Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



E. van Beek

Guus de durfal, druk 1, 151 blz.
G.K.C.O. (Cart. band). 13 t.d.t. In het dorpje Vliswijk in de Krimpenerwaard hadden jongens uit de hoogere klassen een club gevormd. Toen een broer van het hoofd der school, die een plantage in Indië had, zich tijdelijk in Vliswijk vestigde, sloot zijn zoon Frans zich bij de club aan, waarvan Guus Hagesteijn de aanvoerder was. Allerlei streken werden door de club uitgehaald, waarbij Guus steeds op den voorgrond trad; zoodat hij zich den bijnaam „Durfal" verwierf. Na hun schooltijd liepen de wegen uiteen. De Indische mijnheer Haarse had veel sympathie voor een paar leden van de club. Een der jongere, Wim Hartens, die goed leeren kon, werd door hem geprotegeerd, zoodat hij voor predikant studeeren kon en later zendeling werd. En door zijn bemiddeling kon Guus, die door zijn onstuimigen aard het nergens vinden kon, een baantje in Indië krijgen, waar hij onder bescherming stond van zijn weldoener en diens zoon. Guus beleefde ook daar allerlei avonturen, waarbij het bleek, dat de godsdienstige indrukken uit Vliswijk bijna verloren waren gegaan en hij steeds hooger op wilde, daarbij alleen vertrouwend op eigen kracht. Dit bleef zoo, ook na zijn ontmoeting met de oude vrienden, Wim en Frans. Een aardbeving en later een doodelijke ziekte, waren de omstandigheden, die hem tot inkeer deden komen en waardoor hij leerde eigen kracht te verzaken en zich aan den Heiland toe te vertrouwen. In menig opzicht een leerzaam verhaal, waardoor onze jeugd een goeden kijk kan bekomen op Indische toestanden. De verhalen van de Vliswijk-sche club zijn sterk gekleurd, o.i. niet zonder overdrijving. Het verhaal in zijn geheel lijkt ons wat veel maakwerk, ook al valt niet te ontkennen, dat er wat het godsdienstig gehalte betreft, ook van een goede strekking kan getuigd worden. Het goede zaad, in het jeugdig hart van Guus gestrooid, was onder alle zorgvuldigheden des levens niet geheel verloren gegaan, zoodat het in 't eind door geloof en bekeering tot volkomen wasdom mocht komen. Er is dus een evangeliseerende strekking, die te apprecieeren valt. Daarbij is het verhaal goed geschreven en het boek mooi uitgevoerd. Daarom bevelen we het aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938

E. van Beek

Guus de durfal, druk 1, 151 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12-14 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Guus woont in een café te Vliswijk. Hij heeft heel wat vrienden, die met elkaar de club van de Polder-Indianen vormen. Ook Frans, die pas uit Indië is gekomen, sluit zich bij hen aan. Als het paard, waar Frans op zit, op hol slaat, weet Guus, die voor geen kleintje vervaard is, de teugels te grijpen en zoo Frans te redden. In Gouda op de markt verkoopt Guus twee geiten voor een boer. Daarna gaat hij boven op het tafeltje van een kiezentrekker staan, vanwaar hij de menschen toespreekt. Op 'n tochtje met z'n vrienden naar Rotterdam redt hij een jongen, waarvan 't roeibootje was omgeslagen. Als de jongens van school gaan, wordt de club ontbonden. Wim gaat naar 't gym, Frans studeert voor Indisch ambtenaar. Guus wordt eerst jachtopziener, heeft daarna nog verschillende baantjes, maar gaat ten slotte met behulp van Frans naar Indië, waar hij op een plantage komt. Wim wordt zendeling en komt Guus opzoeken. Hij wijst hem op den Heere Jezus. Guus blijft er koud onder. Nadat hij een hevige aardbeving en een ernstige ziekte heeft meegemaakt, komt hij tot andere gedachten en besluit in Gods kracht een nieuw leven te beginnen. Algemeene op- of aanmerkingen: Een prachtig boek voor onze jongens. Guus, de hoofdpersoon, wil hooger op. Zijn meester en zijn vriend Wim wijzen hem "Hooger op". Heel goed wordt geteekend hoe Guus dit laatste vindt, na veel strijd. Guus, die alles in eigen kracht zocht, leert belijden: Gij toch, Gij zijt hun (mijn) roem, de kracht van hunne (mijne) kracht. Toch hebben we wel enkele aanmerkingen. De roekeloosheid van Guus bij het oversteken van de bandjirrende rivier is wel wat al te heldhaftig voorgesteld. Het is zonde, zijn leven moedwillig in gevaar te brengen. Op blz. 26 en 113 wordt onsympathiek over andere predikanten gesproken. De uitdrukking "zoo wijs als de kat van Salomo" mag niet voorkomen. Nieuwe spelling. Om den inhoud is ons oordeel toch:
Conclusie: warm aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938

Open Boekbeoordeling.