|
|
|
C.G. Barth De vluchteling, druk 1, 64 blz. | Dit boekje teekent ons een Fransch edelman in de dagen van het Schrikbewind, die na gevangenis en open veld herhaaldelijk verwisseld te hebben, eindelijk bij eenen vriend in Duitschland aankomt. Daar moet hij leeren, en leert hij ook, werken, om te eten. Door de harde les geoefend, kan hij, in de dagen der Herstelling weergekeerd, den waren adeldom toonen in het goede, dat hij zelf voor zijne onderdanen verricht. Behoudens enkele foutjes zijn taal en stijl vrij goed. Het plaatje naast den titel is niet fraai. Tegen den vorm, waarin dit verhaal gegoten is, hebben wij ernstige bedenkingen. Vooreerst verplaatst de Schrijver zijne jeugdige lezers op eens midden in den tijd van het Schrikbewind, zonder eenige nadere verklaring. Voorts keuren wij het gebruik van vreemde woorden streng af. Wij treffen hier aan: royalist, centrum, forceeren, applaus, irrigatiewerken, energie, conversatieles, enz. 0ok stuiten wij op: "zonder ooit iets te behoeven uit te voeren" (pag. 43), "de barre zon" (pag. 46), "een redevoering af te steken" (pag. 50). 't Is den Schrijver blijkbaar alleen te doen geweest, om te vertellen. Eene eigenlijk gezegde strekking heeft het verhaal niet en eene Christelijke allerminst. Van de heillooze beginselen der revolutie vernemen wij niets. Bovendien brengen wij er ernstig bezwaar tegen in, dat in een verhaal voor de jeugd gesproken wordt van "eene dochter, die het nog jeugdig hart van den markies in vlam had gezet", en van "een glas te ledigen" op eenen wensch voor de toekomst. De uitdeeling van zulke boekjes moeten wij stellig ontraden. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1901 Open Jachin-boekbeoordelingen. |