Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Wilha. Riem Vis

De nieuwe dienstbode, druk 1, 78 blz.
Geïll. gekl. omslag gecart. en 3 zw. pl. Prijs 40 cent. Betje, dienstbode bij de familie Steindal in Den Haag, was ziekelijk. Een andere werd daarom gezocht en gevonden in Trijntje, die bij de familie Halle in Amtsterdam diende. Bij een uitstapje naar Scheveningen kwamen de families Steindal en Halle door middel van Trijntje met elkander in kennis, en als, na de plotselingen dood van den heer Steindal, zijn weduwe zich bekrimpen moest en te Scheveningen in 't badseizoen gemeubileerde kamers verhuurde, werden die ingenomen door de familie Halle, door welke mevrouw Steindal op allerlei wijze werd gesteund. De nieuwe dienstbode was middellijkerwijs daarvan de oorzaak, en mevrouw Steindal liet niet na, haar kinderen te wijzen op de liefderijke besturing des Heeren, die daarin zoo duidelijk merkbaar was. Dit boek biedt den jeugdigen lezers inderdaad veel goeds. Wij juichen het toe, dat de Schrijfster een Godvreezende dienstbode teekent en daarbij duidelijk in het licht stelt haar groote waarde voor heel het gezin, niettegenstaande haar ondergeschikte betrekking. Dit boekje is sociaal in den goeden zin. Het kan den kinderen leeren, dat zij in een dienstbode meer moeten zien, dan iemand, die alleen maar dient. Zeer terecht wordt er de nadruk op gelegd, dat een godvreezende dienstbode, die met liefde en in getrouwheid dienstbaar is, als een geschenk uit des Heeren hand beschouwd moet worden, 't welk wij met dankbaarheid aan den Heere hebben te waardeeren. De Schrijfster weet zeer bevattelijk te verhalen en heeft een juisten blik op het kinderleven en de verschillende karakters. Zij teekent ook duidelijk de vrucht der genade in hart en leven. Het verhaal is verdeeld in acht hoofdstukken met opschrift. Taal en stijl zijn goed verzorgd. Het uiterlijk van het boekje is voortreffelijk. Toch heeft ook dit roosje zijn doorntjes. Zoo had o.i. het grootste deel van hoofdstuk VI achterwege kunnen blijven: de geschiedenis van het "verloren kindje" houdt zoo goed als geen verband met het overige deel van het verhaal. De taal, waarin de kinderen spreken, is niet overal even natuurlijk. Met name geldt dit, waar het over geestelijke dingen gaat. Wat meer schuchterheid in het heilige wordt in den regel bij kinderen en ook bij grooteren waargenomen, dan in dit boekje het geval is. De volwassenen zijn lieve Christenen zonder eenig gebrek, terwijl de kinderen, wier ondeugden wèl aan 't licht komen, toch zoo heel gemakkelijk en vrijmoedig zeggen, dat zij den Heere Jezus liefhebben. Wim (blz. 92 en 43) is wèl beschaamd over zijn kwaad en erkent straf verdiend te hebben, maar het kwaad wordt betreurd om de gevolgen. Van leed-gevoel over de zonden tegen God bedreven wordt niet gesproken. Wèl wordt (blz. 41) op Jezus' voorbeeld gewezen, maar we vernemen niets van de verzoening door Zijn bloed. Doch wie legt om de doornen het roosje ter zijde? Een boekje, dat behoudens de gemaakte opmerkingen, zooveel goede eigenschappen heeft, bevelen wij hartelijk aan. Het staat geheel in het teeken van onzen tijd. Onder 's Heeren zegen kan het in het hart van menige Zondagssehoolleerlinge, die straks een dienstbare betrekking zal hebben te vervullen, de begeerte opwekken, ook zulk een dienstbode te mogen worden, die voor haar omgeving nuttig en tot eere Gods werkzaam is. Zoo zou dit kleine boekske een groote roeping vervullen. Recht Christelijke dienstboden - haar getal wordt helaas schier met den dag kleiner!

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911

Wilha. Riem Vis

De nieuwe dienstbode, druk 1, 78 blz.
Betje, de dienstbode van de familie Steindal was, door ziekte gedwongen, heengegaan, tot grooten spijt van alle huisgenooten. In haar plaats komt manke Trijntje, die bij de familie Halle diende, doch wier mevrouw zelf ziek in 't buitenland vertoeft en wie nu door mevrouws trotsche en lastige zuster de dienst is opgezegd. Ook Trijntje wordt door de kinderen van haar mevrouw geliefd en ze weet, niettegenstaande ze zulk een betreurde voorgangster had, toch ook in haar nieuwen dienst elks liefde te winnen. Door den plotselingen dood van den Heer Steindal komt mevrouw later in allerlei moeilijkheden, waarin ze door Betje wordt geholpen. Trijntje komt weer bij de familie Halle en is ten slotte het middel, waardoor deze met mevrouw Steindal bevriend en haar tot steun wordt. Een verhaal, niet bepaald boeiend, maar dat kinderen toch wel geheel zullen volgen. Eenerzijds leert het aan aanstaande dienstboden, hoe zij de liefde van »haar volk« kunnen winnen, anderzijds doet het zien, hoe goede dienstboden gewaardeerd moeten worden, wijl ze ook »door den Heere zijn toegezonden« (blz. 78). Een goede strekking dus. Taal en stijl zijn over 't geheel goed. Een enkele maal is de kindertoon niet gelukkig getroffen. We teekenden aan: Je zijt (blz. 41); het zeildoek moest aan alle kanten neergelaten worden, om droog te blijven (blz. 59) , .... viel zij eindelijk in slaap (blz. 70, reg. 9); dit is onduidelijk en moet zijn: mevrouw Steindal. Op blz. 41, reg. 13 wordt een tekst naar den vorm onjuist aangehaald. Ook dit mag o.i. bij het citeeren der Heilige Schrift niet. We kunnen het boekje, waarvoor Geerling 3 plaatjes teekende, vooral voor meisjes van 10 a 12 jaren, wel aanbevelen.Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911