|
|
|
A.J. Hoogenbirk De speelman, druk 1, 158 blz. | De heer Hoogenbirk (een verteller van den ouden stempel!) geeft hier een boeiend en leerzaam Christelijk verhaal, waarin de Speelman een der hoofdpersonen is. Deze Speelman is een muzikant uit het begin der 18e eeuw, die als boerenknecht in dronkenschap een ongeluk kreeg, dat hem een been kostte en hem noodzaakte op een andere dan gewone wijze zijn brood te verdienen. Hij kon zoowat fluit spelen. Hij werd speelman en tevens kruidenzoeker voor dokters en apothekers. Dat ongeluk was echter aanleiding geworden tot zijn bekeering, zoodat hij werd een speelman, die Christelijke liederen aan den weg speelde en zong, en daarmede zijn brood vond. Zoo kwam hij in aanraking met de bewoners van een kasteel hij Ellecom, met een tuinman en zijn vrouw, maar inzonderheid met het eenig dochtertje van het huis, wier ouders uitsluitend voor de wereld leefden, doch dat zelf blijkbaar al heel vroeg diepe godsdienstige indrukken had. De Speelman droeg niet weinig bij tot haar geestelijke ontwikkeling. Hij redde zelfs haar leven door zijn kruiden. De ouders werden tot andere gedachten gebracht en leerden God zoeken. De Speelman werd door dezen in een huisje gezet en kon voortaan onbezorgd leven. De vorm is die van den heer Hoogenbirk, die vertelt, wat anderen doen en zeggen, maar daar tusschendoor zijn eigen mededeelingen doet over oude en nieuwe tijden, over vroegere en hedendaagsche toestanden, over menschen en boeken, over tijdelijke en eeuwige dingen. Sommige menschen maken hem daarvan een grief, o.i. ten onrechte. De opmerkingen zijn nl. alleszins waard, gehoord, gelezen en ter harte genomen te worden. Zoo ziet ge hier den ouden, aangenamen Verteller, die het zoo goed meent met de lezers en gaarne wil, dat ze veel zullen leeren. Door dien vorm moge het boekje in dezen tijd misschien aan kunstwaarde wat verliezen, het wint er mee aan belangrijkheid. Wanneer die intermezzo's er niet waren, zou het verhaal op zichzelf niet half zoo treffend zijn. Mogen wij de strekking vinden in het lied, dat wij als laatste van den Speelman vinden aangegeven, dan is zij deze, dat de Heere de Zijnen door wonderlijke wegen van wijsheid en liefde leidt om hen te volmaken. Deze strekking is alleszins naar Gods Woord. Die met aandacht gelezen heeft, voelt in zijn hart de gedachte rijzen: Wat baat het den mensch, dat hij het goed en de vreugde der wereld volop geniet, zoo hij den vrede met God mist? Slechts de vreeze des Heeren maakt rijk voor den tijd, en voor de eeuwigheid gelukkig. Van de uitvoering hebben we niets dan goed te spreken. Trouwens, de heer Callenbach verwent ons publiek. De plaatjes zijn sprekend. De prijs is laag. We wenschen Schrijver en Uitgever met dit nummer der collectie hartelijk geluk. We bevelen het met warmte aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1915 Open Jachin-boekbeoordelingen. |