|
|
|
J.M. de Pril De tweelingen, druk 1, 32 blz. | Geill. omslag in kleuren. 2 plaatjes in zwartdruk. Prijs 20 ct. Twee meisjes, Johanna en Leonora geheeten, maar doorgaans Non en Nan genoemd, zijn de tweelingen. Op zevenjarigen leeftijd gaan ze samen naar school. Met St. Nicolaas vieren zij samen feest. Als er ijs is, gaan ze samen leeren schaatsenrijden. Eén van de twee, vat kou, wordt ernstig ziek, en zoo voor een tijd van haar tweeling-zuster gescheiden. De zieke herstelt weer. De twee komen weer bij elkaar, gaan samen met Papa wandelen en krijgen van hun vader een hondje, dat onafscheidelijk bij hen blijft. De tweeling is nu zelfs een drieling geworden. Een verhaal van twee kinderen, in echt kinderlijken vorm. Als kinderen spreken de twee, niet als groote wenschen. Als kinderen, over hun eersten schoolgang, over een Sinterklaasgeschenkje voor haar Moe, over de kou en over 't schaatsenrijden, over bidden en gebedsverhooring, over den Heere Jezus en den hemel. Heelemaal als kinderen. Die vorm is aantrekkelijk. Dat geldt ook van heel de teekening der verschillende personen: Vader, Moeder, broer en zuster. Er is getracht het geheel in den kinderstijl te houden. Non houdt verschrikkelijk veel van Nan. Moeder wil verschrikkelijk graag een stuk zeep hebben. "Erg knap" (blz. 7), "erg lief" (blz. 27) klinkt erg leelijk. Ook op eenige andere taalfouten stieten wij. De illustraties vonden wij niet best geslaagd. Van het plaatje tegenover den titel mocht het ons na aandachtige lezing niet gelukken te vatten, welk deel van het verhaal hier in beeld gebracht is. Juist door den aantrekkelijken vorm worden we gedrongen om de strekking te nauwkeuriger te proeven. Hoe jammer, dat de Schrijfster (wij meenen een vrouwenhand te ontdekken) niet in een Gereformeerden kring ons doet ingaan, waar de gedachte van het Genadeverbon3 den boventoon heeft. Al moest dan desnoods het lieve Sinterklaastooneeltje vervallen en door een prettigen verjaardag van Moeder worden vervangen, het geheel zou er o.i. aan warmte en degelijkheid door winnen. Nu is 't Christendom zoo oppervlakkig in dit boekje. De strekking is zeer weinig belijnd. 't Is een lief verhaaltje, maar . . . met weinig diepgang. Wij kunnen het slechts matig aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1912 |
J.M. de Pril De tweelingen, druk 1, 32 blz. | Dit is een aardig boekje voor meisjes van 8 jaar. Taal en stijl zijn zeer goed. De inhoud stelt in zooverre teleur, dat de volkomen gelijkenis van de tweelingen tot geen enkele vermakelijke vergissing aanleiding geeft. Het hadden evengoed twee gewone zusjes kunnen zijn. Strekking zit er niet veel in, maar het boekje kan zonder eenig bezwaar aanbevolen worden. Indien het geoorloofd is, de schrijfster iets aan te raden, zoo zou het zijn, zich in het vervolg de strekking van haar verhaaltjes goed in te denken. Er kan dan van haar voor onze kleinen heel wat verwacht worden. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1912 |