Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Ida Keller

De macht der liefde, druk 1, 157 blz.
Dit boekje verhaalt ons, hoe eene jonge predikantsdochter, Meta Dermanse, na den dood van baren vader eerst de zware zorg der huishouding op zich neemt, te zwaarder, waar ook de moeder door ernstige krankheid wegkwijnt; hoe ze, als de kleineren wat grooter geworden zijn, zelf eene betrekking zoekt, en in weerwil van veel tegenwerking ook hier door liefde harten wint; hoe ze later terug moet keeren, om haren broeder, die de plaats van haren vader zou innemen, in doodelijke krankheid te verplegen en te zien sterven; hoe eene jongere zuster nog dienzelfden nacht de moederlijke woning verlaat, om naar den lust van haar hart, de wereld te dienen; en hoe deze zelfde Meta later hare verdoolde zuster bij haren terugkeer "als den verloren zoon" weer in liefde tot zich neemt, daar ondertusschen ook de moeder is overleden. Ziedaar het geraamte van dit boek. Onder de geoefende hand der Schrijfster krijgt dit beenderstel geest en hart, wordt het vervuld met jong en krachtig leven. Daar zijn bladzijden in dit boek, die tintelen van gloed, bijv. waar geschetst wordt, hoe de op het pad der zonde afgedwaalde Ethel, door de liefde van hare oudste zuster van den weg des verderfs wordt teruggeleid. Het slot van het verhaal is wel wat te romantisch, om mooi te zijn. De uitgave is wel verzorgd. Mooie, voor zulk een lijvig boekdeel echter wel wat slappe omslag. Heldere, flinke letters. Fraaie plaatjes. Titel en slotzin geven van het boek de tweeledige strekking goed aan: a. de macht der liefde en b. "Mijne wegen zijn hooger dan uwe wegen en mijne gedachten dan ulieder gedachten." Meta overwint door haar liefdebetoon alle bezwaren, die haar in het leven tegenkomen. Zij heeft de kracht daartoe niet in zich zelve, maar kent de ware Troostbron. Voorts zien wij ook hier het woord der Schrift vervuld: "Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de Heere." Dit mooie boek zullen de jeugdige lezers - en zij niet alleen - ongetwijfeld met veel genoegen lezen. Alle lichten hebben echter ook hunne schaduw. Zoo zou men hier de opmerking kunnen maken, dat in dit verhaal wel eenige zaken voorkomen, die den vreemden oorsprong er van verraden, en dat toestanden worden besproken, die voor ons minder gewoon zijn, als: de Kerstboom en zijne beteekenis; de wijze, waarop eene predikantsplaats wordt weggeschonken, enz. Ook is de godsdienstige geest hier en daar Engelsch. Bij dezen zin b.v.: "Hij ontsloot de harten zijner toehoorders voor den gezegenden invloed van den Heiligen Geest", dachten wij : dat komt niet overeen met wat de Schrift zegt, dat de Heilige Geest het hart van Lydia opende, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gezegd werd. Maar dit belet ons volstrekt niet, om het hartelijk aan te bevelen. Een boek als dit begroeten wij met blijdschap. Het kan voor jong en oud tot zegen zijn.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1904

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Ida Keller

De macht der liefde, druk 2, 157 blz.
Gekl. geïll. omsl. gecart. 4 zw. pl. Prijs 60 cent. Ida Keller heeft wel betere kinderlectuur gegeven, dan dit naar het Engelsch bewerkte boekje. Vertalingen zijn, vooral voor de jeugd niet zonder bezwaa,r, tenzij men heel het milieu der handeling bevolkt met Nederlandsche personen. 't Moet op onze kinderen een vreemden indruk maken, als ze hier lezen, zonder nadere toelichting, van predikantsplaatsen die door landheeren "vergeven" worden. Ook is het eenigszins verwonderlijk, dat eene Engelsche gouvernante bij een Engelsche familie te Londen met de kinderen het "zoo welbekende" Er ruischt langs de wolken zingt. De Schrijfster teekent ons een predikantsgezin. De vader is pas dood. Moeder blijft achter met 9 kinderen, waarvan de oudste zoon voor predikant studeert. De weduwe is in de pastorie blijven wonen, omdat de landheer tijdens de vacature den dienst door een hulpprediker laat vervullen, ten einde de "plaats" voor den zoon van den overleden dominee open te houden. De oudste dochter, Meta, gaat als gouvernante in Londen in betrekking. De titel ziet voornamelijk op wat Meta doet voor de aan haar toevertrouwde kinderen en hoe zij ze wint. Daar tusschen door is de geschiedenis gevlochten van de tweede dochter, Ethel, die de huishouding moet waarnemen, wijl haar moeder bedlegerig is met ruggemergstering. Ethel ontvlucht in den Kerstnacht het ouderlijke huis. De oudste broer, Johannes, sterft nog voor hij predikant is. Meta trouwt na den dood van moeder met den hulpprediker. Ten slotte komt ook de verloren zuster weer terecht. Het spijt ons, van den vorm niet veel goeds te kunnen zeggen; zoowel de stijl als de gedachtengang laat soms veel te wenschen over. Enkele voorbeelden, die nog met een groot aantal te vermeerderen zouden zijn: bl. 7 wordt gesproken van de Noordkust van Engeland. Bl. 9 neemt Meta beide kinderen aan de hand, terwijl er blijkens 't voorgaande maar een is; bl. 14 spreekt Hanna, de oude dienstbode, tot kleinen Leo en gebruikt dan achtereenvolgens de vormen: je was, gij zijt, jij hebt, je lijkt, kunt ge; bl. 17 er waren wel scherpe hoeken aan haar karakter, die de tand des tijds tevergeefs gepoogd had af te ronden (foutieve beeldspraak). Zoo voorts op blz. 15, 17, 20, 21, 28. Teksten worden niet altijd nauwkeurig aangehaald. Laat uw licht alzoo schijnen voor de menschen, dat uw Vader er door verheerlijkt wordt, staat in Matth. 5 : 16 anders. Zoo is er dan nu geen verdoemenis meer, enz. vindt ge ook in Rom. 8 : 1 niet. Bl. 47: Gode zij dank voor zijn onuitsprekelijke gaven; 2 Cor. 9 : 15 heeft gave. De strekking moet zijn, de macht der liefde te toonen. De gedachte: "door liefde te trekken" is een Schriftuurlijke gedachte, ook al wordt ze vaak, ook op het terrein der opvoeding, verkeerd toegepast, en de uit-werking, die de Schrijfster er in haar verhaal van geeft, is veelszins sympathiek. Toch is het boek als geheel dat niet. De geschiedenis van de tweede zuster hangt slechts oppervlakkig samen met het doel van 't verhaal. Ze loopt bovendien ever dingen, die wel slechts worden aangeduid, maar die in een kinderboek niet passen. 't Heele verhaal is te tendentieus, want 't is vol van de scherpste tegenstellingen. Meta is een engel van een meisje, godvreezend en vol zelfopoffering en toewijding, Ethel is een luchthart niet alleen, maar door en door slecht; in den nacht, dat haar broeder Johannes sterft, verlaat zij heimelijk de ouderlijke woning voor goed! Meta's moeder, altijd ziek, is een voorbeeld van lijdzaamheid en trouwe zorg voor haar kinderen. Maar de jonge moeder, in wier dienst Meta is als gouvernante, is zóó ontaard, dat zij, ondanks de ernstige krankheid van haar jongen, naar een bal gaat, zoodat zij haar kind, thuiskomende, gestorven vindt. Ethel, de ontvluchte dochter, krijgt berouw; na een paar jaar voelt zij zich naar het ouderlijke dorp gedreven, dat ze van Londen te voet bereikt, en heimelijk verlaat; acht dagen daarna is zij niet maar doodziek, doch zelfs uitgeteerd! (148). Toch herstelt ze, en krijgt haar vroegere schoonheid terug! Dit boek is veel te romantisch. 't Is een ingewikkeld verhaal van vreemde toestanden, dat den indruk maakt, geschreven te zijn om boekenverslindertjes enkele uren te laten verwijlen in een denkbeeldige wereld, waarin alles scherper belijnd en belangwekkender is dan in het dagelijksch leven om ons heen. Een romanschrijver treedt vaak op als een alvermogende voorzienigheid. Hij laat den held of de heldin geboren worden, leven en sterven, ziek worden en weer gezond wezen, al naar 't hem goed dunkt. Hij schept naar believen wenschen, lief als engelen of boos als een duivel. 't Is alles een spelletje van de fantasie. Sympathieke en antipathieke handigheidjes van een romanschrijver, die een aardig verwarden knoop kan leggen, om dien straks door de tooverhand der fantasie te ontwarren. Zulke boeken zijn altijd nadeelig. Vooral echter voor de jeugd. De auteurs van kinderlectuur hebben tot taak, het reëele leven te teekenen en moeten niet de tooverlantaarn hunner verbeelding laten werken. Ook door opvoedkundige bezwaren wordt dit boek gedrukt. Voor kinderen achten wij het uit paedagogisch oogpunt niet gewenscht, slechte moeders te teekenen, en zulke ontaarde kinderen als Ethel, die haar vlucht voorbereidt door briefwisseling, en de brieven, die ze ontvangt, poste restante laat komen! Bij al deze ernstige bedenkingen komt nog dit, dat het religieuse element zeer zwak is. Een paar aanhalingen mogen dit bewijzen. Pag 26: "O 'k zeg maar, er zijn er niet veel zooals gij zijt, ge zijt zoo goed als een heilige, ja als een engel zou ik haast zeggen. Als 't u niet goed gaat, zou 'k wel eens willen weten, wie het wel goed zal gaan in de wereld, zoowel hier als hiernamaals." Pag. 48 : "Hij (de predikant) ontsloot de harten zijner toehoorders voor den gezegenden invloed van den Heiligen Geest." pag. 132 en 133. De droomgeschiedenis. De bekeeringsgeschiedenis is Engeisch, methodistisch, oppervlakkig. Van 't werk des Heiligen Geestes is geen sprake. Wij krijgen natuurlijk den onmisbaren Kerstboom, waarvan de auteur durft beweren, dat hij het zinnebeeld is van den Boom des Levens, Jezus Christus, dragende vruchten des eeuwigen levens!!! Wij moeten dit boek tot ons leedwezen ter zijde leggen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911

Ida Keller

De macht der liefde, druk 2, 157 blz.
Ds. Dermanse is overleden en heeft een sukkelende vrouw en acht kinderen achtergelaten. Meta, die de huishouding waarneemt, is een toonbeeld van liefde. Als Ethel oud genoeg is om haar op te volgen, wordt zij zelve gouvernante te Londen, waar zij door haar liefde en beminnelijkheid drie der kinderen aan zich bindt; de oudste jongen, Markus, is eerst trotsch en koppig. Zij spreekt den kinderen van Jezus, en als Eddy sterft, »verspreidt zich een lichtglans over het schoone kindergezichtje« en hij stamelt: »naar Jezus.« De tweede helft van 't verhaal schijnt als tegenhanger bedoeld, en vertelt van de schoone, maar hartelooze, liefdelooze Ethel, die ook naar Londen gaat, maar met het doel een vrij en prettig leven te hebben. Later komt zij berouwvol terug. Er zijn treffende passages in, maar de fantazie der schrijfster werpt zich vaak op gewaagde, exceptioneele gevallen: Eddy is reeds een kind, zooals het weinig voorkomt, en hij sterft als de moeder naar een bal is. En dat Ethel wegloopt als haar broer juist overleden is, is in een geloovig gezin (al is zij het zelf niet met haar hart) heel sterk. Ook de stijl is soms wat gewaagd: op blz. 18 en blz. 40 spelen de zonnestralen dartelend over bloemen en lokken. De gesprektoon is hier en daar wat stijf: »Hoe kondet ge dat doen, Ethel, ge weet toch hoe verkeerd dit is.« »Nu, het ontbijt staat nog klaar, zoo ge lust hebt, kunt ge er dus gebruik van maken.« (blz. 22.) De illustraties van Rünckel zijn niet mooi. Als men de eerste plaat gezien heeft, leest men op blz. 46 met verwondering: »Ernst en nadenken zetelden op (zijn) hooge, blanke voorhoofd en zijn edel gelaat sprak van vrede en rust.« Aanbevolen voor meisjes van 14 jaar en ouder. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911