|
|
|
Wilhelmina De werkster en haar kind, druk 1, 16 blz. | David is het kind van eenvoudige lieden, dat bij de overstrooming van de Weichsel wonderlijk gered wordt. In zijn wiegje door de golven meegevoerd, landt hij op eene veilige plaats aan. De vader sterft. De moeder blijft met haar kind in behoeftige omstandigheden achter. De knaap heeft goeden aanleg. Om zijne wonderlijke redding hebben zijne ouders steeds gemeend, dat hij een groot man zal worden. Hij wordt opgeleid tot onderwijzer en leert uitstekend. Bij gevaar van eene doorbraak gaat hij eten brengen aan eenen buurman, ziet onderweg eene scheur in den dijk en spant alle kracht in, om het gat te stoppen, zelfs zijne jas gebruikt hij daarbij. Aangegrepen door de koude, komt hij om, terwijl hij zich voor anderen opoffert. Ofschoon dit op zichzelf een niet onaardig boekje is en er voor kinderen wel wat uit te leeren valt, durven wij het toch niet aanbevelen. Het geeft aan de jeugdige lezers den indruk, dat men door braafheid ten hemel kan ingaan. Van het lijden en sterven van Christus is hier geene sprake. De naam Jezus komt er nauwlijks in voor. In plaats van de eere Gods is de hoofdgedachte er van veeleer verheerlijking van den mensch. Om deze redenen moeten wij het ter zijde leggen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1901 Open Jachin-boekbeoordelingen. |