. Hans tracht dat in toepassing te brengen, doch in eigen kracht. Vandaar reeds den eersten dag teleurstelling. Toch zet hij zich tot het lezen in zijn Bijbeltje, dat hij in vroeger dagen op een andere Zondagsschool heeft gekregen. Eens komt vader dronken thuis. In een booze bui slingert hij Hans tegen een kist, zoodat het bloed uit zijn hoofd vloeit. Dat gezicht brengt den vader tot inkeer. Daarenboven zijn de herhaalde bezoeken van den heer Dalhaven het gezin tot zegen, zoodat zij besluiten hun verder leven den Heere te wijden. Betere dagen breken nu voor het gezin aan, want de heer Dalhaven zorgt ook, dat Wiggers vast werk krijgt. De verhaaltrant is bevredigend. In den zin op pag. 15: "Waaraan de teksten die aan de muren hingen, een behaaglijk aanzien gaven". - - Kinderen uit een woonwagen spreken elkaar niet met u aan. (blz 10) "Heer" neemt de plaats in van "Heere". De strekking is, de gevolgen van drankmisbruik te beschrijven, en dat hij, die zijn weg wel aanstelt, des Heeren heil zal zien. Het is zeker uitnemend, den kinderen de Koninklijke wet (Luk. 6 : 31) voor te houden. Zij kan onzen kinderen niet te vroeg worden ingeprent. Doch al is de bedoeling goed, de uitwerking is bedenkelijk. Zoo worden de kinderen niet genoeg gewezen op hun onbekwaamheid; wordt op blz 18 een algemeene-verzoeningsgeest voorgestaan; is "de dronkenmansbekeering" zonder diep schuldbesef; en doet ons onaangenaam aan de uitdrukking op pag. 46 : "de dag waarop beide eehtgenooten het besluit namen dien Koning te dienen" enz. 't Is of het hier een besluit geldt om een reisje te gaan doen. 't Christendom van dit boekje is in sommige opzichten een Christendom á la "Het nut van het Algemeen." Het is niet gebaseerd op het ware Evangelie. Toch heeft dit boekje veel aantrekkelijks, het teekent den zegen van het onderwijs op de Zondagsschool, en de heilzame vrucht van het getrouw huisbezoek van den onderwijzer. Daarom kan het onder voorbehoud worden aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911

Adelpha

De koninklijke wet , druk 3, 48 blz.
Een oud (niet verouderd) thema: de Zondagsschool, middel tot omkeering van een geheel gezin. Een jongen met een kermiswagen ontmoet een Zondagsschoolondernvijzer, die hem eerst voedt en dan uitnoodigt op de Zondagsschool te komen. Daar hoort hij de Koninklijke Wet: »Gelijk gij wilt dat u de menschen doen zullen, doet gij hun ook dergelijks.« 't Is hem moeilijk dat te doen, want hij ondervindt vele plagerijen van zijne medescholieren. Maar hij overwint - na veel strijd. Ook thuis had hij het moeilijk, door zijn ruwen vader - zijn bijbeltje, waaruit hij met moeite de mooie geschiedenissen ontcijferde was hem en zijn zusje tot troost. Eens sloeg vader hem zoo, dat hij bijna de moordenaar werd van zijn kind. Dat brengt de vader tot inkeer. De meester van de Zondagsschool komt zijn leerling bezoeken, komt in aanraking met den vader. Straks leert ook vader God danken, nu zijn kind herstelt. Hij krijgt een goede betrekking en een gelukkig werkmansgezin ontstaat uit de ruwe kermiswagenbewoners. 't Boekje is goed geschreven en geschikt voor jongens en meisjes van 8-10 jaar. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911