Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Herma

De stropersjongen, druk 1, 92 blz.
G.K.C.O. 5 t.d.t. In dit overigens niet onaardige boekje worden „de gelukkige ongelukken" in serie geleverd. Hans Grevendijk is het zoontje van een strooper, die vroeger in dienst was van den Baron, maar om z'n strooperij is ontslagen. Hans en z'n zusje worden op school nog al eens lastig gevallen, vooral door Frans van den smid. Het zoontje van den dokter beschermt hen echter. Op een strooptocht door 't bosch moet Hans mee. Hij doet dit met tegenzin. 't Gaat echter goed. Op een tweeden tocht echter wordt Grevendijk gesnapt. Dit maakt hem nog opstandiger, vooral als hij z'n paard moet verkoopen om de boete te kunnen betalen. Frans van den smid valt bij een tochtje door 't bosch uit een boom, en breekt z'n been. Hij wordt bij Grevendijk binnengedragen, en daardoor wordt de vijandschap tegen Hans weggenomen. Grevendijk komt als arbeider bij boer Harmsma, nadat hij beloofd heeft, niet meer te zullen stroopen. Als bij een boschbrand de oude boschwachter z'n been breekt, wordt deze door Grevendijk van den dood gered. Grevendijk wordt, in zijn plaats, boschwachter. Men ziet het, 't is alles waarlijk al te mooi! Overigens sluit de geschiedenis wel bij het leven aan. Er zijn goede dingen in dit verhaal: De godsvrucht van Hans' moeder, welke weldadig aandoet. De les, dat kinderen niet aansprakelijk mogen gesteld worden voor de daden van hun ouders. De aansporing, dat de zonde voor God beleden worden moet. Maar de persoon en het werk van Christus blijven te vaag. Matig aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940