|
|
|
J. Henzel De man met den vreemden naam, druk 1, 16 blz. | Geïll. omslag en twee zwarte plaatjes. Prijs 10 ct. In Singapore wonen vele Chineezen, aan wie in 1894 iederen Donderdagavond gelegenheid gegeven werd, om het Evangelie te hooren. Na een prediking over de wonderkracht van den Heiland in de genezing van ongelukkigen, werd de zendeling dringend uitgenoodigd, een armen, zieken Chinees te komen herstellen. Hij beleed, dit niet te kunnen, doch bad voor den kranke en schreef voor, hoe de geneesmiddelen, die hij verschafte, moesten aangewend worden. En zie! God verhoorde en de arme man was reeds den eerstvolgenden Zondag in de kerk, aanvankelijk hersteld en zeer begeerig, om den Heere te danken. Hij werd een geloovig en volijverig discipel des Heeren, van wien voorts nog veel goeds wordt verhaalt. De vreemde naam, dien hij draagt, is Hong Hia, wat beteekent: broeder welriekende geur. Toen hij voor 't eerst onder 't Evangelie kwam, was hij vuil en alles behalve welriekend, maar hij werd naar lichaam en naar geest in waarheid een goede reuke van Christus. De vorm is best, d.i. te zeggen: eenvoudig en duidelijk, de personen en zaken zóó noemende en voorstellende, dat de lezer zonder inspanning of vermoeienis het gebeurde meebeleeft. De Schrijver heeft wat, ja, veel te zeggen en doet dit op onderhoudende en tegelijk ernstigen toon. Er is in dit boekje niets van die opzettelijke mooimakerij en die gewilde geestigheid, die de aandacht van de zaken aftrekt. Ook niets van die extra-ordinaire omstandigheden, welke Zendingsverhalen soms ontsieren. En toch is er van het begin tot het einde, actie in het verhaal. Het is een degelijk boekje, met een ernstige strekking: een ongezochte Evangelieprediking en een duidelijke verklaring van het heil, dat in den dienst des Heeren ligt, ook in wegen van kruis en droefheid zelfs, wanneer een geliefde echtgenoote en een teerbemind kind worden weggenomen. Taal en stijl zijn vrij goed verzorgd. Het gebruik van "Heer" inplaats van "Heere" zal dezen of genen wat stooten. Op bladz. 10 vonden we: "Uit zijn eenvoudige, maar hartelijke woorden bleek maar al te wel, dat het dezen man volkomen ernst was" (nl. met zijn keuze, om God, en Hem alleen te dienen). Kan zoo iets al te wel blijken? Of is 't een heerlijke zaak, die zoo duidelijk mogelijk mag en moet uitkomen. Wij gelooven dit laatste. De omslag van het boekje is heel mooi, maar staat niet in rechtstreeksch verband met het verhaal. De twee prentjes in den tekst wel. Er valt uit dit verhaal een zeer goede les voor onze kinderen te leeren, n.l. dat het God de Heere is, die ongedacht schoone uitkomsten geeft op het zendingsgebied en het gebed van zijn knechten hoort. En een tweede les kan vooral ook genomen worden uit het beschamende, eenvoudig vrijmoedige leven van dien Hong Hia. Van harte aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913 |