|
|
|
D. Alcock De vreemdeling der valleien , druk 4, 107 blz. | Henri de la Vaur, een vervolgde om des geloofs wille, onder de Albigenzen in Frankrijk, zoekt en vindt een veilig toevluchtsoord bij Arnaud, den leeraar der Waldenzen in de valleien der Dauphineesche Alpen. Na verloop van tijd wordt hij geordend tot Zending-leeraar, en keert als zoodanig terug tot zijn volk. Als marskramer vermomd, krijgt hij toegang in het kasteel van Montmartre, waar hij reeds vroeger door den zoon des Barons vriendelijk ontvangen is. Het blijkt nu, dat deze zoon een door monniken ondergeschoven kind is, die, bewust van het bedrog, voor den wettigen erfgenaam doorgaat. Bovendien verneemt Henri, dat deze niemand anders is dan René, de zoon van zijn pleegvader Arnaud, welke zoon hem vóór vele jaren door priesters ontstolen is. René komt tot erkentenis zijner schuld, en keert, vergezeld van Henri als de verloren zoon tot het huis zijns vaders terug, waar hij het volgende jaar in vrede ontslaapt, terwijl de vreemdeling der valleien Arnauds schoonzoon en opvolger wordt. Het boekje is alleen begrijpelijk voor meer ontwikkelde jongelieden, daar er nog al onvertaalde woorden in voorkomen. "Naar het Engelsch", zoo wordt op het titelblad vermeld. En wij hebben den indruk gekregen, dat het grootste deel, zin voor zin, letterlijk uit het Engelsch vertaald is. Dit ware niet zoo erg, als het maar meteen in goed Nederlandsch was overgezet. Doch dit laat zeer veel te wenschen over. De vertaler had de stof, die wel aantrekkelijk en boeiend is, geheel moeten omwerken; dan zou misschien het lezen een genot hebben kunnen zijn, wat het nu dikwijls niet is. Herhaaldelijk stieten wij op kranke zinnen, waarvan sommige volstrekt niet te begrijpen zijn. Als voorbeelden geven wij: blz. 35 regel 12 v.b.: "Nooit te voren vond hij de vallei zoo schoon, de dorpelingen zoo goed en vriendelijk, en Aimée, hoe veranderd was het kleine meisje, zooals hij haar nog steeds noemde." - Blz. 39 regel 16 v.o.: "want anders was het van weinig belang haar leugenachtige toevlucht te berooven". - Blz. 61 regel 10 v.o.; "En nu spreekt hij van een hoogen inzet, zoodat hij van harte meer dan dit, had willen doen en wagen ...." . Nergens vonden we prettig, vloeiend Nederlandsch. Bovendien wemelt het van taalfouten, wat in een vierden druk geheel onverschoonlijk is. Wij onderstreepten o.a.: het einde der tijd; een discipel van onzen aller Heere; Ik zoekt goede Christenen; mijne moeder stierf den gezegende marteldood; Ik was een moedigen knaap; nooteboom; enz. enz., teveel om ze alle op te noemen. Arnaud had Henri als kind aangenomen; en nu spreekt de schrijver voortdurend van Arnaud als den aangenomen vader van Henri. De inkleeding van het verhaal is hier en daar bepaald aantrekkelijk en boeiend, al verhelen wij hetniet, dat de ontmoetingen en gebeurtenissen soms bijzonder toevallig zijn, waardoor zij den schijn van waarheid en werkelijkheid er bij inboeten. Het verhaal geeft ons een blik in de dagen der vervolgingen, omstreeks 1218; het spreekt van priesterwoede en legt de gebreken der Roomsche Kerk in die dagen duidelijk bloot. Daarnaast wordt op bevattelijke wijze de leer der vrije genade gepredikt en de blijde boodschap, die zondaren tot Christus roept. Wijl de vertaler zich te angstvallig aan den Engelschen tekst heeft gehouden, missen wij de gespierde geloofstaal, zooals wij die uit den mond der oude Waldenzen zouden verwachten. Zelfs gluurt hier en daar de leer der algemeene verzoening om den hoek, bijv. op blz. 64. Andererzijds prijzen wij het, dat de bekeering van Réné niet met "kunst en vliegwerk" toegaat. De weg leidt hier waarlijk door diepten van schuldgevoel en schuldbelijdenis. Hierin onderscheidt dit verhaal zich gunstig van veel andere z.g.n. Christelijke lectuur. 't Verhaal is verdeeld in 9 hoofdstukken met opschrift. Het uiterlijk van dit werkje is sierlijk uitgevoerd. De druk is helder, de plaatjes zijn net. De prijs is laag. Al zijn de gebreken in den vorm inderdaad ernstig, het biedt naar inhoud en strekking veel goeds, waarom wij het onze aanbeveling niet willen onthouden. Deze boekjes hebben alle gelijke omslagen. Een frisch landschap in winterdos. Zij bekoren ons meer dan de vroegere, zoo kwistig met goud versierde, wijl zij frisscher zijn, niet zoo teer en voor Kerstgeschenk meer passend. Die besneeuwde sparrenbosschen spreken van den tijd des jaars, waarvoor deze geschenken bestemd zijn. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1907 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
D. Alcock De vreemdeling der valleien , druk 4, 107 blz. | Dit werkje is niet nieuw. 't Beleefd reeds den 4en druk en dit bewijst, dat 't wel gelezen is. 't Behandelt dan ook een geschiedenis uit het veel bewogen leven der Waldenzen, die wel de belangstelling waard is. De hoofdpersoon, Henri de la Vaur, een om 't geloof vervolgde knaap van 14 jaar, vindt een schuilplaats in het vriendelijke huis van een der Waldenzer leeraars Arnaud in de Dauphineesche Alpen. Na zijn herstel uit ernstige ziekte wordt hij opgeleid tot prediker, keert als reizend evangelist naar zijn geboorteland Provence terug, komt in het kasteel van den graaf de Montmartre en ontmoet hier den gestolen zoon van Arnaud, die door monnikenbedrog doorgaat voor den zoon van genoemden graaf. Als deze plotseling komt te overlijden, keert Arnauds zoon, die door de gesprekken met Henri tot inkeer gekomen is als verloren zoon terug naar Vaders huis. Na een verblijf van ongeveer een jaar sterft de lichamelijk geknakte jonge man; Henri huist met Arnauds eenige dochter en wordt de opvolger van zijn schoonmoeder als prediker. Da inkleeding van het verhaal en de geschiedkundige verwikkelingen maken dit boekje niet geschikt voor kinderlectuur, wel voor ontwikkelde knapen boven 13 jaar en voor jongelieden. Op den stijl is wel wat aan te merken. Den langen zin: Gegeven aan den aartsvader .... van God den Vader (blz. 7), zullen kinderen wel niet begrijpen. Op blz. 14 weer zoon lange volzin. "Hij deinsde terug om verder te vragen." (bl. 28) deugt niet. Niet duidelijk is: "Het is niet boven zijne macht... te doen zijn (blz.29). Wien daar?(blz. 40). Waarom geen vertaling van: "Pax Vobiscum" en "Si wea aleun bon, que ame et terra Jeshu Xrist?" (blz. 49). Nu eens Languedoc, dan weer Langue D'Oc. Soms voor een vrouwelijk z.n.w. een, dan weer eene. Verder vond ik: nooteboomen (bl. 26), een vermoeiden dag (blz. 26); den trap (blz. 46). Menigmaal is een komma weggelaten. Verlosser met een kleine v. Dergelijke slordigheden moesten in een 4en druk niet voorkomen. De plaatjes zijn niet bijzonder fraai. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1907 |
D. Alcock De vreemdeling der valleien , druk 4, 107 blz. | Vier nieuwe Kerstboekjes werden mij toegezonden door den Heer Bredee. "Een blijde Kerstdag", door Wilh. Riem Vis geeft een kijkje in armoedige hutjes op de Drentsche venen en vertelt van een Kerstfeest, waarop men wordt verblijd door stoffelijke maar ook geestelijke zegeningen; de beschrijving is levendig. "Het gebed eener moeder", door Veka. Ook hier zegt de titel u reeds, hoe ongeveer de inhoud zal zijn. Een afgedwaald zoon van vrome ouders, door 't gebed zijner moeder gered. Vooral het tweede plaatje is zeer lief. "De vreemdeling der valleien", is een goed geschreven verhaal uit 't leven der Waldenzen naar D. Alcock. Ik kan de lezing zeer aanbevelen. | Boekbeoordeling in Het Kind, 7-12-1907 |
D. Alcock De vreemdeling der valleien , druk 5, 104 blz. | Zie Boekbeoordeeling van Jachin 1907 bij verschijnen van druk 4. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1916 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
D. Alcock De vreemdeling der valleien , druk 6, 128 blz. | Leeftijd 12 jaar en ouder. Jongens- en Meisjesboek. We hebben hier een stukje uit de geschiedenis der Waldenzen, die, enkele eeuwen voor de Kerkhervorming, reeds hebben getuigd tegen den afval der kerk en het licht des Evangelies wederom op den kandelaar hebben geplaatst. De vreemdeling der valleien is de pleegzoon van den Waldenzenleeraar Arnaud, die een waar getuige voor de waarheid geweest is. Het boek zit, vol spannende momenten en teekent de liefde en de zelfopoffering van hen, die, één in geloof, streden voor de eer van God en de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Gaarne bevelen wij dit werkje hartelijk bij U aan. Dit is nu eens geen papkost, maar een inhoud van positief Christelijke strekking. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1931 Open Boekbeoordeling. |
D. Alcock De vreemdeling der valleien , druk 6, 128 blz. | G.K.C.0 4 z.p. 55 cent. Henri de la Vaur, een vervolgde om des geloofs wille onder de Albigenzen in Frankrijk, zoekt en vindt een veilig toevluchtsoord bij Arnaud, den leeraar der Waldenzen in de valleien der Dauphineesche Alpen. Na verloop van tijd wordt hij geordend tot Zendeling-leeraar, en keert als zoodanig terug tot zijn volk. Als marskramer vermomd krijgt hij toegang in het kasteel van Montmartre, waar hij reeds vroeger door den zoon van den Baron vriendelijk ontvangen is. Het blijkt nu, dat deze zoon een door monniken ondergeschoven kind is, die, bewust van het bedrog voor den wettigen erfgenaam doorgaat. Bovendien verneemt Henri, dat deze niemand anders is dan René, de zoon van zijn pleegvader Arnaud, welke zoon hem voor vele jaren door priesters ontstolen is. René komt tot erkentenis zijner schuld en keert, vergezeld van Henri, als de verloren zoon tot het huis van zijn vader terug, waar hij het volgende jaar in vrede ontslaapt, terwijl de vreemdeling der valleien Arnauds schoonzoon en opvolger wordt. Het boekje is alleen begrijpelijk voor meer ontwikkelde personen, daar er nogal onvertaalde woorden in voorkomen. Wij hebben den indruk gekregen, dat de auteur de historische gegevens met zorg heeft nagegaan, al verhelen wij het niet, dat ontmoeting en gebeurtenissen soms bijzonder toevallig zijn, waardoor zij den schijn van waarheid en werkelijkheid er bij inboeten. Het verhaal geeft, ons een blik in de dagen der vervolgingen, omstreeks 1218; het spreekt van priesterwoede en legt de gebreken der Roomsche Kerk in die dagen duidelijk bloot. Daarnaast wordt op bevattelijke wijze de leer der vrije ge- nade gepredikt en de blijde boodschap, die zondaren tot Christus roept. Wijl de vertaler zich te angstvallig aan den Engelschen tekst heeft gehouden, missen wij de gespierde geloofstaal, zooals wij die uit den mond der oude Waldenzen zouden verwachten. Anderzijds prijzen wij het, dat de bekeering van René niet met “kunst en vliegwerk" toegaat. De weg leidt hier waarlijk door diepten van schuldgevoel en schuldbelijdenis. Hierin onderscheidt dit verhaal zich gunstig van veel andere z.g.n. Christelijke lectuur. 't Verhaal is verdeeld in 9 hoofdstukken met opschrift. Het uiterlijk van dit werkje is sierlijk. De druk is helder. Al heeft het zijn gebreken, het biedt naar inhoud en strekking veel goeds, waarom wij het onze aanbeveling niet willen onthouden. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931 |