Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



A. van der Flier

De laatste strijd, druk 1, 157 blz.
Gecart. geïll. Omslag 4 zwarte plaatjes. Prijs 60 cent. Dirt boekje geeft mooi levend werk. 't Is het Slotnummer van de bekende reeks: "Uit bange dagen", "Naar Moskou", "Eén uit duizend", enz. En schets op onderhoudende wijze de laatste dagen van Napoleon na zijn vlucht van Elba, om nogmaals in het bezit van de keizerskroon van Frankrijk te komen. Vooral de strijd en nederlaag van Napoleon bij Waterloo en het aandeel dat ons leger, onder aanvoering van koning Willem II, toen prins van Oranje, hieraan heeft gehad, wordt op boeiende wijze beschreven. Het verhaal eindigt met het verblijf en den tragischen dood van Napoleon op St. Helena. Zulk een boek is "Up to date" in den tijd der onafhankelijkheidsfeesten. De stijl van dit werkje is goed. Wij zijn het van deze Schrijfster niet anders gewoon, en de behandeling der stof is kristalhelder. Ook dit boek zal door onze jongens met graagte worden ontvangen en gelezen. Boeken als dit hebben onze kinderen noodig. Zij bevatten geschiedenis, herinneren aan den strijd, de volharding onzer voorvaderen en zijn geschikt, om het vuur van vaderlandsliefde in den boezem te doen blaken. Toch troffen we er ook minder gelukkige passages in aan. Zoo bv. als op blz. 46 staat: "Vol toorn en haat tegen de bewerkers verwenschte hij (Napoleon) zijn noodlot." Er had niet op mogen volgen: "hij zag de verstandigheid niet van het lot". Dat moet een Christen zoo niet zeggen. Voorts vroegen we ons af of het waar is, wat even te voren, (blz. 21) door de Schrijfster wordt gezegd, dat n.l. "iedere schuld reeds op aarde wordt gewroken." De strekking is uitnemend. Napoleons gaven worden geëerd en toch komt goed uit, hoe hij zondigde door eerzucht. Schoon wordt hier en daar de trooseloosheid van den keizer geteekend, die niet aan een God, wel aan een lot of ster wilde gelooven. Ook wijst Mej. van der Flier ons op de leidingen Gods in de geschiedenis. En juist dat denkbeeld onze kinderen bij te brengen, is een lofwaardig werk. Zij leeren daardoor de beteekenis der geschiedenis verstaan. Wij vonden hier en daar ook enkele historische bijzonderheden, die niet van algemeene bekendheid zijn. Dat geeft ongetwijfeld iets prettigs aan het boek en maakt het meer lezenswaard voor onze oudere leerlingen, die reeds bij verschillende gelegenheden de geschiedenis hoorden of lazen. Gaarne geven wij dit slotnummer uit de Napoleonreeks op zijn weg een krachtige aanbeveling mede. Wij gevoelen veel waardeering voor den degelijken arbeid aan deze historieboeken ten koste gelegd. Ook den Uitgever komt een woord van lof toe voor de keurige verzorging ervan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913

A. van der Flier

De laatste strijd, druk 1, 157 blz.
Dit boek verhaalt de geschiedenis van Napoleon van 1814 tot zijn dood. Het is voor jongens en meisjes van eenige ontwikkeling zeker wel interessant, tot in bijzonderheden de geschiedenis te lezen van den man, over wiens machtige daden ze veel gehoord hebben, maar dien ze hier, geslagen door de rechtvaardige hand Gods , in zijn kleinheid zien. Het boek zal met graagte gelezen worden. Op enkele plaatsen verwijst de schrijfster naar bronnen of meldt ze in een noot, dat het medegedeelde historisch is. We willen veronderstellen, dat dit ook bij de andere episoden waar is, al wordt het niet nadrukkelijk gezegd. Van historische personen is dat wel noodig. In 't verhaal van Napoleons geschiedenis is ook ingeweven 't verhaal van de lotgevallen van Willem Verhorst en zijn vrienden, die ook in andere, voorafgaande werkjes van de schrijfster voorkomen. Dat gedeelte nu is voor hen, die deze boekjes niet lazen, niet altijd even begrijpelijk. Intusschen, aan den indruk en de opvatting van 't geheel schaadt dat gelukkig niet te veel, zoodat het boek toch op zichzelf genietbaar blijft. Er moet echter nog een andere opmerking gemaakt worden. De schrijfster verzorgt haar stijl niet altijd voldoende. We doen enkele grepen. Blz., 4: »Nu ging de zon onder, vlammend rood, (;) haar stralen leken wel flikkerende speren, (;) het water van de kleine rivier, waarop haar laatste lichtschijn viel, werd gloeïend rood gekleurd.« Blz. 48 : »Het was de hoogste (hoo(g) tijd.« Blz. 103: » Ik delf mijn graf! Helpt mij er mee (daarbij) !« blz. 115 : »heer-schte (heersch-te)« ; op dezelfde bladzijde volgt op den zin, waarin staat, dat er in Wellingtons leger groote, opgewekte drukte heerschte : »Wapens werden, nagezien en gepoetst, de morgensoep dampte in de etensketels, de soldaten spraken vol moed en hoop over den nieuwen slag, die komen ging.« De wapens, de soep, de soldaten, 't wordt een groepeering, die beter kon. En dat »komen ging« is toch geen zuiver Hollandsch? En dan wordt er vervolgd: »In, lange, schier onafzienbare liniën strekten zich de gelederen uit. Mont St. Jean heette de plek, die in het vervolg door Europa zou worden genoemd met een siddering van eerbied en van blijde ontroering.« Dat » Mont St. Jean heette de plek« maakt het wat pompeus. Waarom niet eenvoudig: »In lange, schier onafzienbare liniën strekten zich de gelederen uit langs Mont St. Jean, de plek, die« enz.? Blz. 120: » Inderdaad woedde reeds hevig het gevecht.« Geen Hollandsche woordorde ! Blz. 128 : »De looden last der verdrukking, die Europa was ontvallen, scheen neergezonken op de schouders van Napoleon Bonaparte. « Wat beteekent dit? Dat de verdrukker nu op zijn beurt verdrukt werd? Waarom 't dan niet eenvoudiger gezegd? Blz. 131: »Ja, wel was ook hier gerechtigheid geweest.« Geen mooi Hollandsch, als er bedoeld werd, dat Napoleon door een rechtvaardige vergelding getroffen werd. Iets verder: »Meestal dwaalde Napoleon alleen door de eenzame lanen.« Beter, als men let op den korten tijd van zijn verblijf daar ter plaatse, »Herhaaldelijk« enz. Blz. 149: »dat dachten de generaals, die afgesnauwd, de adjudanten, die werden geplaagd op alle mogelijke wijzen.« Om de symmetrie moet in den laatsten bijzin 't hulpwerkwoord aan 't eind komen. Blz. 154: »Hij leerde zelfs Engelsch, om ook die taal te kunnen lezen en verheugde zich er in, dat de Bourbons gehaat bleven in Frankrijk.« 't Logisch verband ontbreekt tusschen beide doelen den zin, of, zoo de schrijfster zich er een verband tusschen gedacht heeft, had ze dit door een ander woord moeten uitdrukken. Blz. 156: »In aangrijpend zwijgen zagen allen de kist dalen in het graf, die het stof bevatte van één der geweldigste genieën.« enz. De bijzin bij kist wordt bij 't eerste lezen in de gedachte verbonden aan het graf. We bedoelen deze opmerkingen als opbouwende kritiek. Kan de schrijfster niet beter schrijven? Dat is toch moeilijk aan te nemen. Maar waarom doet ze het dan niet? Ook bij de beoordeeling van de boekjes »Tot den dood getrouw« en »Naar Moskou« bij de Kerstuitgaven van 1910 moesten wij gelijksoortige opmerkingen maken. Kan ze beter, dan moest haar smaak haar verbieden, de boekjes zóo de wereld in te sturen. Indien de stijl beter verzorgd was, dan zou het boekje zeer geschikt zijn voor kinderen van 12 jaar en ouder. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1913