Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



E. Gerdes

De verloren schuldbekentenis , druk 7, 174 blz.
Gerard Baarsman, de zoon van een weduwe, wil naar zee, maar komt op een kassierskantoor. Hulpvaardig van inborst, doch opvliegend van karakter, geraakt hij ten slotte in de gevangenis, omdat hij een ondeugenden en gemeenen jongen bijna doodgestoken had. (Deze jongen was de zoon van een bakker, die ook niet deugde en die aan de Wed. Baarsman f 2000. schuldig was, hem door haar overleden man geleend. De schuldbekentenis was zoek, en de bakker herinnerde zich van de schuld niets.) De ongelukkige Gerard wordt genoodzaakt, met een anderen gevangene te ontvluchten, en komt aan boord van een schip, dat onderzeil ging naar China. Aan boord van dat schip maakt hij kennis met een zendeling, door wien hij den Heere leert kennen. In de golf van Bengalen wordt het schip door zeeroovers aangevallen, geplunderd en bijna geheel uitgemoord, doch door een Engelsch fregat geholpen. De zeeroovers worden getuchtigd, ook worden hun ontnomen vele door hen vroeger geroofde voorwerpen, waaronder heel wat uit een schip, waarop Gerards oom kapitein was geweest, en daaronder ook - de schuldbekentenis. Gerard gaat, geholpen door den Engelschen kapitein, terug naar Holland, ontvangt gratie en leeft gelukkig met zijn moeder. Een ouderwetsch verhaal, dat ons in onze jeugd door zijn vorm nog boeide, maar thans wat saai wordt. Het past niet meer in onzen tijd. Vreemd doet het aan, dat aan de Koningin gratie moest worden gevraagd. Gerdes heeft natuurlijk geschreven van den Koning. Dat had men moeten laten zooals het was. De geheele opzet van het verhaal is voor onzen tijd zeer onnatuurlijk; er komen zóóveel gemaakte toevalligheden in voor; dat men het verhaal hoe langer hoe meer gaat betwijfelen: en daarvoor heeft Gerdes toen niet willen schrijven. In dit boek wordt veel te veel van de goedgeloovigheid van den welwillenden lezer gevraagd. De bemanning van het schip "Paulowna" vindt bv. twee mannen aan boord, die tevoren niet gezien zijn. Ze is getuige geweest van een zeer gestreng onderzoek door de politie naar twee voortvluchtige gevangenen, maar ze schijnt niet op de gedachte te komen, dat deze onbekenden de gezochte, lieden zijn kunnen. En de Schrijver zegt geen woord, om deze wonderbare onnoozelheid eenigszins aannemelijk voor ons te maken. Ook wat vreemd doet het aan, dat er maar één schuldbekentenis is, en dat de broeder van den kapitein aan den vasten wal, die f 2000.- gaf, hem niet bewaarde. Dit lag toch veel meer voor de hand, dan dat de zeeman haar meenam, ofschoon hij er slechts f500.- aan bijgedragen had. Dat de vrouw van den voornaamsten geldschieter niet eens zeker weet, of er f 2000.- is uitgeleend, is mede wat "kras". Zoo is er meer in dit avontuurlijk boek. Daarbij komt nog, dat ook de vorm veel te wenschen overlaat. Wat zegt men b.v. van dezen zin? "Gedurende acht dagen had het aanhoudend achter elkander gewaaid, geregend, gehageld en zó gestormd, dat" enz. (Blz. 5). Op blz. 138 gaat de commandant van het Engelsche oorlogsschip met zijn officieren beraadslagen, om de zeeroovers voor altijd "schadeloos te maken". In goed Nederlandsch zegt men immers "onschadelijk maken"? De strekking schijnt te zijn, te doen zien, hoe veel er toe noodig is, om een licht ontvlambaar hart tot ootmoed en liefde te stemmen en te doen buigen onder de krachtige hand Gods. De Heere weet ook de stugste en de hardste harten wel klein te krijgen. Daartoe staat alles Hem ten dienste. Deze strekking is zeker niet zoo kwaad. Toch maakt het gedrag van Gerard Baarsman op ons niet zulk een indruk, dat wij aan het slot zeggen: deze Gerard had zulk een diepen weg noodig. Een draadje hakt men toch niet door met een bijl. Of dit boek van Gerdes daarom niet aanbevelenswaardig zou zijn? Och, laten onze groote jongens en meisjes het gerust lezen. Het zal hun eer goed dan kwaad doen. Met al de gebreken houden wij de boeken van onzen "ouden kennis" Gerdes nog veel beter dan de lectuur van L. Couperus en dergelijke. Ook kunnen wij over de lezing van dit verhaal nog wel Gods zegen afsmeeken.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1915

Open Jachin-boekbeoordelingen.


E. Gerdes

De verloren schuldbekentenis , druk 8, 174 blz.
De geschiedenis van een schuldbekentenis; die zoek raakt en na vele wederwaardighedwn terecht komt uit de kajuit van een kaperkapitein, waar ze door den zoon van de weduwe, die de schuldbekentenis zoo deerlijk heeft gemist, wordt teruggevonden. Dit gegeven beheerscht het leven van een jongen, die niet wil oppassen, gaat varen, met een zendeling in aanraking komt en tot bekeering komt. Matig aanbevolen. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1919
E. Gerdes

De verloren schuldbekentenis , druk 10, 174 blz.
Dit oude, bekende boek van Gerdes, waarin wij vroeger zoo gaarne lazen, behoeft haast geen aanbeveling. De spanning blijft er in, van 't begin tot 't einde. In dit boek kunnen onze kinderen twee dingen leeren : 1 ste. Wie van den rechten weg afdwaalt, heeft smart op smart te vreezen ; 2de. Hoe God het kwade in het goede kan veranderen. Leeftijd plm. 16 jaar. Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1930

Open Boekbeoordeling.