|
|
|
Em van den Oever De onbewaakte overweg, druk 1, 68 blz. | G.K.C.B. t.d.t. Dit boekje met mooien gekleurden omslag en goede illustraties vertelt van Lia, kind uit een rijk heerenhuis, van Truitje, dochtertje van een gemeente-werkman en van Teus, jongetje van de boerderij. Deze drie sluiten vriendschap, waarbij altijd weer het plechtig-prachtige van het heerenhuis afsteekt tegen het gewone van de omgeving der andere kinderen. Voeg daarbij een strengen papa, die altijd in salonwagens reist, een akelig aristocratische oma en een verschrikkelijk correcte juf en ge hebt de dramatis personae voor de aandacht. Lia wordt volkomen ongodsdienstig groot gebracht. Ze leert van Truitjes moeder wat bidden is, en ook wat „zonde" is. Een kerstfeest viering met den kerstboom schijnt het verhaal te besluiten. Er volgt echter nog een hoofdstuk over den onbewaakten overweg, dien we heelemaal vergeten waren. Gelukkig loopt de ongehoorzaamheid van Lia, die dezen overweg niet passeeren mocht, nog goed af, ofschoon een groot ongeval dreigde. Er zit in dit goed bedoelde verhaal iets overdrevens, dat de jonge lezer uiteraard minder zal hinderen dan den recensent. Ook in de evangeliseerende strekking vinden we dat accent van overdrijving, waarbij we de zonde, maar niet de genade, wel het kwaad, maar niet de vergeving voldoende naar voren komt. We bevelen dit boekje matig aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941 |