|
|
|
Betsy Vischje en hengelaar of leid ons niet in verzoeking, druk 1, 16 blz. | Vrouw Melker is weduwe en geef haar zoontje Gijs een goede opvoeding. Hij heeft slechte vriendjes, die hem verleiden de Zondagsschool te verzuimen. De slechte gevolgen brengen hem op barre wgen. Uitgezonderd de les van meester Boom van blz.13 tot blz. 16, die wat lang is, zal het verhaaltje zeker boeien: de stijl is aangenaam. De gesprekken zijn zeer natuurlijk weergeven. De taal laat echter wel iets te wenschen over: Blz. 1 geeft de voor kinderen zeker onverstaanbare uitdrukking: "in glorie vertellen"; Blz. 1 regel 7 van boven: "Ach, als zoowel die man..." moet verleden tijd zijn en in dienzelfden zin: "was hij verdronken geweest" zou beter luiden: ware hij misschien verdronken. Blz. 2 regel 12 van onderen zou door eene andere plaatsing der komma's veel aan duidelijkheid winnen. Blz. 3 regel 4 von boven: "Gijs, kom 's hier!, " riep meneer den jongen bij zich op de bank - is eene zonderlinge zinsconstructie. Blz. 3 regel 6 v.b. staat : je deed, moet zijn : je deedt. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1907 |
Betsy Vischje en hengelaar of leid ons niet in verzoeking, druk 1, 16 blz. | Noemde ik zooeven reeds Samoea en Ronto, het is slechts een uit vele, want het was een lijvig pak dat de heer Callenbach mij als zijne nieuwe uitgaven toezond, en op 't eerste gezicht dacht ik: de uitgevers geven zich toch wel moeite. Wat zien die boeken er smakelijk uit. Bijzondere aanbeveling verdient: "Van iets heel prettigs", door Aletta Hoog. Echt kinderlijk, eenvoudig, frisch, geeft het ons een aardig kijkje in Noorwegen. Het behandelt iets nieuws en is een groote aanwinst voor Zondagschool en kinderkamer. Ook dit boekje hadden we gaarne wat langer gewenscht, het spijt ons als we aan de laatste bladzijde gekomen zijn. "Een Kleine Held", door Quirina. Zeer goed, uit het kinderleven gegrepen. We zijn blij, dat het den hartelijken jongen, die zooveel voor de zijnen over heeft, meeloopt in de wereld. Al weten we wel, dat het niet altijd zoo gaat, we geven dien kost onzen jongen kinderen toch liever dan die van b.v. "Levi de boekenjood" door Wilhelmina Riem Vis. Ook wel goed geschreven en lief geschilderd dat Joodsche gezin, waar ze zooveel voor elkaar over hebben, maar de slagen komen er wel wat heel hard in neer vallen. Van de zelfde schrijfster is ook "Anneke en Benita". Het titelblad en het tafereeltje in de kinderkamer beloven veel, ook de beide eerste bladzijden, zoo echt kinderlijk; maar dan wordt daar ineens alles bedorven door een jokkende kinderjuffrouw, die daarna bekeerd wordt en een jokkende dienstbode. "De Schat van den visscher", van de zelfde is ook een schat voor ons. Hoe levendig is hier de beschrijving van het leven op 't eiland Marken, We genieten er van en we houden van dien eerlijken flinken Arie met zijn kinderlijk geloof. Was na zoo vroolijken aanhef en degelijken voortgang de schrijfster wat verlegen met het eind? Wij meenen van ja, althans dat gedeelte, waar de vader van den vondeling op de proppen komt en zijn aardsche schatten meebrengt valt sterk af bij het andere. Overigens is een warme aanbeveling hier m.i. op haar plaats. Betsy geeft ons "Vischje en Hengelaar". Een uitmuntend kinderboekje. Hoe goed moet de schrijfster met kinderen kunnen omgaan, waar zij ook hier weer den "meester" zoo hartelijk tot den kleinen zondaar laat spreken. Ik verkies dit verre boven haar "Verkeerd en toch goed," dat dan ook zeker niet anders dan voor ouderen bedoeld is evenals "God zorgt voor de Zijnen," door Hesba Stretton waaruit weldadige rust, eenvoud en liefelijkheid ons, vooral in de eerste bladzijden, toestroomt. We zouden ook wel in zulk een allerliefst huisje willen wonen en vergeten een ©ogenblik het woelige leven om ons heen. De eenige aanmerking die ik heb is deze: of 't wel zeer opvoedkundig is hier een jong heer te doen optreden, die weldoet uit dankbaarheid omdat hij zoo gelukkig getrouwd is, terwijl de schrijfster ons even van te voren meedeelt, dat dit huwelijk is "zeer tegen den zin van zijn vader. | Boekbeoordeling in Het Kind, 7-12-1907 |