|
|
|
Francina De vacantie van Frits Verkerk, druk 1, 54 blz. | G.K.C.O. 10 t.d.t. 30 cent. In dit boekje is op onderhoudende wijze het motief van de zelfverloochening verwerkt. Frits Verkerk is een echte dorpsjongen. Hij heeft het de eerste maanden in Amsterdam, waarheen zijn ouders verhuisden, heel moeilijk. De schoolvacantie dáár door te moeten brengen vindt hij niets aanlokkelijk. Dubbel-fijn is hem dan ook de uitnoodiging van een tante om eenige weken in Zandvoort te komen. Maar .... dienzelfden dag komt Frits met zijn moeder bij een jongen, die noodig eens wat zeelucht moet happen: hij is al heen jaar ziek. Zijn ouders echter kunnen het niet bekostigen. Dat doet Frits denken aan wat meester den laatsten morgen vóór de vacantie heeft gezegd: "poog vriendelijk te zijn voor anderen." Na tweestrijd biedt Frits aan, dat de zieke Bertus in zijn plaats mag gaan logeeren bij tante, die vroeger zuster was in een herstellingsoord voor kinderen. Tante vindt het goed maar Frits mag ook meekomen. Samen gaan ze er heen - ze genieten veel - Bertus wordt beter en Frits' vacantie wordt echt fijn. De zelfverloochening van hem, die niet alleen om zichzelf denkt, maar ook anderen tracht wèl te doen, wordt op Christelijke wijze als ideaal voorgesteld. Als onze jonge lezers nu maar niet denken, dat elke daad van zelfverloochening, als hier geteekend wordt, ook zoo gemakkelijk bekroond wordt met het krijgen van wat men voor den ander prijs gaf. Ook het motief tot zulke daden: "om Jezus' wil", kon scherper uitgebeeld zijn. De omslag ziet er aardig uit. De teekeningert zijn te haastig op het papier gebracht; dat zou niet hinderen, als er de genialiteit uit sprak, die met één lijn de situatie van een heel beeld weet te tooveren, doch deze ontbreekt hier. We bevelen het boekje voor onze jongens om zijn goeden inhoud en om zijn vlotten vorm gaarne aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931 |
Francina De vacantie van Frits Verkerk, druk 1, 54 blz. | Een kort verhaaltje. Frits brengt met een zwakken jongen, Bertus. zijn vacantie door aan zee in een vacantie-kolonie. Dat is zoowat het eenige, wat in dit boekje verteld wordt. Hoe ze die vacantie doorbrengen komen we niet aan de weet. 't Boekje lijkt ons een niet geslaagde poging om een jongensverhaal te schrijven. De schrijfster vertelt meer over jongens, dan voor jongens. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1931 Open Boekbeoordeling. |