|
|
|
P. de Zeeuw J.Gzn. De val van het roofslot , druk 1, 192 blz. | Schrijver: P. de Zeeuw J. Gzn. Bijzonderheden: Oorspr. jongensboek. Geïllustreerd, door J.W. den Hartog. 192 blz. Prijs gebonden f2.75. Bij int. f2.50. Korte inhoud: In dit verhaal, dat in 1361 speelt, wordt de verovering beschreven van het roofslot "Voorst", door Bisschop Jan van Arkel. Zweder van Voorst maakt de gansche streek tusschen Zwolle en Deventer onveilig en dit is de aanleiding voor den bisschop om het kasteel te belegeren. Hier tusschen door is geweven het verhaal van Geleyn, den zoon van een wapensmid, die door zijn ongehoorzaamheid z'n vader veel schade berokkent en dan, bevreesd voor straf, de vlucht neemt. Hij voegt zich bij een reisgezelschap, dat dicht bij Zwolle door Zweder wordt aangevallen en gevangengenomen. Natuurlijk wordt hij later bevrijd en het Roofslot geslecht. Beoordeeling: Hoewel er hier en daar nog al eens een onwaarschijnlijkheid voorkomt zal het verhaal den jongens toch in groote mate boeien. Ook zullen deze het niet erg vinden, dat er bij den overval van het reisgezelschap en bij de belegering van het kasteel wat menschen neergeslagen worden. Dat hoort nu eenmaal bij een dergelijk verhaal. De strekking van het boek is overigens uitstekend en de jongens krijgen een goed idee hoe het bij een belegering in de Middeleeuwen toeging. Aanbevolen. E. H. | Open Gids J.Lens Bibliotheekgids voor Chr. School- en Jeugdbibliotheken, 1930 |
P. de Zeeuw J.Gzn. De val van het roofslot, druk 3, 158 blz. | geïllustreerd door J. J. Beckmann (omslag: Jaap Kramer), leeftijd: basisschool groep 8. Prijs f 17,50. Oorspronkelijke titel: de ondergang van het roofslot; een verhaal uit de Middeleeuwen. Inhoud: Even buiten Zwolle staat het slot van Voorst (1361). Het kasteel is een haast onneembare vesting met brede, dubbele grachten en een stenen ringmuur. Het biedt een veilige schuilplaats aan de heer Zweder van Voorst die met zijn rovers de wijde omtrek onveilig maakt. Op een avond krijgt de Zwolse wapensmid Ewout Petersen bezoek van een gezant van de bisschop van Utrecht. Deze geeft de wapensmid geld om kanonnen te maken die gebruikt moeten worden bij de belegering van het slot Voorst. Door de slordigheid van Geleyn, de zoon van meester Petersen, wordt het geld gestolen. Geleyn durft zijn vader niet onder ogen te komen zonder het geld en zet de achtervolging in. Hij sluit zich aan bij een handelskaravaan. Deze karavaan wordt overvallen door de rovers van Voorst en opgesloten in de kelders van het kasteel. Een ontsnappingspoging mislukt. Na brandstichting wordt de geduchte roofridder in Zwolle gevangen genomen. Eduard van Everdingen volgt hem op. In de kelder ontdekt Geleyn het gestolen geld. Hij verbergt het onder een tegel. In 1362 wordt het kasteel opnieuw door bisschop Johan van Arkel ingesloten. De Voorsters bieden geducht tegenstand. In de kelder ontstaat een gevecht tussen Geleyn en Steven, die het geld weer wil hebben. Een schaapherder die al zijn schapen kwijt is, gestolen!, wil graag meewerken aan de ondergang van de burcht. Hij vertelt van een onderaardse gang van het kasteel naar de schaapskooi. Deze ontdekking resulteert in de ondergang van het kasteel. Maar ook in een weerzien van vader Petersen en zoon Geleyn. Opmerkingen: Het boek is boeiend geschreven. Spannende momenten. Geschikt voor de oudste leerlingen van de basisschool. Het verhaalt speelt zich af in de Middeleeuwen. De "schildering" van de tijd, van de omstandigheden, het leven in een stad (Zwolle) en in een burcht, de strijd om een kasteel enz. maakt het boek tot een leerzaam geheel. Het verhaal is doortrokken van Roomse gebruiken en gewoonten; blz. 42 "een crucifix", blz. 45 "de monnik smeekte de Here (Heere?) en riep Maria of de heiligen te hulp", blz. 122 "bij de as van de heilige Laurens", blz. 141 "bij het gebeente van Christoforus" enz. Jammer dat op blz. 63 het woord "schoft" uit de mond van Benedictus flapte. Enkele drukfoutjes komen we tegen; blz. 23 's Was, blz. 64 wat (was), blz. 129 met (me). Conclusie: Het verhaal zal de kinderen zeker boeien. Doordat het een verhaal uit de Middeleeuwen is, kunnen we niet om de Roomse gebruiken en gewoonten heen. Dat betekent wel dat we bij de kinderen een zekere kennis verwachten. Ook hopen we dat de kinderen door bijbels onderricht weet hebben van de fouten; als er bijvoorbeeld gesproken wordt over "heilige Laurens" en "het gebeente van Christoforus". Genemuiden W. A. J. Jansen | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1994 Open Boekbeoordeling. |