|
|
|
Gerbrand Fenijn De speer van Pinchas, druk 1, 119 blz. | Palestina, ten tijde van Herodes Antipas. De politieke situatie is gespannen. Romeinse officieren worden dood aangetroffen met een speer in hun borst. Ze zijn geëxecuteerd door de Speer van Pinchas, een ondergronds leger dat de komst van de Joodse Messias voorbereidt. Timon Oricus, een jonge Griekse arts op doorreis naar Egypte, raakt tegen zijn zin betrokken bij de opstand. Timon doet in een reisjournaal verslag van zijn ontmoetingen met onder andere Levi, de vissers Simon, Johannes en Andreas en Maria van Magdala. Zijn verhaal is verwarrend anders dan de bijbelse geschiedenis. De levens van de hoofdpersonen nemen een geheel andere wending. Timons verslag eindigt met pijnlijke vragen. Wie was Pinchas? Welke ontbrekende factor had alles tot een wonderlijke eenheid kunnen samenvoegen? | Omschrijving inhoud in boek |