|
|
|
T. Bokma De postzegelverzameling, druk 1, 110 blz. | Een uitnemend jongensboek, dat tot grooten zegen kan zijn, en om zijn strekking toejuiching verdient. De hoofdpersoon, postzegelverzamelaar, is een beeld uit de dagen waarin we leven. Wij leeren hem kennen als een flinken, ijverigen schooljongen van twaalf jaren en verlaten hem als een jongen man, boekhouder op het groote kantoor van de heeren Windmakers & Co. De flinke, ijverige scholier krijgt lust in 't verzamelen van postzegels, maar die lust wordt tot hartstocht en voert hem tot het verwaarloozen van zijn werk, tot het zoeken van verkeerd gezelschap, tot het achterhouden van geld, dat zijn moeder toebehoort, en zoo meer. Deze laatste val wordt de aanleiding tot zijn waarachtige bekeering. Frans belooft beterschap en bewijst die ook. Hij belijdt zijn zonde aan zijn ouders en aan den Heere en ontvangt vergeving. Zoo komt alles terecht. De heele postzegelverzameling wordt van de hand gedaan, op één exemplaar na, dat hem, man geworden, steeds er aan herinnert, dat alle hartstocht zonde is en tot zonde leidt. De Heer Bokma vertelt zeer onderhoudend. De strekking van het verhaal is uitermate praktisch en geheel berekend op onzen tijd. De waarschuwing tegen den hartstocht, die zijn eerste plichten verzuimt, om toch maar bot te kunnen vieren aan zijn liefhebberij, kan niet anders dan zeer gepast worden geacht. En de waarheid, dat de zonde ook voor den Heere moet worden beleden, komt in dit boekje wel uit. Toch had het doel van den Schrijver, den hartstocht in 't gemeen bij onze knapen van 12 en 13 jaar te bestrijden, en de liefde en de vreeze des Heeren bij hen aan te kweeken, wat scherper belijnd kunnen worden. Het geheele, boekje maakt, zoowel van binnen als van buiten, een aangenamen indruk. Ook de plaatjes zijn goed uitgevoerd. De prijs 50 cents voor een boekje van 110 bladzijden zal niemand, die postzegel-verzamelende jongens heeft, van koopen behoeven terug te houden. Of we gansch geen aanmerkingen hebben? Deze ééne: Onzes inziens laat de Auteur de ouders een te ondergeschikten rol spelen. Vooral de vader is niet flink genoeg; doorziet niet de gevaren, die zijn jongen loopt en treedt niet op met het wapen des Goddelijken Woords, dat bij het groeien van zulk een waarlijk niet vreemden hartstocht, het beproefde middel is bij knapen, die op een Christelijke school gaan. Wij gelooven wel, dat er zulke ouders zijn, maar zij mogen dan dit boekje lezen, om aan hun zwakheid ontdekt te worden. Deze opmerking weerhoudt ons echter in geenen deele, dit keurige boek onvoorwaardelijk aan te bevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1915 Open Jachin-boekbeoordelingen. |