|
|
|
H. Alkema De twee weezen , druk 1, 32 blz. | G K. O. 4 t. d. t. 40 ct. Everard en Berthaa, de beide weezen1, zijn kinderen van den Saksischen koning Berthout, Na diens dood trachten de edeling Gozewijn en de arts Viking zich van de kinderen te ontdoen, opdat Gozewijn in 't bezit van de koninklijke macht zou komen. De kinderen worden door Frida, een trouwe dienstmaagd, bewaakt. Op zekeren middag ontloopen Everard en Bertha de dienstmaagd, verdwalen in het bosch en worden daar gevonden door hun tante Withilde, die Christin is. Bij de terugkomst op het kasteel worden de kinderen opgesloten, en tracht Viking hen te vergiftigen. Dit gelukt echter niet, daar tante Withilde over hen waakt. In de gevangenis, die een geheime gang heeft, waardoor Withilde bij hen komen kan, worden de kinderen bekend gemaakt met het Christendom. Een bende roovers overvalt het kasteel. Gozewijn sneuvelt en Viking loopt naar den vijand over. Juist bijtijds komt de zwager van koning Berthout, de Friesche vorst Onno, door Frida van een en ander onderricht, en herneemt het kasteel Wiltenburg. Bertha huwt met een zoon van Koning Onno; Everard weigert het koningschap der Saksen te aanvaarden, en wordt Evangelieprediker. In. Schrijver vertelt vrij vlot in kort bestek de talrijke gebeurtenissen, waaruit zijn verhaal bestaat. Het geheel heeft echter een kroniekachtig voorkomen, en slecht hier en daar wordt de kindertoon getroffen. Er komen heel wat "wonderen" in voor ..... alles precies op tijd; en de vorm, waarin Withilde den kinderen het Evangelie brengt, is in dit milieu toch niet heel waarschijnlijk, evenmin als het moment, waarop zij hun het "Onze Vader" leert. De strekking van het verhaal schijnt te zijn den kinderen een indruk te geven, hoe onze "voorvaderen" tot het Christendom kwamen. De poging daartoe is zéér sympathiek, maar de wijze, waarop de schrijver dit doel poogt te bereiken is o.i. historisch noch psychologisch juist. De vele wonderbare uitreddingen maken het verhaal wel sensationeel, maar verhoogen de waarde niet. De moord op den Viking schijnt ons alles behalve Christelijk gemotiveerd. Een boekje, waarop zooveel af te dingen is, kunnen we maar matig aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1929 |